Aanwijzing rechtspersoon tussenproducten
Hogeschool Alkmaar
26 september 2001
GMT/MT 2212725
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
Gelezen het verzoek tot aanwijzing van de Hogeschool Alkmaar van 20 juli
2001;
Gelet op artikel 13, eerste lid, onder d, van de Wet inzake bloedvoorziening,
Besluit:
Artikel 1
Als een ander rechtspersoon, bedoeld in artikel 13, eerste lid, onder
d, van de Wet inzake bloedvoorziening, waaraan tussenproducten mogen worden
afgeleverd, wordt aangewezen de Hogeschool Alkmaar gevestigd te Alkmaar.
Artikel 2
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening
van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,E.
Borst-Eilers.
Toelichting
Deze regeling strekt ter uitvoering van artikel 13, eerste lid, onder
d, van de Wet inzake bloedvoorziening. Ingevolge artikel 13, eerste lid, is
het verboden tussenproducten af te leveren aan anderen dan de Bloedvoorzieningsorganisatie,
personen die in het bezit zijn van een vergunning als bedoeld in artikel 2,
eerste lid, onder d, van de Wet op de geneesmiddelenvoorziening, instellingen
van wetenschappelijk onderzoek en aan door de Minister aangewezen andere personen,
rechtspersonen daaronder begrepen.
Met artikel 13 van de Wet inzake bloedvoorziening wordt beoogd te bereiken
dat tussenproducten slechts daar kunnen worden ingezet waar dat met het oog
op een in geneeskundig opzicht doeltreffende en doelmatige voorziening is
vereist. Onder voorwaarden dient het echter mogelijk te zijn dat naast ziekenhuizen
ook aan anderen tussenproducten worden afgeleverd. Naast de mogelijkheid tot
aflevering van tussenproducten ten behoeve van de productie van bloedproducten,
kan aflevering ook strekken tot het gebruik van tussenproducten voor andere
doeleinden.
De Hogeschool Alkmaar dient in het kader van onderwijskundige doeleinden
gebruik te maken van tussenproducten in de zin van de Wet inzake bloedvoorziening.
Na beoordeling is komen vast te staan dat de aflevering het belang van een
doelmatige voorziening in de behoefte aan bloedproducten niet schaadt. Met
het oog hierop is de Hogeschool Alkmaar aangewezen als een ander rechtspersoon
in de zin van artikel 13, eerste lid, onder d, van de Wet inzake bloedvoorziening.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E. Borst-Eilers.