De Minister van Verkeer en Waterstaat,
Gelet op artikel 3.6 van de Wet luchtvaart;
Besluit:
Artikel 1
In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
a. minister: Minister van Verkeer en Waterstaat;
b. register: Nederlandse register voor burgerluchtvaartuigen.
Artikel 2
1. De eigenaar van een luchtvaartuig behorende tot de bedrijfsvoorraad
kan bij de minister een inschrijvingskenmerk aanvragen als bedoeld in artikel
3.6 van de wet.
2. De minister geeft een inschrijvingskenmerk als bedoeld in het eerste
lid op indien:
a. het luchtvaartuig behoort tot de eigendom en de bedrijfsvoorraad van
een rechtspersoon aan wie een erkenning als bedoeld in artikel 3.25 van de
wet is verleend;
b. de bij invoer eventueel vereiste douaneformaliteiten zijn vervuld,
dan wel hiervoor vrijstelling is verkregen;
c. het luchtvaartuig niet in enig ander luchtvaartuigregister is ingeschreven,
en
d. de eigenaar de volgende gegevens heeft verstrekt:
1° de typeaanduiding van het luchtvaartuig, en
2° het serienummer van het luchtvaartuig.
3. Het inschrijvingskenmerk wordt op het luchtvaartuig aangebracht op
de wijze als bedoeld in de artikelen 15, 16 en 17 van de Regeling inschrijving
Nederlandse burgerluchtvaartuigen.
4. Het inschrijvingskenmerk mag voor ten hoogste 6 maanden op het luchtvaartuig
worden aangebracht, welke termijn eenmaal voor ten hoogste dezelfde periode
kan worden verlengd.
5. Indien het luchtvaartuig wordt overgedragen aan een andere eigenaar
dienen de volgende gegevens door de oude eigenaar aan de minister te worden
verstrekt:
a. de typeaanduiding van het luchtvaartuig;
b. het serienummer van het luchtvaartuig;
c. de datum, waarop het inschrijvingskenmerk van het luchtvaartuig is
verwijderd;
d. de vermoedelijke datum waarop het luchtvaartuig zal worden afgeleverd
aan de nieuwe eigenaar;
e. indien het voornemen bestaat om het luchtvaartuig in het register in
te schrijven: het aan dit luchtvaartuig toegewezen nieuwe inschrijvingskenmerk,
alsmede de naam, het adres en het land van vestiging van de nieuwe eigenaar,
en
f. indien het voornemen bestaat om het luchtvaartuig niet in het register
in te schrijven: het land van vestiging van de nieuwe eigenaar.
6. Het inschrijvingskenmerk moet zijn verwijderd voordat het luchtvaartuig
wordt overgedragen aan de nieuwe eigenaar.
Artikel 3
Op verzoek van de eigenaar als bedoeld in artikel 2 eerste lid, verstrekt
de minister aan de eigenaar een verklaring, dat het luchtvaartuig niet is
ingeschreven, dan wel nooit is ingeschreven in het register.
Artikel 4
Deze regeling treedt in werking per 15 oktober 2001.
Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel inschrijvingskenmerk
bedrijfsvoorraad.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Deze beleidsregel geeft aan hoe zal worden omgegaan met de aanvraag voor
een inschrijvingskenmerk als bedoeld in artikel 3.6 van de Wet luchtvaart.