Selectielijst neerslag handelingen van de Minister van VROM en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein rijkshuisvesting (periode 1922-1998)

14 augustus 2001

R&B/OSA/2001/2598

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

Gelet op artikel 5, tweede lid, onder b, van de Archiefwet 1995;

De Raad voor Cultuur gehoord (advies van de Raad voor Cultuur van 8 februari 2001, nr. arc-2000.1873/2),

Besluiten:

Artikel 1

De bij dit besluit gevoegde `selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein rijkshuisvesting over de periode 1922-1998' en de daarbij behorende toelichting worden vastgesteld.

Artikel 2

De `Lijst van te vernietigen archiefbescheiden van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, hoofdstuk Rijksgebouwendienst - Centrale Directies' (vastgesteld bij beschikking van de Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur en de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, nrs. CD/RAI/88/353/RA en MAZ 1819004 d.d. 7 februari 1989 (gepubliceerd in de Staatscourant nr. 144 d.d. 27 juli 1989)) wordt ingetrokken.

De `Lijst van te vernietigen archiefbescheiden van de Rijksgebouwendienst: Centrale en Regionale Directies - tekeningenarchieven' (vastgesteld bij beschikking van de Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur en de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, nr. CD/A92.480.JK/NF d.d. 11 mei 1992 (gepubliceerd in de Staatscourant nr. 120 d.d. 25 juni 1992)) wordt ingetrokken.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende selectielijst en toelichting in de Staatscourant zal worden geplaatst.

Den Haag, 14 augustus 2001.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,namens deze,
De Algemene Rijksarchivaris,
M.W. van Boven.
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,namens deze,
De Directeur Informatiemanagement en Organisatie,
J.P. van Wamelen.

Een belanghebbende kan tegen dit besluit beroep instellen bij de rechtbank binnen het rechtsgebied waarvan hij zijn woonplaats heeft. Voordat hij beroep instelt, moet hij binnen zes weken na de inwerkingtreding van dit besluit bij de Staatssecretaris een bezwaarschrift indienen. Dit bezwaarschrift moet worden gestuurd naar CFI/FJZ, ter attentie van het secretariaat van de Commissie voor de bezwaarschriften, Postbus 606, 2700 ML Zoetermeer.

Bijlage

Basis Selectie Document Rijkshuisvesting

Criteria voor de selectie van archieven inzake het huisvestingsbeleid van de rijksoverheid

Toelichting

Inleiding

Het rapport `Het rijk onder dak', een institutioneel onderzoek naar het handelen van de Rijksgebouwendienst (1922-1994) vormt de grondslag van dit basisselectiedocument (BSD). Het rapport is opgemaakt door de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM), directoraat-generaal Rijkshuisvesting, zijn rechtsvoorgangers, afdelingen en regionale afdelingen. Deze gegevens vinden in het onderhavige geval hun neerslag in het archief en in de digitale gegevenssystemen van de Rijksgebouwendienst (Rgd). In principe betreft het het gegevensbeheer van de Rgd vanaf zijn oprichting in 1922 tot heden. Het beschrijft alle handelingen van de Rgd in de context van het handelen van andere actoren die zich op het beleidsterrein bewegen.

Dit BSD is de verantwoording van het bewaar- en vernietigingsbeleid van de organisatie. Tevens vormt het voor de Rgd het wettelijk selectieinstrument. Het BSD bevat een aanwijzing voor bewaring of vernietiging van de bescheiden die het resultaat zijn van handelingen van actoren die het resultaat zijn van handelingen van de Rgd. De documentaire neerslag van deze handelingen worden in dit document verdeeld in te bewaren en (op termijn) te vernietigen documentaire neerslag.

Vaststelling BSD

Het Rapport Institutioneel Onderzoek Het rijk onder dak (PIVOT-rapport 45) werd in 1995 voltooid door dr. J.A.A. Bervoets in overleg met de projectgroep PIVOT - VROM, een samenwerkingverband tussen de Rijksarchiefdienst en het ministerie van VROM als deelproject van het Project Invoering Verkorting Overbrengingstermijn PIVOT. Het daarop volgende concept-BSD werd op 18 april 1999 door de Rgd voorgelegd aan het driehoeksoverleg tussen de beleidsleiding van de Rgd, de ambtelijke administratie van het ministerie en een vertegenwoordiging van de Rijksarchiefdienst. Tijdens dit overleg werden opmerkingen en kanttekeningen in acht genomen die werden ingebracht door belanghebbenden in het behoud van het Nederlandse culturele erfgoed, t.w. een deskundige, aangewezen door het Koninklijk Nederlands Historisch Genootschap, en de directie van het Nederlands Architectuur Instituut. Een aantal criteria werd hierdoor in hun toepassingsbereik aangescherpt.

Op 19 mei 2000 is het ontwerp-BSD door de Directeur Informatiemanagement en Organisatie van het Ministerie van VROM aan de Staatssecretaris van OCenW aangeboden. Hierna heeft de Staatssecretaris het ontwerp-BSD ter advisering heeft ingediend bij de Raad voor Cultuur (RvC). Van het gevoerde driehoeksoverleg over de waarderingen van de handelingen is een verslag gemaakt, dat tegelijk met het ontwerp-BSD naar de RvC is verstuurd. Vanaf 15 juni 2000 lag de selectielijst gedurende acht weken ter publieke inzage bij de informatiebalie in de studiezaal van het Algemeen Rijksarchief evenals in de bibliotheken van het Ministerie van VROM, het Ministerie van OCenW en de rijksarchieven in de provincie, hetgeen was aangekondigd in de Staatscourant nr. 112 van 14 juni 2000.

In de Bijzondere Commissie Archieven van de RvC is het ontwerp-BSD behandeld, waarbij ook het verslag van het driehoeksoverleg bij de voorbereiding van het advies is meegenomen.

Op 8 februari 2001 bracht de RvC advies uit (nr. arc-2000.1873/2), hetwelk behoudens enkele tekstuele correcties geen aanleiding heeft gegeven tot wijzigingen in de ontwerp-selectielijst.

Verantwoording BSD

Dit basisselectiedocument heeft betrekking op de gegevens betreffende het beleidsterrein rijkshuisvesting zoals momenteel door de Rijksgebouwendienst Rgd worden gevormd en opgemaakt. De Rgd is een directoraat van het Ministerie van VROM met taken die bij AMVB zijn vastgesteld. Voor een nadere omschrijving van organisatie en taakstelling zij men verwezen naar het RIO.

De Rgd is daarin omschreven als een uitvoerende instantie op het gebied van materiële voorzieningen aan overheidsinstellingen. Omdat gebouwen echter blijvende voorzieningen van omvangrijke aard zijn, die ingrijpen in de topografische omgeving, krijgen zij een monumentaal karakter. Het gegevensbeheer over deze gebouwen is van belang

- voor de overheidsadministratie als eigenaar en beheerder voor de duur waarop het gebouw in overheidsbezit is;

- indien het gebouw wordt overgedragen: voor de eigenaar van het gebouw als rechtsopvolger van de rijksoverheid;

- gezien het mogelijk monumentale karakter: voor de architectuurgeschiedenis, de topografische geschiedenis en de geschiedenis van de ruimtelijke omgeving.

Een van de hoofdlijnen van het overheidshandelen is het beschikbaar houden van gegevens ten behoeve van de architectuur. Dit kwam reeds tot uiting bij de instelling van o.m. het bouwbureau van de Rijksbouwkundige voor Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen in 1875, toen de referendaris van Kunsten en Wetenschappen, Jhr. Mr. V.E.L. de Stuers zijn beleid toelichtte in een artikel in De Gids onder de titel `Unitis viribus'; recentelijk wordt het bevestigd door de elkaar peridiek opvolgende nota's Architectuurbeleid1.

Voor de raadpleging van deze gegevens bestaan ook specifieke klantengroepen die op het gebied van bouwkunst een speciale bouwtechnische of kunsthistorische scholing ontvangen; ook deze scholing is vanaf de benoeming van een referendaris van Kunsten en Wetenschappen in 1875 een onderwerp van rijksoverheidsbeleid geweest. Dat de Rgd deze situatie onderkent, blijkt uit de omvangrijke monografie De rijksbouwmeesters, twee eeuwen architectuur van de Rijksgebouwendienst en zijn voorlopers, die in 1995 verscheen. Tal van architectuur- en cultuurhistorische publicaties op grond van archiefonderzoek worden verder door deze dienst geïnspireerd.

Voor de in dit selectiedocument genomen beslissingen gelden de volgende overwegingen:

1. Het administratieve belang van het onderzochte orgaan (Archiefbesluit, art. 2, lid 1 sub a) bepaalt dat voor de bouw bruikbare documenten ter plaatse aanwezig dienen te zijn. Documenten die als gevolg van infrastructurele veranderingen in bouwkundige voorzieningen onjuiste informatie bevatten, dienen dan ook niet meer op de plaats van het gebouw of bij de beheerder terzake aanwezig te zijn. Indien bepaalde documenten inzake veranderde gegevens alsnog bewaard blijven, hebben andere belangen prioriteit. De langere bewaartermijnen die voor bepaalde niet door de RAD over te nemen documenten zijn vastgesteld zijn veelal gemotiveerd door de comptabele verantwoordingsplicht van de Rgd, de stabiliteit van het contractmanagement en de interne behoefte aan evaluatie. Deze documenten dienen dan op grond van goede (afstemmings-)afspraken naar een (aangewezen) plaats te worden overgebracht waar deze belangen worden geadministreerd en waar op dat punt controlebevoegdheid aanwezig is.

2. Vanuit het gezichtspunt van het administratieve belang van andere overheidsorganen (Archiefbesluit, art. 2, lid 1 sub b) dient te worden opgemerkt dat de rijksgebouwen onderwerp zijn van monumentenzorg. Verschillende oude rijksgebouwen zijn met documentatie aangemeld bij de Rijksdienst voor de Monumentenzorg en vallen dus tevens onder het monumentenbeleid. De Rgd beschikt over archivialia inzake van rijksmonumenten, en aangezien deze ingevolge de wet in goede en geordende staat bewaard moeten blijven, beschikt zij over gegevens om deze monumenten in stand te houden en om informatie te kunnen verschaffen die voor de financiering van de monumentenzorg van belang zijn. In dit verband dient te worden opgemerkt dat de Rgd vanuit dit oogmerk zijn gegevens systematisch documenteert.

3. Als belang van de recht- en bewijszoekende burger (Archiefbesluit, art. 2, lid 1 sub bd geldt het goede gebruik dat bij de overdracht van een onroerend goed ook de beheersgegevens van de eerste eigenaar worden overgedragen. Deze gegevens kunnen zakelijke rechten en verplichtingen betreffen, maar ook gegevens over de stand van het onderhoud. Dit gebruik is strijdig met de beperkingen die ingevolge de Archiefwet ten aanzien van de Rijksoverheid inzake de vervreemding van archiefbescheiden wordt opgelegd. Langdurig - d.w.z nagenoeg blijvend - te bewaren beheersgegevens inzake de bouw en constructie van een rijksoverheidsgebouw dienen derhalve voor de duur van hun geldigheid op een of andere wijze door de administratie van het rijk te worden bewaard, dat de verplichting heeft deze gegevens ook aan de nieuwe eigenaar beschikbaar te stellen. Ingevolge de Archiefwet dienen deze gegevens na de wettelijk vastgestelde termijn van 20 jaar te worden overgedragen aan een openbare archiefbewaarplaats.

4. Voor de beantwoording van de vraag in hoeverre de archiefbestanddelen deel uitmaken van het erfgoed (Archiefbesluit, art. 2, lid 1 sub c) zijn, gezien de taak van de administratie van de Rgd, de volgende doelstellingen overwogen:

1. De selectiedoelstellingen, zoals aangemeld tijdens de aanvang van het PIVOT-project door de minister, belast met cultuurbeleid: `het mogelijk maken van de reconstructie van het overheidshandelen op hoofdlijnen.' Een en ander heeft geleid tot de opstelling van negen selectiecriteria, die tot 1995 als algemene selectiecriteria voor PIVOT golden en die tijdens het institutioneel onderzoek zijn toegepast. In algemene lijnen is bij de verspreiding van deze criteria aangegeven welke consequenties dit voor de administratie en het gegevensbeheer op het specifieke beleidsterrein heeft. (1-9)

2. Het samenvallen van bijzondere belangen voor de administratie, de bewijsvorming voor de eigenaar en het monumentenbeleid, waarvoor de Rgd gegevens verschaft, waarbij het bouwen van de overheid ook vanuit de administratie wordt gezien als een vorm van productie van cultureel erfgoed. Zoals gezegd gaat het hier om de totstandkoming van producten, voortkomend uit wat thans als een van de hoofdlijnen van overheidshandelen geldt; dit wordt door de boven aangehaalde beleidsnota's onderstreept en nog eens bevestigd door het feit dat ambtenaren van de Rgd zelf met een monografie een bijdrage hebben geleverd aan de architectuurgeschiedenis. De cliëntèle van de te raadplegen gegevens kan tot in de verre toekomst worden verwacht uit onderzoek, dat institutioneel in ieder geval blijvend zal worden aangestuurd vanuit de beleidsterreinen volkshuisvesting, monumentenzorg, wetenschapsbeleid en cultuur. Dit heeft geleid tot de formulering van een tweetal bijzondere selectiecriteria. Daarom zijn aan de reeds vastgestelde criteria een aantal bijzondere selectiecriteria toegevoegd die betrekking hebben op de bijzondere belangen bij het behoud van gegevens van de Rgd. (10-11)

De vastgestelde criteria zijn als apart hoofdstuk aan deze toelichting toegevoegd.

Hetgeen voldoet aan de selectiecriteria dient te worden overgebracht en is gewaardeerd met B (= bewaren). Deze neerslag dient te worden overgebracht volgens de normen zoals neergelegd in M. Beekhuis en R.C. Hol, Om de kwaliteit van het behoud: normen `goede en geordende staat'. Achter de als te bewaren (B) aangeduide handelingen is aangegeven welke selectiecriteria (1-11) aan de handelingen zijn toegevoegd.

De neerslag van handelingen die niet aan de hieronder weergegeven selectiecriteria voldoet wordt gewaardeerd met V (= vernietigen). `Vernietigen' betekent: daadwerkelijk vernietigen nadat de maximale bewaartermijn, zoals die in de selectielijst is aangegeven, verstreken is. De documentaire neerslag die uit deze handeling voortvloeit is niet noodzakelijk voor de reconstructie van het overheidsbeleid op hoofdlijnen en bevat geen architectonische gegevens van het hierboven gedefinieerde erfgoedbelang. Ingeval van `vernietigen' is het orgaan dat verantwoordelijk is voor het bij de handeling behorende gegevensbeheer ook verantwoordelijk voor de zorg van de op termijn te bewaren documentaire neerslag en de aanwijzing van de bestemming en de aan hem verantwoordelijke beheerder. Achter de met V aangeduide handelingen is vermeld na afloop van welke termijn de bescheiden die uit de handelingen voortvloeien, moeten worden vernietigd. Deze termijnen zijn door de zorgdrager ingevuld.

De lijst omvat de periode 1922-1998. Dit in verband met een stelselwijziging van de rijkshuisvesting, die vooral consequenties heeft op comptabel terrein en die leidt tot een aanzienlijke wijziging van de procedures en het daaraan verbonden administratieve gegevensbeheer. De daarvoor in kaart gebrachte processen zullen opnieuw moeten worden gewaardeerd.

Criteria

Blijvend te bewaren en uiteindelijk aan het ARA over te dragen stukken worden bewaard op grond van de volgende categorieën.

Algemene selectiecriteria

Categorie 1. Handelingen die betrekking hebben op beleidsvoorbereiding, -bepaling en -evaluatie.

1.1. Opstellen, wijzigen en evalueren van koninklijke besluiten inzake de Rgd;

1.2. opstellen van beleidsnota's;

1.3. vaststelling van (meerjaren-)planningen;

Categorie 2. Handelingen gericht op externe verantwoording en/of verslaglegging.

2.1. verslaglegging aan Staten-Generaal;

2.2. verslaglegging aan Ministerraad;

Categorie 3. Adviezen gericht op de hoofdlijnen van het beleid.

3.1. advisering door de grote adviesorganen en -raden;

3.2. adviezen van andere overheidsorganen met betrekking tot handelingen uit de categorieën 1, 4, 5, 7, 8 en 9;

3.3. overleggen met belanghebbenden in de rijkshuisvesting: gebruikers, gemeenten, brancheorganisaties op het gebied van de bouw;

Categorie 4. Handelingen gericht op het stellen van regels gerelateerd aan de hoofdlijnen van het beleid.

4.1. Ministeriële regelingen die betrekking hebben op de uitvoering van het rijkshuisvestingsbeleid;

4.2. het evalueren van huisvestingsbeleid(-sinstrumenten);

4.3. documenten waarin een overheidsorgaan aangeeft hoe het in specifieke gevallen van zijn bindende adviseringsbevoegdheden gebruik gaat maken zoals normstellingen

Categorie 5. Handelingen gericht op de (her)indeling van de beleidsorganisatie, belast met de uitvoering en vaststelling van het beleid.

5.1. Reorganisaties, instelling en opheffing van beleidsorganen en directies;

5.2. uitbesteding van beleidsuitvoering;

5.3. opzetten van uitvoeringsorganisatie;

5.4. bestemming van gebouwen voor organisaties.

Categorie 6. Uitvoerende handelingen die onmisbaar zijn voor de reconstructie van het overheidshandelen op hoofdlijnen.

6.1. het stellen van kaders waarbinnen het rijkshuisvestingsbeleid wordt uitgevoerd;

Categorie 7. Uitvoerende handelingen die het algemeen democratisch functioneren mogelijk maken.

7.1. Behandeling kamervragen;

Categorie 8. Uitvoerende handelingen die onttrokken zijn aan democratische controle en direct gerelateerd zijn aan hoofdlijnen van het beleid.

8.1. Gedacht moet hier worden aan het adviseren van particuliere organisaties.

Categorie 9. Uitvoerende handelingen die direct gerelateerd zijn aan of direct voortvloeien uit voor Nederland bijzondere tijdsomstandigheden en incidenten.

9.1. Handelingen die in het kader van een `bijzondere omstandigheid' tot stand komen, zoals bijvoorbeeld de Tweede Wereldoorlog.

9.2. Specifieke criteria, geformuleerd naar aanleiding van dit institutioneel onderzoek

Categorie 10. Handelingen die hebben geleid tot de registratie van gegevens betreffende de vastgestelde constructie van rijksgebouwen.

Categorie 11. Handelingen die hebben geleid tot de registratie van gegevens die het behoud of de reconstructie van het uiterlijk voorkomen van rijksgebouwen en de voor deze gebouwen specifieke vormgeving van het representatieve interieur of hoofdlijnen van de omgeving (tuinvormen) mogelijk maken.

Te vernietigen zijn dus:

• in het algemeen: het uitvoeren van en adviseren bij feitelijke handelingen, met uitzondering van gegevens inzake:

- De totstandkoming van de bouwkundige produkten van architecten in voornamelijk hoofdlijnen;

- De gegevens van belang voor het blijvend behoud van een pand of een monument of de reconstrucie van een representatief interieur.

• advisering omtrent beleidsuitvoering (ook indien de handeling zelf voor bewaren in aanmerking komt);

• het maken van afspraken naar aanleiding van in de rijksbegroting vastgestelde plannen (accountsmanagement).

• het instellen van commissies die belast zijn met aspecten van de uitvoering van beleid;

• het financieren van uitgaven of het voldoen aan financiële verplichtingen;

• het geven van voorlichting;

• het in stand houden van uitvoeringsorganisaties en -administraties

• het technisch organiseren van overleg, symposia, oefeningen en platforms.

Basisselectiedocument voor de rijksgebouwendienst

1. Situatie voor 1989

1.1. Kaderstellend

1.1.1. Beleidsvoorbereiding

1. Handeling: Het voorbereiden, formuleren en evalueren van beleidsstandpunten ten aanzien van de rijkshuisvesting.

Nummer RIO: 1

Bron: Voorstel voor de organisatie en formatie van de hoofdafdeling Huisvestingsbeleid 1985. Art. 8, lid 1, Besluit Rgd

Periode: 1969-1989

Opmerking: Produkten zijn nota's als Koersplan , Strategisch Plan, Nota Privatisering, Onderzoekbeleidsplan

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 1

2. Handeling: Het beantwoorden van Kamervragen inzake rijkshuisvesting.

Nummer RIO: 2

Bron:

Periode: 1922-1989

Beoordeling: B

Selectiecriterium:7

3. Handeling: Het houden van interviews, redevoeringen en het afleggen van openbare verklaringen inzake rijkshuisvesting.

Nummer RIO: 3

Bron:

Periode: 1922-1989

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 6

4. Handeling: Het instellen van interdepartementale adviesorganen op het gebied van rijkshuisvesting.

Nummer RIO: 4

Bron:

Periode: 1979-1989

Opmerkingen:

-Voorbeelden zijn:

De stuurgroep Energiebesparingsproject Rijksoverheid, ingesteld 1979

De stuurgroep Utiliteitsbouw Rijksoverheid. 1985-1987.

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 3

5. Handeling: Het voeren van periodiek overleg met particuliere organisaties van belanghebbenden.

Nummer RIO: 6

Bron: Ruimte voor architectuur. 1991

Periode:

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 3

1.1.2. Regels en bevoegdheden.

6. Handeling: Het bij amvb vaststellen van regels inzake het rijkshuisvestingsbeleid.

Nummer RIO: 7

Bron:

Periode: 1922-1989

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 1

7. Handeling: Het stellen van interne regels voor de organisatie van de Rgd.

Nummer RIO: 8

Bron: -

Periode: 1922-1989

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 5

8. Handeling: Het opstellen van regels omtrent de uitvoering van huisvestingswerkzaamheden.

Nummer RIO: 10

Bron: Art. 2, lid 2 sub a , Besluit Stb. 1952, Stb. 449 .

Periode: 1922-1989

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 4

9. Handeling: Het geheel of gedeeltelijk overdragen van de zorg voor de huisvesting aan een vakminister

Nummer RIO: 13

Bron: Art. 3, lid 2, Besluit Stb. 1952, Stb. 449.

Periode: 1952-1989

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 5

10. Handeling: Het vaststellen van instructies voor ambtenaren.

Nummer RIO: 15

Bron: Organisatiebesluit van den Rijksgebouwendienst 1924.

Periode: 1924-1981.

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 5

11. Handeling: Het geven van voorschriften inzake bouw- en onderhoudswerkzaamheden aan gebouwen.

Nummer RIO: 16

Bron: Steenhouwerswet, Veiligheidswet, Bouwprocessenbesluit Arbeidsomstandighedenwet. Comptabiliteitswet

Periode: 1922-1989.

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 4

12. Handeling: Het vaststellen van normen en kengetallen voor de eisen voor rijksgebouwen.

Nummer RIO: 17

Bron: Interview

Periode: 1979-1989

Produkt: Rapporten en publikaties

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 4

13. Handeling: Het verzoeken aan de minister van Financiën om instemming met vormen van huurkoop- of lease-contracten van de Rijksgebouwendienst.

Nummer RIO: 18

Bron: Art. 1, lid 2 sub b, KB en art. 2, lid 2,van 20 augustus 1952, Stb. 449

Periode: 1982-1989.

Opmerkingen: Deze verzoeken werden mede voorbereid en geëvalueerd door de Interne Stuurgroep Lease.

Produkt: voorbeelden zijn het aan de minister van Financiën voorgelegde Lease-programma.

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 4

1.1.3. planning

14. Handeling: Het voorbereiden en vaststellen van aanwijzingen, richtlijnen en randvoorwaarden ten aanzien van het opstellen van plannen.

Nummer RIO: 19

Bron:

Periode: 1945-1989

Opmerkingen:

Produkten: voorbeelden zijn:

- Rapport van een Commissie tot bevordering economisch gebruik huisvesting. 1958.

- evaluatiesystemen van bouwprocessen, besteld bij het Functioneel Overleg Bedrijfsbureau'. ca, 1985.

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 4

15. Handeling: Het opstellen van jaarplannen voor de werkzaamheden van de Rgd.

Nummer RIO: 20

Bron: Art. 4, KB van 20 augustus 1952, Stb. 449.

Periode: 1952-1989.

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 1

16. Handeling: Het voorstellen van meerjarenplannen op het gebied van rijkshuisvesting aan de Ministerraad.

Nummer RIO: 21

Bron: Art. 4, KB van 20 augustus 1952, Stb. 449

Periode: 1983-1989

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 1

17. Handeling: Het jaarlijks verslag uitbrengen inzake de rijkshuisvesting.

Nummer RIO: 22

Bron:

Periode: 1924-1989

Opmerkingen:

Produkt: voorbeelden zijn

- Jaarverslag Rijksgebouwendienst. 1924-1938, 1967-1988

- verslag Adviesgroep Beeldende Kunst. 1981-

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 2

1.2. Uitvoerend.

1.2.1. Adviezen.

18. Handeling: Het adviseren van de vakminister bij de uitvoering van het toezicht op de bouw van gesubsidieerde gebouwen.

Nummer RIO: 23

Bron: Verzameling bepalingen Rijksgebouwendienst,p. 9.

Periode: 1922-1989

Opmerking: De adviezen zijn bedoeld om de vakminister te helpen met de financiële en comptabele beoordeling van bouwplannen, bestekken, begrotingen, gunningen, meerwerk en de afrekening. Uitvoerende werkzaamheden van de rijksbouwmeester vallen feitelijk buiten dit proces en dienen te worden gewaardeerd als architectonische handelingen in het kader van het architectuurbeleid, een onderdeel van het beleidsterrein Volkshuisvesting.

Beoordeling: V

Termijn: 10 jaar

19. Handeling: Het verlenen van technische hulp aan bouwopdrachten en verbouwingsprojecten in het buitenland.

Nummer RIO: 24

Bron: Convenant geaccordeerd door de Minister van Wederopbouw en Volkshuisvesting bij nota van 15 maart 1954, nr. 19

Opmerkingen: De adviezen zijn bedoeld om instanties van ontwikkelingslanden te helpen met de financiële en comptabele beoordeling van bouwplannen, bestekken, begrotingen, gunningen, meerwerk en de afrekening.

Periode: 1945-ca. 1967.

Beoordeling: V

Termijn: 10 jaar

Indien het gaat om beleidsadviezen:

Voor de rapportage aan de belanghebbende en de opdrachtgever (bijv. BZ): B

Selectiecriterium: 3

20. Handeling: Het op verzoek van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg adviseren bij restauratie-aangelegenheden.

Nummer RIO: 26

Bron: De Rijksbouwmeesters, passim.

Periode: 1922-1989

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 3

1.2.2. Beheer van rijkseigendommen.

21. Handeling: Het verkrijgen van onroerende goederen of daarmee verbonden rechten.

Nummer RIO: 31

Bron: Art. 1, sub a, KB van 29 juli 1922, Stb. 470, Art. 1, lid 2 sub b, KB van 20 augustus 1952, Stb. 449.

Periode: 1922-1989

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 6

22. Handeling: Het sluiten van overeenkomsten tot regeling van zakelijke rechten verbonden aan rijksgebouwen.

Nummer RIO: 35

Bron: Art. 38, lid 1, Comptabiliteitswet 1976.

Periode: 1922-1989

Opmerkingen:

De overeenkomsten worden gesloten door de Rgd. De minister verleent instemming.

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 6

23. Handeling: Het sluiten van verzekeringscontracten

Nummer RIO: 36

Bron: Art. 2, Besluit 1922, Stb. 470; art. 2 sub a, Besluit 1952, Stb. 449.

Periode: 1945-1989

Beoordeling: V

Termijn: vijf jaar na verloop contract

24. Handeling: Het vaststellen van voorschriften voor het gebruik van rijksgebouwen en dienstwoningen.

Nummer RIO: 37

Bron: Art. 1, lid 2 sub b KB van 29 juli 1922, Stb. 470 en art. 2, lid 2 KB van 20 augustus 1952, Stb. 449.

Periode: 1922-1989

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 4

25. Handeling: Het registreren van rechten, verplichtingen en verrichte handelingen met betrekking tot onroerende en onroerende goederen.

Nummer RIO: 38

Bron: Beschikking van de minister van Financiën van 24 december 1924, nr. 58, Verzamelde bepalingen, p. 28-32..

Periode: 1924-1989

Opmerkingen:

Produkt:

- Staat van Rijksgebouwen, handmatige objectenkarthoteek 1924-eind 1970

- Objectenkarthoteken als uitdraai.

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 10

26. Handeling: Het ter beschikking stellen van dienstwoningen aan ambtenaren

Nummer RIO: 39

Bron: Beschikking van de minister van Financiën van 24 december 1924, nr. 58, Verzamelde bepalingen, p. 28-32.

Periode: 1924-1989

Opmerkingen:

Beoordeling:V

Termijn: vijf jaar na verloop huurcontract

27. Handeling: Het uitoefenen van toezicht op de bewoning van ambtswoningen.

Nummer RIO: 40

Bron: Beschikking van de minister van Financiën van 24 december 1924, nr. 58 Verzamelde bepalingen, p. 28-32.

Periode: 1924-1989

Opmerkingen:

Beoordeling: V

Termijn: 10 jaar

28. Handeling: Het instemmen met de vakminister met de onderverhuur van lokalen in rijksgebouwen.

Nummer RIO: 41

Bron: Verzameling bepalingen Rijksgebouwendienst, p. 8.

Periode: 1922-ca, 1980.

Opmerkingen: het gaat hier om de beschikbaarstelling van lokalen aan derden voor vergaderingen, examens, openbare aanbestedingen, manifestaties e.d.

Beoordeling: V

Termijn: 20 jaar

29. Handeling: Het beheren en beschikbaar stellen van barakken en verplaatsbare gebouwen.

Nummer RIO: 42

Bron: Verzamelde bepalingen, p. 10

Periode: 1922-1989

Opmerkingen: wellicht in samenwerking met de Dienst Wederopbouw.

Beoordeling: V

Termijn: 20 jaar

30. Handeling: Het overdragen van gebruikte roerende goederen naar de Dienst der Domeinen.

Nummer RIO: 43

Bron: Comptabiliteitsbesluit 1937, art. 2.

Periode: 1937-1989

Opmerkingen:

Beoordeling: V

Termijn: 20 jaar

1.2.3. Huur

31. Handeling: Het sluiten van huurcontracten.

Nummer RIO: 55

Bron: Art. 1, sub b KB van 29 juli 1922, Stb. 470 Art. 1, lid 2 sub b, KB van 20 augustus 1952, Stb. 449.

Periode: 1922-1989

Beoordeling: V

Termijn: 6 jaar na afloop van de geldigheid van het huurcontract.

32. Handeling: Het aan de Staten-Generaal verzoeken om goedkeuring van een huurcontract boven een wettelijk gesteld maximum bedrag.

Nummer RIO: 56

Bron: Art. 32, lid 3, Compatbiliteitswet 1929

Periode: 1929-1989

Opmerkingen:

Produkt: (eenmalig) Wet van 28 juli 1960 (Stb. 318) houdende goedkeuring van een verlenging van de huur van een gedeelte van een kantoorgebouw aan het Spui no. 32, Kalvermarkt no. 28 en Bagijnestraat no. 27 te 's-Gravenhage.

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 6

33. Handeling: Het voldoen van financiële verplichtingen ingevolge huurcontracten.

Nummer RIO: 57

Bron: Art. 1, sub b, KB van 29 juli 1922, Stb. 470, Art. 1, lid 3 sub b, KB van 20 augustus 1952, Stb. 449.

Periode: 1922-1989

Beoordeling: V

Termijn: 6 jaar

34. Handeling: Het sluiten van huurkoop- of lease-contracten.

Nummer RIO: 59

Bron: Art. 1, lid 2 sub b, KB van 20 augustus 1952, Stb. 449.

Periode: 1982-1989

Beoordeling: V

Termijn: 6 jaar na beëindiging van de geldigheid het contract.

1.2.4. Bouwwerkzaamheden.

35. Handeling: Het (laten) uitvoeren van bouwwerkzaamheden van nieuwe gebouwen en grote verbouwingen.

Nummer RIO: 66

Bron: Art. 1, sub b, KB van 29 juli 1922, Stb. 470; Art. 1, lid 3 sub c, KB van 20 augustus 1952, Stb. 449.

Periode: 1922-1989

Produkten: bestek, aanbestedingscirculaire en aanbestedingscontract; het bestek bevat:

- tekeningen van constructies;

- ontwerpen van installaties.

- voortgangsrapportage, staten van meer- en minderwerk.

- proces-verbaal van oplevering

- proces-verbaal van overdracht van het beheer aan de gebruiker.

Beoordeling: Zie de activiteiten, beschreven in bijlage I.

Voor de beoordeling van het projectmatig (laten) uitvoeren van bouwwerkzaamheden van nieuwe gebouwen en grote verbouwingen Zie de activiteiten, beschreven in bijlage I.I

1.2.5. Onderhoudswerkzaamheden

36. Handeling: Het (laten) uitvoeren van planmatig vastgestelde onderhouds- en verbouwingswerkzaamheden aan bestaande gebouwen.

Nummer RIO: 75

Bron: Art. 1, sub b, KB van 29 juli 1922, Stb. 470, Art. 1, lid 2 sub c en d, KB van 20 augustus 1952, Stb. 449.

Periode: 1922-1973

Beoordeling: V

Termijn: 6 jaar.

37. Handeling: Het mede op aanwijzing van de minister, belast met het cultuurbeleid, (laten) uitvoeren van verbouwings- en onderhoudswerkzaamheden aan monumenten.

Nummer RIO: 76

Bron: Verzamelde bepalingen, p. 26.

Periode: 1922-1983

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 11

38. Handeling: Het (laten) uitvoeren van onderhouds- en verbouwingswerkzaamheden aan paleizen.

Nummer RIO: 77

Bron: Art. 1, sub b, KB van 29 juli 1922, Stb. 470 Art. 1, lid 2 sub c en d, KB van 20 augustus 1952, Stb. 449.

Periode: 1922-1973

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 11

39. Handeling: Het in overleg met de directeur van het Staatsbedrijf der PTT goedkeuren van vervangingswerkzaamheden aan technische installaties

Nummer RIO: 78

Bron: Verzamelde bepalingen, p. 21.

Periode: 1922-1972.

Opmerkingen: de hoofdkantoren in Amsterdam en Den Haag plegen met elkaar en de Rgd gezamenlijk overleg over wederzijdse afstemming van hun werkzaamheden.

Beoordeling: V

Termijn: 10 jaar

40. Handeling: Het (laten) uitvoeren van de plaatsing van technische installaties in gebouwen.

Nummer RIO: 81

Bron: Art. 1, sub b, KB van 29 juli 1922, Stb. 470 , Art. 1, lid 2 sub d, KB van 20 augustus 1952, Stb. 449.

Periode: 1922-1989

Opmerkingen: Bij installaties moet worden gedacht aan: voorziening van gas-, water- en electriciteitsleidingen, liften, transportmiddelen, zonwering, blussystemen , telefoon, e.d.

Voor de invoering van een installatie geldt de volgende procedure:

- Opstelling program van eisen

- Maken van een ontwerp en kiezen van materiaal, veelal door een ontwerpteam

- Maken van een bestek en (laten) uitvoeren

- Opstellen van richtlijnen voor het gebruik

Deze procedure wordt in beginsel ook uitgevoerd bij een vastgesteld SERO-project (vgl. handeling nr. 51.).

Beoordeling: V

Termijn: 20 jaar na wijziging van de installatie of na sloop van het gebouw.

Bij overdracht van het gebouw aan een nieuwe eigenaar kunnen de stukken worden overgedragen.

41. Handeling: Het uitoefenen van toezicht op het gebruik van rijksgebouwen.

Nummer RIO: 82

Bron: Verzamelde bepalingen, p. 16; instructie voor de districtsbouwkundige.

Periode: 1922-1989.

Opmerkingen: Technische installaties dienen periodiek te worden gekeurd. Tot 1985 werden deze keuringen door ambtenaren van de Rgd, belast met onderhoudswerkzaamheden, uitgevoerd.

Onder het toezicht valt de nazorg bij de oplevering van het gebouw:

- Het keuren van installaties.

- De controle van de inrichting.

- De beproeving van brandblusmiddelen en andere veiligheidsinstallaties

- Het controleren van geregelde schoonmaakwerkzaamheden, zoals het vegen van schoorstenen.

Voor de uitoefening van toezicht of controle heeft de ambtenaar enkele bevoegdheden, zoals het na aanzegging betreden van het gebouw. Het toezicht wordt uitgeoefend door districtsbouwkundigen.

Beoordeling: V

Termijn: 10 jaar

42. Handeling: Het op aanvrage geven van toestemming aan een beheerder/gebruiker tot het plaatsen van leidingen en installaties.

Nummer RIO: 83

Bron: Verzamelde bepalingen, p. 18

Periode: 1922-1989

Opmerkingen:

Een gebruiker die een nieuwe installatie in zijn gebouw wilde plaatsen, had hiervoor de toestemming van de Rgd nodig. Gedacht kan worden aan radio- en televisie-antennes, steunpunten e.d.

Deze procedure wordt in beginsel ook uitgevoerd bij een vastgesteld SERO-project (vgl. handeling nr. .51).

Beoordeling: V

Termijn: 10 jaar

43. Handeling: Het ontwerpen en uitvoeren van specifieke representatieve inrichtingen en tuinen voor regeringsgebouwen en paleizen.

Nummer RIO: 84

Bron: Art. 1, lid 2 sub d, KB van 20 augustus 1952, Stb. 449.

Periode: 1922-1989

Opmerking: De beschrijving is op advies van het driehoeksoverleg herzien.

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 11

44. Handeling: Het sluiten van contracten met openbare nuts- en andere bedrijven voor de levering van exploitatievoorzieningen.

Nummer RIO: 85

Bron: Art. 1, lid 2 sub d, KB van 20 augustus 1952, Stb. 449.; Verzamelde bepalingen, p. 14-15.

Periode: 1922-1989

Opmerkingen: gedacht moet hierbij worden aan de levering van gas, water, elektriciteit, en periodiek onderhoud van zowel gebouw als terrein door een schoonmaakdienst. De Rgd raamt de kosten en legt ze voor aan de vakminister of het hoofd van het staatsbedrijf; hij stelt voor welke voorzieningen voor uitvoering in aanmerking komen. Als de vakminister hiermee akkoord gaat, worden de voorstellen nader uitgewerkt tot een aanbestedingsbestek en worden de werken aanbesteed.

Aan dit contract kunnen verplichtingen tot keurig, onderhoud en garanties verbonden zijn.

Beoordeling: V

Termijn: 6 jaar na beëindiging van het contract.

45. Handeling: Het laten uitvoeren van periodieke keuringen of periodiek garantie-onderhoud door vaste contractpartners.

Nummer RIO: 86

Bron: De desbetreffende contracten.

Periode: 1945-1989

Beoordeling: V

Termijn: 10 jaar

46. Handeling: Het laten aanpassen van installaties aan veranderde regelgeving.

Nummer RIO: 87

Bron: -

Periode: 1945-1989.

Opmerkingen: gedacht moet worden aan veiligheidsvoorschriften, brandweervoorschriften, milieuvoorschriften, voorschriften van bouw- en woningtoezicht e.d.

Beoordeling: V

Termijn: 20 jaar

47. Handeling: Het adviseren van de vakminister bij kleine onderhouds- en schoonmaakwerkzaamheden.

Nummer RIO: 88

Bron: Verzamelde bepalingen, p. 19

Periode: 1945-1989

Opmerkingen: deze adviezen betreffen de centrale verwarming en andere technische installaties. De Rgd beoordeelt het onderhoudspersoneel van de minister op zijn deskundigheid en voert desnoods zelf kleine werkzaamheden uit.

Beoordeling: V

Termijn: 10 jaar

48. Handeling: Het inrichten van schuilkelders en het treffen van noodvoorzieningen ingeval van oorlogstijd.

Nummer RIO: 90

Bron: Besluit schuilplaatsen bij woningen (Stb. 1968, 391).

Periode: 1945-1989

Opmerkingen:

Beoordeling: V

Te vernietigen na afbraak van de kelder of over te dragen aan de nieuwe eigenaar van het gebouw of het terrein.

1.2.6. Energiebesparing

49. Handeling: Het periodiek controleren van het energieverbruik van rijksgebouwen.

Nummer RIO: 107

Bron: Staatsalmanak.

Periode: 1952-1972.

Produkten:

- inspectierapporten van controleurs.

- jaaropgaven per gebouw van controleurs.

Beoordeling: V

Termijn: 10 jaar

50. Handeling: Het aanvragen van subsidie voor energiebesparende maatregelen in bestaande gebouwen bij de minister van Economische Zaken.

Nummer RIO: 109

Bron: Art. 5, Energiebesparingsprogramma Rijksoverheid.

Periode: 1980-1989.

Beoordeling: V

Termijn: 6 jaar

51. Handeling: Het adviseren aam de minister van Economische Zaken over aanvragen van subsidie voor energiebesparende maatregelen door het rijk beheerde of gesubsidieerde gebouwen.

Nummer RIO: 112

Bron: Art. 5,1 Energiebesparingsprogramma Rijksoverheid.

Periode: 1980-1989.

Beoordeling: V

Termijn: 5 jaar

1.2.7. Bevordering van kunst in rijksgebouwen

Kaderstellend

52. Handeling: Het instellen van percentageregelingen op het gebied van beeldende kunt voor bepaalde categorieën van overheidsgebouwen.

Nummer RIO: 113

Bron: Kunstopdrachten 1995.

Periode: 1922-1989

Opmerkingen: produkten zijn bv. percentageregeling voor de PTT-gebouwen. 1938.

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 4

53. Handeling: Het in overleg met overleggroepen nader vaststellen van procedures voor de uitvoering van de percentageregeling.

Nummer RIO: 115

Bron: Kunstopdrachten 1995., p. 120-121.

Periode: 1972-1989

Opmerkingen:

Producten zijn bv: Nota kunst bij rijksgebouwen, 1977; Nota Selectieprocedures bij beeldende kunstopdrachten van de Rijksgebouwendienst, 1985.

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 6

54. Handeling: Het instellen van werkgroepen ter advisering inzake de uitvoering van de percentageregeling.

Nummer RIO: 116

Bron: Kunstopdrachten 1995. p. 121 volg.

Periode: 1975-1989

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 5

Uitvoerend

55. Handeling: Het verstrekken van kunstopdrachten.

Nummer RIO: 116

Bron: Kunstopdrachten 1995. p. 121 volg.

Periode: 1924-1951.

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 6

56. Handeling: het geven van opdrachten aan kunstenaars voor de decoraties van rijksgebouwen

Nummer RIO: 118

Bron: Percentageregeling beeldende kunst.

Periode: 1951-1975

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 6

57. Handeling: Het doen ontwerpen of decoreren van meubilair in representatieve kamers door kunstenaars.

Nummer RIO: 120

Bron: Percentageregeling beeldende kunst.

Periode: 1951-1975

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 6

58. Handeling: Het jaarlijks voordragen van projecten voor extra bijdragen voor toegepaste beeldende kunst.

Nummer RIO: 121

Bron: Percentageregeling beeldende kunst

Periode: 1951-1975

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 6

59. Handeling: Het uitschrijven van prijsvragen voor rijksgebouwen.

Nummer RIO: 122

Bron: De rijksbouwmeesters.

Periode: 1945-1989

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 6

60. Handeling: Het publiceren van mededelingen over de percentageregeling in tijdschriften.

Nummer RIO: 123

Bron: -

Periode: 1978-1989

Beoordeling: V

Termijn: 6 jaar

2. Rgd, Situatie 1989-1998.

2.1. Kaderstellende handelingen

2.1.1. Beleidsvoorbereiding

61. Handeling: Het voorbereiden, formuleren en evalueren van beleidsvoorstellen ten aanzien van de rijkshuisvesting.

Nummer RIO: 124

Bron: Voorstel voor de organisatie en formatie van de hoofdafdeling Huisvestingsbeleid 1985. Art. 8, lid 1, Besluit Rgd

Periode: 1989-1998

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 1

62. Handeling: Het periodiek voeren van intern beleidsoverleg

Bron: Produktenboek Rgd.

Nummer RIO: 127

Periode: 1989-1998

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 1

63. Handeling: Het voordragen van rijkshuisvestingsplannen aan de Ministerraad.

Nummer RIO: 128

Bron: Art. 8, lid 1, Besluit Rijkshuisvesting.

Periode: 1989-1998

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 1

64. Handeling: Het doen van studiereizen op het gebied van overheidshuisvesting in het buitenland en het inwinnen van inlichtingen aldaar.

Nummer RIO: 129

Bron: Produktenboek Rgd.

Periode: 1989-1998

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 1

65. Handeling: Het uitbrengen van periodieke verslagen inzake de rijkshuisvesting.

Nummer RIO: 130

Bron:

Periode: 1992-

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 1

2.1.2. Regels en bevoegdheden.

66. Handeling: Het voorbereiden van de benoeming van de rijksbouwmeester door de Kroon

Nummer RIO: 131

Bron: Art. 9, lid 1, Besluit Rgd

Periode: 1989-1998

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 5

67. Handeling: Het geheel of gedeeltelijk overdragen van de zorg voor de huisvesting aan een vakminister

Nummer RIO: 132

Bron: Art. 3, lid 1, Besluit Rgd Stb 1989, 320.

Periode: 1989-1998

Opmerkingen: deze overdracht dient te geschieden in overleg met de minister van Financiën en de vakminister.

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 5

68. Handeling: Het stellen van interne regels voor de organisatie en de werkzaamheden van de Rijksgebouwendienst.

Nummer RIO: 133

Bron: Art. 6,, lid l, art. 7, Besluit Rgd 1989.

Periode: 1952-

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 5

69. Handeling: Het stellen van regels ten aanzien van de verrekening van kosten van werkzaamheden van de Rgd.

Nummer RIO: 134

Bron: Art. 7 Besluit Rijkshuisvesting

Periode: 1989-1998

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 4

70. Handeling: Het verzoeken aan de minister van Financiën om instemming met vormen van huurkoop- of lease-contracten van de Rijksgebouwendienst.

Nummer RIO: 135

Bron: Art. 1, lid 2 sub b, KB en art. 2, lid 2,van 20 augustus 1952, Stb. 449

Periode: 1982-1989.

Beoordeling: V

Termijn: 30 jaar

71. Handeling: Het vaststellen van gedragslijnen met betrekking tot de bouw en inrichting van rijksgebouwen.

Nummer RIO: 136

Bron: Art. 4, lid 2, Besluit Rgd Stb. 1989, 320.

Periode:

Opmerkingen: deze gedragslijnen worden onderscheiden in:

-bindende voorschriften

-aanbevelingen.

Op grond van deze gedragslijnen keurt de minister ingevolge art. 4, lid 3, het programma van eisen goed.

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 4

72. Handeling: Het beleidsmatig toetsen van rijkshuisvestingswerkzaamheden aan criteria van milieubeheer.

Nummer RIO: 137

Bron: Paasbrief 1995.

Periode: 1994-

Opmerkingen: met dit werk is een Inspecteur milieuhygiëne voor de rijkshuisvesting belast.

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 4

2.1.3. Technisch instrumentarium.

73. Handeling: Het opstellen van onderzoeksplannen

Nummer RIO: 138

Bron: Sheets van Rgd Onderzoek, 1995.

Periode: 1993-

Opmerkingen:

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 4

74. Handeling: Het ontwikkelen van methoden en technieken van de sturing van de rijkshuisvesting.

Nummer RIO: 139

Bron: Art. 4, lid 4, sub e, Besluit Rgd Stb. 1989, 320.

Periode: 1989-1998

Beoordeling: B

Selectiecriterium:4

N.B.: Hierbij is inbegrepen het ontwikkelen van geautomatiseerde rekensystemen voor de technische begeleiding van de rijkshuisvesting.

75. Handeling: Het vaststellen van normen en kengetallen voor de eisen voor Rijksgebouwen.

Nummer RIO: 140

Bron: Art. 4, lid 4 sub d, Besluit Rgd Stb. 1989, 320.

Periode: 1989-1998

Beoordeling: B

Selectiecriterium:4

76. Handeling: Het ontwikkelen van proefkantoren en modelprojecten.

Nummer RIO: 141

Bron: Sheets van Rgd Onderzoek, 1995.

Periode: 1994-

Beoordeling: B

Selectiecriterium:3

77. Handeling: Het aanvragen van subsidies voor bijzondere en gesubsidieerde proeven bij de uitvoering van bouwwerkzaamheden ter verbetering van de situatie.

Nummer RIO: 142

Bron: Rijkshuisvestingsplan II, p. 27

Periode: 1989-1998

Beoordeling: V

Termijn: 6 jaar

78. Handeling: Het leveren van bijdragen in overlegorganen op het gebied van kwaliteitsnormen in de bouw.

Nummer RIO: 143

Bron: Real Estate Norm Quick Scan, Interview.

Periode:

Beoordeling: B

Selectiecriterium:3

79. Handeling: Het opzetten van opleidingsplannen voor deskundigen.

Nummer RIO: 144

Bron: Plan van aanpak verbetering kostendeskundigheid. Produktenboek rgd.

Periode: 1993.

Produkten: lesmateriaal , roosters e.d., voorbeelden zijn:

- management game

- programma's voor opleiding van kostendeskundigen.

Beoordeling: V

Termijn: 6 jaar

80. Handeling: Het (doen) opleiden van deskundigen.

Nummer RIO: 145

Bron: Plan van aanpak verbetering kostendeskundigheid. Produktenboek rgd.

Periode: 1993.

Beoordeling: V

Termijn: 6 jaar

81. Handeling: Het houden van conferenties en studiedagen.

Nummer RIO: 146

Bron: Produktenboek

Periode: 1992-

Opmerkingen:

Produkt: voorbeelden zijn discussiebijeenkomsten in Ecodrome over de Paasbrief van de Inspectie Milieuhygiëne Rijkshuisvesting. 1992.

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 3

2.1.4. Planning

82. Handeling: Het opstellen van door de Ministerraad vast te stellen meerjarenplannen op het gebied van rijkshuisvesting.

Nummer RIO: 148

Bron: Art. 8, lid 2, Besluit Rijkshuisvesting, Normeringsnota 1992

Periode: 1989-1998

Beoordeling: B

Selectiecriterium:1

83. Handeling: Het vaststellen van bestedingsplannen van de directies.

Nummer RIO: 149

Bron: Spelregels 1990

Periode: 1990-

Beoordeling: V

Termijn: 6 jaar

84. Handeling: Het vaststellen van tussentijdse wijzigingen in het OMR.

Nummer RIO: 150

Bron: Art. 8, Besluit Rgd Spelregels 1990

Periode: 1980-

Beoordeling: B

Selectiecriterium:1

85. Handeling: Het vaststellen van (meerjaren) plannen voor de toepassing van bijzondere voorschriften met betrekking tot rijksgebouwen of rijkseigendommen.

Nummer RIO: 151

Bron: NMP.

Periode: 1989-1998

Beoordeling: B

Selectiecriterium:1

2.1.4.1. Planning met de vakminister: accountmanagement.

86. Handeling: Het adviseren van de vakminister inzake zijn huisvestingsplanning en zijn projecten.

Nummer RIO: 152

Bron: Art. 2, lid 2 sub b, Art. 9 lid 2, Besluit Rgd

Periode: 1989-1998

Opmerkingen: de adviezen resulteren voornamelijk in registratie van de voortgangscontrole met betrekking tot accountplannen en/of projectvoorstellen.

Beoordeling:V

Termijn: 10 jaar

87. Handeling: Het jaarlijks inventariseren van de vastgestelde afspraken tussen de Rgd en de vakminister.

Nummer RIO: 153

Bron: Art, 2, en Memorie van Toelichting Besluit Rgd.

Periode: 1994-

Opmerkingen:

Produkt: accountplan.

Beoordeling:V

Termijn: 6 jaar

88. Handeling: Het vaststellen van grote huisvestingsprogramma's voor gelijksoortig diensten (de z.g. `speerpunten')

Nummer RIO: 154

Bron: Art. 4, lid 4, sub d, en art. 5 Besluit Rgd Stb. 1989, 320. Programma Voorraadbeheer Rijkshuisvesting 1992-1996.

Periode: 1985-

Opmerkingen: Deze speerpunten zijn veelal het gevolg van politieke besluitvorming inzake het rijkshuisvestingsbeleid. Onderdelen van deze speerpunten worden door de Rgd met voorrang in de meerjarenplanning verwerkt. Bij de vaststelling van deze programma's hoort soms een afzonderlijke projectorganisatie, waarbij de rgd en de gebruiker samenwerken.

Beoordeling: B

Selectiecriterium:1

2.1.5. Opzet van de administratie

89. Handeling: Het opzetten van geautomatiseerde registratiesystemen voor de administratie van de rijkshuisvesting.

Nummer RIO: 155

Bron: Infoplan 91/92

Periode: 1988-

Beoordeling: B

Selectiecriterium:4

90. Handeling: Het stellen van regels voor de administratie van projecten.

Nummer RIO: 156

Bron: Interview.

Periode: 1992-

Produkt: Ordeningsplan voor archieven inzake projecten

Beoordeling: B

Selectiecriterium:4

2.2. Uitvoeringshandelingen

2.2.1. Adviezen

91. Handeling: Het op aanvraag adviseren inzake de goedkeuring van programma;s van eisen en bestekken van door de vakminister gefinancierde gebouwen, door de minister van Financiën.

Nummer RIO: 157

Bron: Art. 6, lid 2, Besluit Rgd. Richtlijnen voor de bouw van woon- en dagverblijven voor gehandicapten, februari 1989.

Periode: 1989-1998

Opmerkingen:

Produkt:

Rapport aan de minister van Financiën.

Beoordeling: V

Termijn: 6 jaar

92. Handeling: Het opstellen van aanbevelingen voor de bouw van bepaalde typen gebouwen met rijksmiddelen.

Nummer RIO: 158

Bron: Art. 5, Besluit Rgd

Periode:

Opmerkingen:

Produkten: voorbeelden zijn ontwerpen van rechtbanken, gevangenissen, inrichtingen voor gezondheidszorg e.d.

Beoordeling: B

Selectiecriterium:4

93. Handeling: Het op aanvraag toewijzen (alloceren) van huisvestingsprojecten van vakministers in eigen beheer.

Nummer RIO: 159

Bron: Art. 2, lid 2 sub b, Besluit Rgd; Normeringsnota 1992, p. 17.

Periode: 1989-1998

Opmerkingen: door de vakministers worden soms uit eigen middelen huisvestingsprojecten uitgevoerd. Dit zou in strijd zijn met het Besluit Rgd. Daarom is geregeld dat alle huisvestingsvoorzieningen op de begroting van de Rgd worden opgevoerd. De gebruikers kunnen middelen uit hun begroting beschikbaar stellen aan de Rgd, zodat hun projecten in de huisvestingsprogramma's kunnen worden opgenomen. Deze middelen worden in beginsel tijdens de begrotingsvoorbereiding naar de Rgd overgeheveld.

Voor de uitvoering wordt het normeringsstelsel van de Rgd toegepast, die voor deze bouw toestemming moet verlenen. De Rgd toetst deze plannen aan eventuele reeds aanwezige ruimtevoorraad.

Beoordeling: V

Termijn: 6 jaar

2.2.2. Administratie

94. Handeling: Het registreren van eigendommen en in gebruik zijnde rijksgebouwen (de gebouwenvoorraad)

Nummer RIO: 161

Bron: Art. 4, lid 4, sub d, Besluit Rgd Programma Voorraadbeheer Rijkshuisvesting 1992-1996.

Periode: 1985-

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 6

95. Handeling: Het registreren van vraag- en aanbod op de huisvestingsmarkt.

Nummer RIO: 162

Bron: Art. 4, lid 4 sub d, Besluit Rgd

Periode: 1985-

Opmerkingen: via regio- en stadsanalyses brengt de Rgd vraag- en aanbod in een stad of regio in kaart.

Beoordeling: V

Termijn: 6 jaar

96. Handeling: Het registreren van lopende projecten.

Nummer RIO: 163

Bron: Programma Voorraadbeheer Rijkshuisvesting 1992-1996.

Periode: 1985-

Beoordeling: V

Termijn: 6 jaar

97. Handeling: Het registreren van noodzakelijke onderhoudswerkzaamheden.

Nummer RIO: 164

Bron: Nota Onderhouds Rijkshuisvesting, p. 4.

Periode: 1990-

Opmerkingen: de planmatige onderhoudswerkzaamheden worden door de bouwinspecties in kaart gebracht. De regionale inspecteurs onderhoud dienen voor een bepaald planjaar een zgn. Advies Onderhoud in. Ook kunnen de Rayoninspecteurs aangegeven welke onderhoudsbehoeften er zijn (het zg. `behoefte onderhoud'). Na afstemming met het huisvestingsportefeuillebeleid en de exploitatievoorzieningen worden ze gepland en uitgevoerd.

Beoordeling: V

Termijn: 6 jaar

98. Handeling: Het geautomatiseerd administreren van de voorraad.

Nummer RIO: 165

Bron: Art. 4, lid 4 sub d, Besluit Rgd Rijkshuisvestingsplan.

Periode: 1990-

Beoordeling: V

Termijn: 6 jaar

99. Handeling: Het sluiten van periodieke verzekeringscontracten

Nummer RIO: 166

Bron: Art. 2, Besluit 1922, Stb. 470; art. 2 sub a, Besluit 1952, Stb. 449.

Periode: 1989-1998

Beoordeling:V

Termijn: 6 jaar na verloop van het contract.

2.2.3. Regulier vastgoedbeheer

2.2.3.1. Verkrijging en vervreemding.

100. Handeling: Het verkrijgen van onroerende goederen.

Nummer RIO: 167

Bron: Art. 38, lid 1, Comptabiliteitswet 1976.

Periode: 1976-

Beoordeling: B

Selectiecriterium:6

101. Handeling: Het treffen van regelingen met de minister van Financiën over de opbrengst van de verkoop van goederen van de Rgd.

Nummer RIO: 168

Bron: Interview

Periode:

Beoordeling: V

Termijn: 6 jaar na de geldigheid van de regeling.

102. Handeling: Het bemiddelen bij de verkoop van een door Domeinen te verkopen onroerend goed aan een gesubsidieerde instelling.

Nummer RIO: 169

Bron: Domeinen in beeld,p. 15.

Periode: 1976-

Beoordeling: V

Termijn: 6 jaar

103. Handeling: Het sluiten van overeenkomsten tot regeling van zakelijke verplichtingen, verbonden aan onroerende goederen.

Nummer RIO: 170

Bron:

Periode: 1989-1998

Produkt: bijvoorbeeld Parkeerconvenant Rijk-gemeente Den Haag. 1991.

Beoordeling :B

Selectiecriterium: 6

104. Handeling: Het overdragen van het beheer van onroerende goederen aan de dienst der Domeinen.

Nummer RIO: 171

Bron: Art. 4, lid 4, sub b, Besluit Rgd

Periode: 1989-1998

Opmerkingen:

Aan deze overdracht gaat een onderzoek vooraf over de staat van het goed. Hierbij is bijv. l van belang of er geen bodemverontreiniging kan worden geconstateerd.

Produkt:

- proces-verbaal van overdracht.

- middelenafspraak met het ministerie van Financiën voor de aanwending van de uit de overdracht verkregen middelen.

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 6

2.2.3.2. Onderhoud van gebouwen, terreinen en kantoren.

105. Handeling: Het sluiten van overeenkomsten inzake het gebruik van rijksgebouwen door de vakminister.

Nummer RIO: 172

Bron: Art, 2, lid 2, sub c, art 4, lid 4a, Besluit Rgd; Regeling Technische Uitwerking 1991.

Periode: 1989-1998

Beoordeling: V

Termijn: 6 jaar na het vervallen van de geldigheid van het contract.

106. Handeling: Het voeren van overleg met de gebruiker/vakminister over het gebruik van installaties die door de vakminister worden aangebracht in gebouwen.

Nummer RIO: 176

Bron: Art. 5, Besluit Rgd, Regeling Taakverdeling Rijkshuisvesting.

Periode: 1991-

Beoordeling: V

Termijn: 20 jaar

107. Handeling: Het samen met de vakminister opstellen van beheersplannen van een rijksgebouw.

Nummer RIO: 177

Bron: Art. 6,, lid 2, Besluit Rgd

Periode: 1989-1998

Beoordeling: V

Termijn: 20 jaar

108. Handeling: Het op aanvraag van een gebruiker geven van een opdracht tot onderhoudsreparaties of exploitatievoorzieningen aan een huisvestingsobject.

Nummer RIO: 178

Bron: Art, 2, lid 2, sub c, art 4, lid 4a, Besluit Rgd;

Periode: 1989-1998

Beoordeling: V

Termijn: 6 jaar

109. Handeling: Het laten uitvoeren van periodieke keuringen of periodiek garantie-onderhoud door vaste contractpartners.

Nummer RIO: 179

Bron:

Periode: 1945-

Beoordeling: V

Termijn: 6 jaar

110. Handeling: Het houden van inspecties inzake het onderhoud van rijksgebouwen.

Nummer RIO: 180

Bron: Rijkshuisvestingsplan II, p. VII

Periode: 1992-

Opmerkingen: Verslagen dienen zolang te worden bewaard als zij nog bruikbaar zijn voor het beheer van het gebouw. Na tien jaar geven inspectierapporten de onderhoudssituatie van het gebouw niet meer weer.

Beoordeling: V

Termijn: 10 jaar

111. Handeling: Het verhalen van schade aan gebouwen.

Nummer RIO: 181

Bron: -

Periode: 1989-1998

Opmerkingen: Schade kan worden verhaald:

- op aannemers of leveranciers wegens verborgen gebreken.

- op daarvoor aansprakelijke gebruikers of derden.

Verantwoording van schadeverhaal is aan een comptabele termijn gebonden.

Beoordeling: V

Termijn: 10 jaar

112. Handeling: Het wijzigen van bestemmingen van gebouwen.

Nummer RIO: 182

Bron: Art. 6, lid 3, Besluit Rgd.

Periode: 1989-1998

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 5

2.2.3.3. Monumenten.

113. Handeling: Het toetsen van het beheer van monumenten in beheer van het rijk.

Nummer RIO: 183

Bron: Rgd-monumenten

Periode: 1981-

Opmerkingen: het werk wordt verricht door de Kerngroep Rijksmonumenten, vanaf 1982 genoemd Adviesgroep Monumenten in Rijksbezit.

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 6

116. Handeling: Het aanmelden van rijksgebouwen als monument aan het bevoegd gezag.

Nummer RIO: 184

Bron: Rgd-monumenten, p. 9.

Periode: 1991-

Opmerkingen:

Per ingeschreven monument bereidt de Rgd een `redengevende omschrijving' voor, die de omvang , betekenis en de waarden aangeeft. De aanwijzende instantie stelt de gronden vast, waarop het object tot monument wordt verklaard. Het moment kan worden ingeschreven in een gemeentelijke , provinciale of Rijksmonumentenlijst.

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 6

117. Handeling: Het doen van architectuurhistorisch onderzoek naar door het rijk beheerde gebouwen van monumentale waarde.

Nummer RIO: 185

Bron: Art. 4, lid 4 sub e, Besluit Rgd

Periode: 1979-

Opmerkingen: T.J.F. Dijkstra, rijksbouwmeester in 1979-1986, initieerde een integraal beleid voor de monumenten in rijksbezit.

Produkt: publikaties in de reeks Bouwhistorische documentatie waardebepaling.

N.B.: De publikaties bewaren.

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 6

118. Handeling: Het beoordelen van restauratievoorstellen van monumenten.

Nummer RIO: 186

Bron:

Periode: 1981-

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 11

119. Handeling: Het adviseren over voorstellen tot vervreemding van Rgd-monumenten.

Nummer RIO: 187

Bron: Rgd-monumenten, p. 17.

Periode: 1991-

Opmerkingen: Vervreemding kan plaats vinden bij privatisering of verzelfstandiging van diensten. De Rijksbouwmeester kan hierbij adviezen opstellen aan de dienstleiding over beperkende voorwaarden ten aanzien van het beheer.

Gelijkaardige procedures kunnen zich ook voordoen bij roerende monumenten of kunstvoorwerpen.

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 6

120. Handeling: Het (laten) uitvoeren van verbouwingswerkzaamheden aan monumenten.

Nummer RIO: 188

Bron: Nota van Toelichting Besluit Rgd; RTR, Monumentennota.

Periode: 1991-

Opmerkingen: De architect voert bij uitvoeringswerkzaamheden overleg met de Rijksbouwmeester, die op zijn beurt de opdracht gevende minister adviseert. Onder monumenten worden ook die gedeelten van gebouwen verstaan, die deel uit hebben gemaakt van de uitvoering van kunstopdrachten volgens het percentageregeling beeldende kunst.

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 11.

121. Handeling: Het (laten) uitvoeren van verbouwings- en inrichtingswerkzaamheden van koninklijke paleizen en daarbij behorende gebouwen.

Nummer RIO: 189

Bron: Art. 2, lid 2 sub c, Besluit Rgd;

Periode:

Opmerkingen:

Anders dan bij de huisvesting van de vakministers het geval is, dient bij het beheer van de paleizen ook roerende goederen betrokken te worden.

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 11.

2.2.3.4 Verhuren en ter beschikking stellen aan derden.

Inleiding

De minister heeft de bevoegdheid panden te verhuren of toestemming te geven voor beschikbaarstelling aan derden voor bijeenkomsten en manifestaties. Indien het pand contractmatig verhuurd wordt, gaat de opbrengst naar de dienst der Domeinen.

Handelingen.

122. Handeling: Het sluiten van verhuurcontracten van panden of delen daarvan.

Nummer RIO: 190

Bron:

Periode: 1989-1998

Beoordeling: V

Termijn: 6 jaar na afloop van het contract.

123. Handeling: Het ter bezichtiging openstellen van panden.

Nummer RIO: 193

Bron:

Periode: 1989.

Opmerkingen: gedacht moet worden aan monumenten, stijlzalen e.d. Hierbij is ook begrepen het heffen van entree e.d.

Beoordeling: V

Termijn: 5 jaar

2.2.4. Huur

124. Handeling: Het sluiten van huurcontracten.

Nummer RIO: 194

Bron: Art. 1, lid 2 sub b, KB van 20 augustus 1952, Stb. 449.

Periode: 1989-1998

Opmerkingen: hierbij wordt ook verstaan inhuring, huurvernieuwing of verlenging, ontbinding van de huur.

Beoordeling: V

Termijn: 6 jaar na afloop van de geldigheid van het contract.

125. Handeling: Het voldoen van financiële verplichtingen volgens de huurcontracten.

Nummer RIO: 195

Bron: Art. 1, lid 3 sub b, KB van 20 augustus 1952, Stb. 449.

Periode: 1989-1998

Beoordeling: V

Termijn: 6 jaar

126. Handeling: Het overleggen met de verhuurder over aan het object te treffen voorzieningen.

Nummer RIO: 196

Bron: Interview.

Periode: 1989-1998

Opmerkingen: Het betreft voorzieningen die, indien het gebouw rijkseigendom was, als onderhoud zouden moeten gelden.

Beoordeling: V

Termijn: 10 jaar

127. Handeling: Het sluiten van huurkoop- of lease-contracten.

Nummer RIO: 198

Bron: Art. 1, lid 2 sub b, KB van 20 augustus 1952, Stb. 449.

Periode: 1989-1998

Opmerkingen:

Er zijn twee vormen van leasing:

- Financial lease, waarbij de economische risico's voor de leaser zijn;

- Operational lease, waarbij de economische risico's voor de lender zijn.

In beide gevallen gaat de eigendom uiteindelijk over naar de leaser.

Lease-contracten kunnen ook tussentijds worden afgekocht met bedragen à fonds perdu, in welk geval er sprake is van een normale koophandeling.

Beoordeling: V

Termijn: 6 jaar na afloop van de geldigheid van het contract.

2.2.5. Huisvestingsprojecten

`Een project is een geheel van samenhangende activiteiten waarbij tussen opdrachtgever en projectverantwoordelijke vooraf afspraken zijn gemaakt over het beoogde resultaat en de beheersaspecten.' Een huisvestingsproject is een reeks van activiteiten waarbij de kosten van verandering van een huisvestingssituatie hoger uitvallen dan een vastgesteld bedrag. Meestal zijn dit intensieve verbouwingen of is het nieuwbouw.

Een project wordt door de Rgd aangestuurd door een projectverantwoordelijke. Aan het project is een tevoren vastgesteld budget gekoppeld. Bovendien is het project vastgesteld na voorafgaand behoeftenonderzoek en is afgesproken wie ten aanzien van dit project als opdrachtgever functioneert. Dat kan de Rgd zijn, maar het is ook mogelijk dat het door een projectmanager wordt uitgevoerd onder toezicht van de Rgd. Dat laatste is zeker het geval als het Rgd-project in een complex van projecten met meer belanghebbenden wordt uitgevoerd. De rgd overlegt in dat geval met `andere initiatiefnemers' en burgemeester en wethouders van gemeenten in een samenwerkingsverband of workshop.

Voor de verdere analyse van een huisvestingsproject, zie bijlage 3.

128. Handeling: Het (doen) realiseren van huisvestingsprojecten.

Nummer RIO: 200

Bron: Art. 2, lid 1, Besluit Rgd

Periode: 1989-1998

-Actor: de vakminister

Handeling: Het met de minister vaststellen van een projectopdracht

Bron:

Periode:

N.B. De vaststelling van de opdracht is geïntegreerd in de met de minister opgestelde huisvestingsplanning via het accountmanagement.

Beoordeling: zie de activiteiten in bijlage III..

129. Handeling: Het (mede) voorbereiden van publiek-private samenwerkingsprojecten op het gebied van huisvesting en kantorenbouw (workshops).

Nummer RIO: 201

Bron: Art. 5, Besluit Rgd, Art. 2,, lid 2d sub 1, Besluit Rgd. Rijkshuisvesting voor morgen, dl. 3.

Opmerkingen: Actuele voorbeelden zijn de Kop van Zuid in Rotterdam en de Resident in Den Haag, waarbij voormalige en nieuwe rijksgebouwen deel van uitmaken.

Periode: 1989-1998

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 6

2.2.6. Bijzondere voorzieningen op basis van speciale regelingen.

De hier beschreven handelingen hebben betrekking op de uitvoering van:

- wettelijke bepalingen of daaraan afgeleide voorschriften bij de verkrijging van bouwvergunningen;

- voorschriften ten aanzien van bijzondere categorieën gebouwen, zoals monumenten en paleizen;

- subsidieregelingen die door verschillende ministers worden toegekend voor het treffen van speciale voorzieningen. Meestal gaat het om het treffen van extra voorzieningen, die zonder deze subsidieregels niet op dit moment zouden zijn uitgevoerd. Zij hebben betrekking op:

*Energiebesparing;

*Milieuzorg;

*Cultuurbehoud;

*Toegankelijkheid voor gehandicapten.

Voor een deel maken deze handelingen deel uit van projecten. De regelingen vinden dan soms fasegewijs plaats tijdens de projectsvoorbereiding. In andere gevallen worden deze handelingen ook in het onderhoud meegenomen.

De minister is hier geen hoofdactor.

130. Handeling: Het opstellen van een plan voor energiebesparing in rijksgebouwen via convenanten tussen de ministeries en de `Rgd.

Nummer RIO: 203

Bron: Kabinetsbesluit juni 1991, Stcrt. 1991, 125.

Periode: 1991-

Opmerkingen: Het programma wordt uitgevoerd door NOVEM, de Rgd en EZ in nauwe samenwerking met alle ministeries.

Beoordeling: V

Termijn: 20 jaar

131. Handeling: Het sluiten van convenanten met de vakminister inzake energiebesparing.

Nummer RIO: 204

Bron:

Periode: 1991-1995.

Opmerkingen: Het zou hier moeten gaan om afzonderlijke convenanten. Algemene energieconvenanten worden door het ministerie van VROM opgesteld in overeenstemming met het ministerie van EZ; zie daarover het institutioneel onderzoek betreffende energiebeleid. Deze convenanten kunnen worden geïntegreerd in de jaarlijks op te stellen accountplannen.

Beoordeling: V

Termijn: vijf jaar na afloop van de geldigheid van het convenant.

132. Handeling: Het opstellen van een milieuzorgprogramma met de vakminister/gebruiker

Nummer RIO: 205

Bron: Nationaal Milieubeleidsplan-plus, actiepunt 152.

Periode: 1989-1998

Opmerkingen: Dit milieuzorgprogramma is o.m. gericht op preventie van bodemverontreiniging, zoals omschreven in de Gedragslijn inzake bodemverontreiniging in staatseigendommen, nr. 12.

Beoordeling: V

Termijn: 20 jaar

133. Handeling: Het in samenwerking met de vakminister/gebruiker inventariseren van mogelijke bodemverontreiniging in de door de vakministers beheerde objecten

Nummer RIO: 206

Bron: Gedragslijn inzake bodemverontreiniging in staatseigendommen, nr. 13.

Periode: 1994-

Opmerkingen:

Deze regel is gebaseerd op het Besluit Verplicht Bodemonderzoek Bedrijfsterreinen en vult het inventarisatiewerk van de provinciale stichtingen Bodemsanering Bedrijfsterreinen (de z.g. BSB-acties) aan.

Beoordeling: V

Termijn: 20 jaar

134. Handeling: Het (laten) verrichten van milieukundig bodemonderzoek op verontreinigde objecten.

Nummer RIO: 207

Bron: Gedragslijn inzake bodemverontreiniging in staatseigendommen

Periode: 1994-

Beoordeling: V

Termijn: 20 jaar

135. Handeling: Het doen uitvoeren van veiligheids- en gezondheidsplannen in rijksgebouwen.

Nummer RIO: 208

Bron: ARBO-wet.

Periode: 1994-

Opmerkingen: Het veiligheids- en gezondheidsplan kan verwerkt worden in nieuwbouwprojecten, maar kan - gesubsidieerd door de minister, belast met Milieubeheer - ook in bestaande projecten worden uitgevoerd. De procedure is als volgt. Na het ontwerp van een Veiligheids- en Gezondheidsplan (V & G-plan) door de rijksbouwmeester wordt overleg gevoerd met de bouworganisatie met wie de minister het contract heeft gesloten. Daarna wordt het plan vastgesteld. Na de aanneming van het werk licht de rijksbouwmeester samen met de uitvoerder van het project de werknemers voor. De rijksbouwmeester ziet erop toe dat op de werkplaats het V & G-plan wordt in acht genomen.

Beoordeling: V

Termijn: 10 jaar

136. Handeling: Het toelaten van milieu-audits bij bouwprojecten.

Nummer RIO: 209

Bron: Kwaliteitsnormen rijkshuisvesting, milieurichtlijnen en preferenties. 1992.

Periode: 1992-

Opmerkingen: Milieu-audits worden uitgevoerd door de Inspecteur Milieuhygiëne in het kader van de convenanten Bedrijfsinterne Milieuzorg. Hierin wordt langs externe weg de milieuvriendelijkheid van het bouwproject getoetst. Hierbij kan worden gedacht aan:

*Aanwending van duurzaam en/of milieuvriendelijk materiaal;

*Vermijding van milieugevaarlijke stoffen (asbest, halonen)

*Vermijding van bodemverontreinigende werkzaamheden (verf, ontgravingen e.d.).

Beoordeling: V

Termijn: 20 jaar

137. Handeling: Het treffen van energiebesparende maatregelen in rijksgebouwen.

Nummer RIO: 210

Bron: De PVR's, Programma EER, Stcrt 1991,125.

Periode: 1992-

Opmerkingen: De minister verricht een haalbaarheidsstudie inzake energiebesparende voorstellen met betrekking tot het desbetreffende rijksgebouw. Bij positieve conclusie wint hij advies in bij de Nederlandse Maatschappij voor Energie en Milieu b.v. NOVEM. Daarna voert hij een Energie Bewakingssysteem (EBS) in, bestaande uit een uit te voeren en aan te besteden bestek, voorschriften en controlewerkzaamheden.

Voor de uitvoering van dit programma is een speciaal speerpuntbudget opgezet.

Beoordeling: V

Termijn: 10 jaar

138. Handeling: Het aanwenden van subsidiegelden voor het doen verbeteren van de toegankelijkheid aan rijksgebouwen voor gehandicapten.

Nummer RIO: 211

Bron: De PVR's, Toegankelijkheidsregeling gebouwen.

Periode:

Opmerkingen: Deze voorzieningen worden gezamenlijk gefinancierd door de minister en de minister belast met Welzijn.

Beoordeling: V

Termijn: 6 jaar

139. Handeling: Het aanwenden van subsidiegelden van de minister belast met Cultuur, voor de conservering en restauratie van roerende monumenten.

Nummer RIO: 212

Bron: De PVR's, Deltaplan cultuurbehoud.

Periode: 1991-

Beoordeling: V

Termijn: 6 jaar

2.2.7. Percentageregeling beeldende kunst.

140. Handeling: Het geven van opdrachten aan kunstenaars voor de uitvoering van kunstwerken aan rijksgebouwen.

Nummer RIO: 214

Bron: Percentageregeling beeldende kunst. 1951

Periode: 1977-

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 11

141. Handeling: Het aan de kunstenaar verzoeken om zijn kunstwerk te verwijderen, te verplaatsen of te doen wijzigen.

Nummer RIO: 216

Bron: Auteurswet. Handboek beeldende kunst 1991.

Periode:

Opmerkingen: Het persoonlijkheidsrecht van de kunstenaar voor een kunstwerk aan een gebouw is een zakelijk recht. Het kunstwerk mag niet zonder toestemming van de kunstenaar worden verwijderd op straffe van een geldboete. De projectmanager dient hiervoor schriftelijk een verzoek bij de kunstenaar in te dienen, die dan instemmingsrecht heeft.

Een en ander kan gebeuren bij renovatie en verbouwing, afstoting van onroerend goed.

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 11

142. Handeling: Het vervreemden van kunstwerken, die in het kader van de percentageregeling zijn vervaardigd.

Nummer RIO: 217

Bron: Handboek beeldende kunst 1991.

Periode:

Opmerkingen: Kunstwerken, die van afgestoten panden afkomstig zijn, en die kunnen worden verplaatst, kunnen in overeenstemming met de gebruiker en kunstenaar in andere panden worden geplaatst. Zij kunnen ook worden overgedragen aan de Rijksdienst Beeldende Kunst. In dat geval moet de waarde van het kunstwerk worden bepaald in overleg met de Dienst der Domeinen.

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 11

2.2.8. Voorlichting.

143. Handeling: Het uitgeven van tijdschriften en periodieke publikaties.

Nummer RIO: 218

Bron:

Periode:

Produkten: Voorbeelden zijn:

- Bestek, Magazine, uitgave van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, verzorgd door de Rijksgebouwendienst. [1990-...]

- Publicatiesheets Rgd. 1995.

- Rgd-prijsindexcijfers.

- Rijkshuisvesting voor morgen. 1991-

- Paasbrief van de Inspecteur Milieuzorg Rijkshuisvestingsdienst. 1991-

Beoordeling: V

De tijdschriften: B.

Selectiecriterium: 6.

144. Handeling: Het geven van persberichten.

Nummer RIO: 219

Bron: Interview

Periode: 1989-1998

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 6.

145. Handeling: Het oprichten van documentatie- en informatiepunten binnen de dienst

Nummer RIO: 220

Bron: Rijksbegroting 1995.

Periode: 1989-1998

Opmerkingen:

Beoordeling: V

Termijn: 6 jaar

146. Handeling: Het houden van voorlichting- en instructiebijeenkomsten.

Nummer RIO: 221

Bron: Produktenboek Rgd, p. 24.

Periode: 1989-1998

Opmerkingen:

Produkt: bijvoorbeeld voorlichtingsdag, onderhoudsinspecties.

Beoordeling: V

Termijn: 5 jaar

147. Actor: de minister

Nummer RIO: 222

Handeling: Het organiseren van manifestaties en tentoonstellingen of het deelnemen daaraan.

Bron: -

Periode: 1945-

Opmerkingen: Het gaat hier om demonstraties van projecten in het kader van de Percentageregeling Beeldende Kunst of ter demonstratie van het eigen architectuur- of bouwbeleid of kantoorinnovatie. Voor een deel valt deze handeling samen met het architectuurbeleid.

Beoordeling:

Financiele en facilitaire bescheiden: V

Termijn: 6 jaar

Catalogi en/of andere beschrijvende publicaties: B.

Beoordelingscriterium: 6

Bijlage I: Bouwactiviteiten in het algemeen

Nadere beschrijving van handeling 35.

Periode 1922-1989.

1. Activiteit: Het maken van afspraken met de vakminister over een nieuw gebouw

Produkt: Contract.

Beoordeling: B.

Selectiecriterium: 6

2. Activiteit: Het beoordelen van bouwlocaties.

Opmerkingen: De regionale directie verzoekt aan de rijksbouwmeester de bouwlocatie te beoordelen. De rijksbouwmeester dient de minister en de contractanten van advies.

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 6

3. Activiteit: Het vaststellen van een program van eisen.

Opmerkingen: Tot 1958 stelde de Rijksbouwmeester het concept op.

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 6

4. Activiteit: Het (doen) opstellen van een voorlopig ontwerp met een voorlopige begroting.

Opmerkingen: Voorstellen aan de vakminister,. De vakminister toetst het voorlopige ontwerp, waarna het wordt vastgesteld. Dit werk kan ook door een particuliere architect worden uitgevoerd.

Produkt: Voorstukken, voorlopige begroting

Beoordeling: V

Termijn: 10 jaar

Product: Voorlopig ontwerp

Beoordeing: B

Selectiecriterium: 6

5. Activiteit: Het (doen) vaststellen van architectonische en constructie-ontwerpen.

Opmerkingen:

Ontwerpproces houdt in:

Ontwerpen door de architect.

Berekenen door de experts.

Tekenen van de bouwtekeningen en de details door de experts. Ontwerpen kunnen worden gemaakt met betrekking tot:

- de gevel en de basisconstructie van de bouw. Afschrijftechnisch is dit ontwerp 60 jaar houdbaar.

- infrastructurele voorzieningen. Afschrijftechnisch is dit ontwerp ca. 20 jaar houdbaar.

Deze afschrijftermijnen wisselden in de jaren 1922-1971 nog al eens op papier.

De minister en de vakminister moeten het definitieve ontwerp goedkeuren. Hierbij kan hij het advies inwinnen van het Adviesbureau.

Produkt: Kladontwerpen en kopieën, met uitzondering van in het bestand aangetroffen schetsontwerpen van de architect.

Beoordeling: V

Termijn: 10 jaar.

Produkt: Schetsontwerpen van de architect, voorontwerpen, definitief ontwerp en de daarbij gesloten adviezen.

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 6

6. Activiteit: Het (doen) vaststellen van infrastructurele ontwerpen.

Opmerkingen:

Het ontwerpproces houdt in: Ontwerpen door de architect. Berekenen door de experts.

Tekenen van de bouwtekeningen en de details door de experts.

Ontwerpen kunnen worden gemaakt met betrekking tot: de ruimtelijke indeling van het gebouw (wanden etc.). De elektrische bedrading, de klimaatbeheersing, de waterleiding, de plaatsing van de verlichting en de installaties, de plafondindeling.

De technische geldigheid van deze tekeningen wordt geschat op ca. 20 jaar. Daarna is als gevolg van veranderingen aan de eisen van de omgeving verandering noodzakelijk. Deze tekeningen zouden dan moeten worden vervangen door revisietekeningen. In de praktijk komt het er vaak op neer dat er wijzigingen op de reeds bestaande tekeningen zijn aangebracht (`overtekenen').Het definitieve ontwerp wordt door de vakminister getoetst.

Het gaat hierbij om de uitvoering van richtlijnen en aanwijzingen, waarvoor reguliere voorzieningen worden besteld en aan technische normen wordt voldaan. Voor specifieke decoratieve voorzieningen in bijzondere gevallen is een aparte handeling opgesteld.

Produkt: tekeningen ruimtelijke indeling van het gebouw (wanden etc.), elektrische bedrading, klimaatbeheersing, verlichting en de installaties, plafondindeling.

Beoordeling: V

Termijn: 6 jaar na wijziging van de tekening of sloop van het gebouw;

eventeel over te dragen bij overdracht van het gebouw aan een nieuwe eigenaar.

Produkt: constructietekeningen en

-berekeningen, waterleidingtekeningen, tekeningen liften

Beoordeling: V

Termijn: Na sloop gebouw.

6a. Activiteit: Het (doen) ontwerpen van representatieve interieurs en daarbij specifiek behorend meubilair.

Producten: Specifieke tekeningen van interieurs of decoratieve modellen van voorwerpen of binnenhuisdetails die specifiek bestemd zijn voor het gebouw.

Beoordeling: B

Selectiecriterium 11

7. Activiteit: Het vaststellen van de kostenraming van het gebouw.

Opmerkingen:

Deze ramingen worden bij het definitief ontwerp gevoegd.

Beoordeling: V

Termijn: 10 jaar

8. Activiteit: Het verkrijgen van bouw- , milieu-, hinderwet- en andere vergunningen.

Opmerkingen: Aanvragen worden gedaan door de afdeling administratie van de afdeling Bouw. Voor de aanvrage van een vergunning is de indiening van het voorlopig ontwerp vereist.

Het gaat om:

*Bouwvergunningen ingevolge de Wet Ruimtelijke Ordening.

*Hinderwetvergunningen of vergunningen ex. art. 4 van het besluit ter voorkoming van brandgevaar van 30 december 1934, Stb. 620.

*Ontheffingen van het verbod tot het gebruik van vuurpotten ingevolge art. 2 van het besluit ter voorkoming van brandgevaar van 30 december 1934, Stb. 620.

Beoordeling: V

Termijn: Te vernietigen na sloop van het gebouw;

Bij overdracht van het gebouw kunnen deze stukken worden overgedragen aan de nieuwe eigenaar.

9. Activiteit: Het aanwijzen van functionarissen die met de bouw worden belast.

Product:, ambtenaren in bouwdirecties, bouwcommissies, projectgroepen e.d.

Beoordeling: V

Termijn:10 jaar

Product: aanwijzig architect

Beoordeling: B.

Selectiecriterium: 6

10. Activiteit: Het aankondigen van de aanbesteding.

Opmerkingen: Bij de aankondiging behoort in de regel het bestek. Dit bestek wordt te koop aangeboden aan de inschrijvers. Het bestek moet worden goedgekeurd door de minister van Financiën.

Produkt Bestek, voorwaarden van aanbesteding, modelcontract.

Beoordeing: B

Selectiecriterium: 6

11. Activiteit: Het selecteren van beeldende kunstenaars.

Opmerkingen:

Uitvoering van de percentageregeling beeldende kunst.

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 6

12. Activiteit: Het sluiten van onderhandse contracten.

Opmerkingen: Het gaat hier om contracten voor kleine werkzaamheden beneden een minimum, waarvoor geen aanbestedingsprocedure is vereist.

Beoordeling: V

Termijn: 6 jaar

13. Activiteit: Het selecteren en uitnodigen van inschrijvers of onderhandelingspartners bij aanbestedingen met voorafgaande selectie, bij onderhandse aanbestedingen of bij onderhandelingsprocedures.

Beoordeling: V

Termijn: 10 jaar

14. Activiteit: Het gunnen van aanbestedingscontracten.

Opmerkingen:

Beoordeling: V

Termijn: 10 jaar

15. Activiteit: Het uitoefenen van toezicht op de uitvoering van de bouw.

Opmerkingen: Het toezicht wordt uitgeoefend door opzichters, die daarvoor door de minister zijn aangesteld. De opzichters worden bijgestaan door de expertise van de afdeling, belast met de constructie en de installaties. Het toetsen van de bouw geschiedt echter vooral op financieel terrein en heeft betrekking op de besteding van de kosten.

Produkt: Declaratieformulieren.

Beoordeling: V

Termijn 10 jaar

Produkt: Bouwverslagen.

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 6

16. Activiteit: Het goedkeuren van afwijkingen van het bestek en de begroting.

Produkt: Staten van meer- en minder werk.

Beoordeling: V

Termijn: 10 jaar.

17. Activiteit: Het in oplevering aanvaarden van het gebouw.

Produkt: Proces-verbaal van oplevering. Hierbij kan beeldmateriaal zijn gevoegd om het resultaat van de bouw te tonen.

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 6

18. Activiteit: Het overdragen van het gebouw aan de gebruiker.

Produkt: Het proces-verbaal bewaren van overdracht

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 6

19. Activiteit: Het eenmalig inrichten van nieuwe huisvesting.

Opmerkingen: Deze activiteit geschiedt afzonderlijk voorzover zij niet reeds in het contract met de marktpartij of projectontwikkelaar is opgenomen.

Beoordeling: V

Termijn: 10 jaar.

Bijlage II: Activititeiten verricht in verband met de uitvoering van een bouwproject

Nadere beschrijving van handeling nr. 35

Periode 1971-1989.

Activiteiten:

Voorfase

20. Activiteit: Het opstellen van een contract met de vakminister.

Opmerkingen: In dit contract wordt het huisvestingsvoorstel geregeld.

Beoordeling: B

Selectiecriterium 6.

21. Activiteit: Het opstellen van het programma van eisen.

Opmerkingen: Programma's van eisen worden door de vakminister aangeleverd. Met de vaststelling van het programma gaat de instelling van het ontwerpteam gepaard.

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 6

22. Activiteit: Het aanstellen van een architect.

Produkt: Aanstellingscontract.

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 6

23. Activiteit: Het opstellen van contracten met projectontwikkelaars.

Opmerkingen: Indien bij de uitvoering van het werk een projectontwikkelaar wordt ingeschakeld, functioneert deze als opdrachtgever en worden de activiteiten door de projectontwikkelaar uitgevoerd. De minister controleert ze dan door in de teams betrokken te zijn. Een goede regeling voor deze situatie ontstaat eerst na de invoering van de Methode Projectmanagement in 1987.

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 6

24. Activiteit: Het aankopen van terreinen.

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 6

Ontwerpfase

25. Handeling: Het opdragen van onderzoekswerkzaamheden ten behoeve van het ontwerp aan ontwerpbureaus.

Produkt: Financiële verplichtingen die voortkomen uit deze opdrachten

Beoordeling: V

Termijn 6 jaar.

Produkt: Rapporten

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 6

26. Activiteit: Het vaststellen van een ontwerp

Bron: Art. Besluit 1952, Stb. 449.

Opmerkingen: Het werk wordt uitgevoerd door een ontwerpteam, bestaande uit de architect, adviseurs en een eventuele kostendeskundige. De leiding van het team berust bij de minister (1986: afdeling Architectuur en Bouwtechniek) Vanaf 1986 wordt het ontwerp via Computer Aided Design opgesteld. De architect stelt een voorlopig ontwerp op. Aan de hand hiervan krijgt de architect aanwijzingen van een der vertegenwoordigers van de ontwerpbureaus. Deze adviseert de architect over constructiewijze, materialen, fundering enz. Het ontwerpbureau verricht de constructieve berekeningen en het daarbij behorende tekenwerk. Daarna stelt de architect het definitieve ontwerp op.

Produkt: Kladontwerpen en kopieën

Beoordeling: V

Termijn: 10 jaar

Product: Voorontwerpen en definitief ontwerp, schetsontwerpen van de architect.

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 6

Product: ontwerpen van representatieve interieurs en daarbij specifiek behorend meubilair

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 6

27. Activiteit: Het opmaken van het bestek en de begroting.

Opmerkingen: Het bestek wordt opgemaakt met advies van de ontwerpbureaus inzake het rekenwerk met betrekking tot de hoeveelheden voor de constructie, het grondwerk en de bemaling.

Het bestek wordt gepubliceerd in de Staatscourant of door de Staatsdrukkerij.

Produkt: Voorstukken

Beoordeling: V.

Termijn: 10 jaar

28. Activiteit: Het goedkeuren van het bestek en begroting.

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 6

29. Activiteit: Het selecteren van beeldende kunstenaars.

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 6

30. Activiteit: Het verkrijgen van bouw- , milieu-, hinderwet- en andere vergunningen.

Opmerkingen: Aanvragen worden gedaan door de afdeling administratie van de afdeling Bouw. Voor de aanvrage van een vergunning is de indiening van het voorlopig ontwerp vereist. Het gaat om:

*Bouwvergunningen ingevolge de Wet Ruimtelijke Ordening.

*Hinderwetvergunningen of vergunningen ex. art. 4 van het besluit ter voorkoming van brandgevaar van 30 december 1934, Stb. 620.

*Ontheffingen van het verbod tot het gebruik van vuurpotten ingevolge art. 2 van het besluit ter voorkoming van brandgevaar van 30 december 1934, Stb. 620.

*Eventuele vergunningen in het kader van de Wet Luchtverontreiniging, de Wet Geluidhinder en de procedures in het kader van de Wet Algemene Bepalingen Milieubeheer.

Beoordeling: V

Termijn: Te vernietigen na sloop van het gebouw;

Bij overdracht van het gebouw kunnen deze stukken worden overgedragen aan de nieuwe eigenaar.

Uitvoeringsfase

31. Activiteit: Het aanbesteden van het werk

Opmerkingen: Bij de uitvoering van de aanbesteding stelt de minister deelbudgetten op. De buiteninspectie adviseert inzake de aanbesteding. en keurt de benoeming van opzichters goed. Het ontwerpbureau verricht de technische en financiële beoordeling van de inschrijvingen van aannemers voor de constructie. De afdeling installatietechniek doet hetzelfde met aannemers van installaties.

Bij de aanbesteding worden de regels gevolgd die zijn vastgelegd in het Besluit Aanbesteding van werken 1973 en het uniform aanbestedingsreglement van 1986.

Beoordeling: V

Te vernietigen na 10 jaar.

32. Activiteit: Het doen uitoefenen van toezicht of het controleren van het verloop van de uitvoering.

Opmerkingen: Bouwactiviteiten worden verricht door het bouwteam of tijdens bouwvergaderingen en werkbesprekingen. De minister toetst de werkzaamheden aan het budget . De minister vergadert met de betrokkenen om de bouw te controleren. (Bouwvergaderingen, stafvergaderingen) Controle geschiedt ook door de afdeling Planalyse en Buiteninspectie van de afdeling Bouw. (De Buiteninspectie functioneert vanaf 1973).

De Buiteninspectie adviseert de architect over de agenda van de bouwvergadering, over de aanstelling van onderaannemers en inspecteert de uitvoering. Hij rapporteert de projectmanager over de voortgang van het werk.

Elementen van de controle kunnen zijn:

- de expertise van de afdeling, belast met de constructie en de installaties

- Het toetsen van de bouw op financieel terrein en van de besteding van de kosten.

De minister stelt in overleg staten van meer- en minder werk vast.

Produkt: Declaratieformulieren

Termijn: 6 jaar

Produkt: Dagboeken, weekverslagen

Termijn: 10 jaar

Produkt: Bouwverslagen, verslagen van besprekingen

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 6

33. Activiteit: Het aanbesteden en sluiten van uitvoeringscontracten.

Beoordeling: V

Termijn: 10 jaar.

34. Activiteit: Het signaleren van oudheidkundige vondsten

Bron: Verzamelde bepalingen, p. 33-34.

Opmerkingen:

Indien bij graafwerk voorwerpen van hoge ouderdom of andere sporen worden ontdekt, dient het bevoegd gezag dat de bouwvergunning heeft verleend daarvan in kennis te worden gesteld. Het graafwerk wordt dan enige tijd gestaakt om archeologen in staat te stellen hun onderzoek te verrichten. Er dienen afspraken te worden gemaakt met de Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek en de Monumentenwet is op de gevonden goederen van toepassing.

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 6

35. Activiteit: Het aanvaarden van de oplevering van het gebouw.

Opmerkingen: De buiteninspecteur vertegenwoordigt de opdrachtgever bij de opneming van het werk bij de eerste oplevering. Hij signaleert de gebreken en controleert de effectiviteit daarvan, en adviseert de minister over herstelwerkzaamheden.

Onder deze controle valt de verplichte toetsing van het beveiligingsmateriaal en de brandblusmiddelen door de burgemeester KB van 30 december 1924, Stb. 620).

Produkt: Inspectierapporten

Beoordeling: V

Termijn 10 jaar.

Produkt: Procesverbaal van oplevering. Beelddocumentatie om de voltooiing te bewijzen. Inspectiedocumentatie ingeval van afwijzing van de oplevering:

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 6

36. Activiteit: Het alloceren van het gebouw

Opmerkingen: Na voltooiing van het bouwproject wordt het gebouw overgedragen aan de vakminister, waarbij de plaatsing van de ambtenaren wordt geregeld.

Produkt: Proces-verbaal van overdracht

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 6

37. Activiteit: Het sluiten van contracten met leveranciers van diensten

Opmerkingen: Gedacht wordt aan openbare nutsbedrijven.

Beoordeling: V

Termijn: 6 jaar.

Bijlage 3: Projectmatig uitgevoerde huisvestingsactiviteiten volgens de methode Projectmanagement 1989

Nadere beschrijving van handeling: 126

Initiatieffase

38. Activiteit: Het formuleren van een huisvestingsprobleem.

Opmerkingen: Het probleem wordt kwantitatief en kwalitatief geformuleerd, in termen van financieel-economische randvoorwaarden, met voorstellen tot financiering. Eventueel worden prestatiespecificaties opgegeven.

Dit onderzoek bevat een massastudie, c.q. structuurplan op locatie, waarmee de financieel-economische en bedrijfsmatige en stedebouwkundige haalbaarheid van het initiatief wordt aangetoond. Er worden basiseisen gesteld op het gebied van ruimtelijke visuele kwaliteit, functionele kwaliteit en technische kwaliteit. Deze eisen hebben betrekking op de locatie, de constructie van het gebouw, de werkruimte, het `element' en het toegepaste materiaal.

Podukt: Programma van eisen van de vakminister, vertaald in een prestatiespecificatie.

Structuurplan, Massastudie op locatie

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 6

39. Activiteit: Het doen van een haalbaarheidsonderzoek.

Opmerkingen: De prestatiespecificaties worden getoetst aan de bestaande voorraad en de beschikbare middelen. De financieringsmogelijkheden worden afgewogen aan de hand van het economisch analysemodel EAA.

Er wordt contact opgenomen met de omgeving; het overleg met de gemeente en met andere eventuele belanghebbende of bevoegde instanties begint.

Podukt: Rapporten en verslagen, met als bijlagen ingekomen adviezen.

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 6

40. Activiteit: Het formuleren van een projectplan.

Opmerkingen: De behoeftendefinitie wordt voorzien van een Indicatief budget investeringskosten IBI waarbij tevens een economische alternatieven analysemodel wordt toegepast om de alternatieven op het gebied van financiering af te wegen.

Produkt: Financieringsvoorstellen: de gemaakte keuze tussen koop, huur of leasing.

Indicatief Budget Investeringskosten IBIK.

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 6

41. Activiteit: Het registreren van goedgekeurde projectopdrachten in een interne voorraadlijst.

Opmerkingen: Produkt: interne voorraadlijst. Opname in het meerjarenplan of op de posterioriteitenlijst. Indien het project in het meerjarenplan is opgenomen, wordt het verder uitgewerkt. In het andere geval wordt er opnieuw naar alternatieven omgezien.

Beoordeling: V

Termijn: tien jaar na de laatste inschrijving.

Definitiefase

In deze fase kunnen verschillende varianten van contacten met externe relaties (projectontwikkelaars) worden gelegd voor de uitvoering van het project.

42. Activiteit: Het aanwijzen van een projectverantwoordelijke.

Produkt: Aanstellingsakte.

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 6

43. Activiteit:Het inventariseren van de noodzakelijke werkzaamheden tot uitvoering van het project.

Opmerkingen: de projectmanager inventariseert de noodzakelijke werkzaamheden van het project door in overleg met de portefeuillemanagers huisvestingsalternatieven te beredeneren. Aldus komt hij tot een definitieve motivatie van de keuze van de beschreven huisvestingsoplossing. Hij stelt een basisprogram van eisen op.

Aan dit program van eisen wordt een Voorlopig (Taakstellend) Budget investeringskosten (VBIK of VTBIK), met een `kasritme' toegevoegd, In dit budget worden ook de kosten verrekend die nodig zijn voor de uitbesteding van de opstelling van het voorontwerp en het bestek.

Het projectplan geeft de resultaten van het project aan in concrete te leveren prestaties. Tevens wordt aangegeven welke directie het project uitvoert, welke normen worden toegepast en wie controleert Ook wordt vastgesteld op welk moment er contracten worden gesloten en hoe de uitvoering daarvan wordt gecontroleerd. Bij de opstelling van het projectplan kan de regionale directeur als adviseur optreden.

Het aldus vastgestelde project wordt voor de meerjarenplanning van de Rgd (MPR) voorgedragen. De Directeur-Generaal beslist of het plan in de MPR wordt opgenomen. Zo niet, dan wordt het gedeponeerd in de voorraadlijst.

Produkt : (beslissingsdocument): projectplan bevattend: een structuurontwerp en een program van eisen.

Beoordeling: V

Termijn: 10 jaar

44. Activiteit: Het opstellen van overeenkomsten met deskundigen als partners in een workshopoverleg.

Opmerkingen: Soms zit het programma verweven in een samenwerkingsverband met particulieren; in dat geval wordt het project gerund door institutionele beleggers. `Als je het proces maar kunt sturen door voorwaarden te stellen'. In dat geval participeert de projectmanager in het workshopoverleg. De programma's van eisen, de ontwerpen en de budgets worden nu door de minister getoetst; elk binnengekomen stuk wordt, voordat ze wordt vastgesteld door het overleg, door een deskundige van de minister van een toetsingsrapport voorzien.

Produkten: Prestatiecontract met prestatiespecificatie; Convenanten met institutionele beleggers.

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 6

45. Activiteit: Het uitbesteden van een project aan een projectontwikkelaar.

Produkt: Prestatiecontract.

Opmerkingen: Indien besloten wordt om met een particuliere projectontwikkelaar in zee te gaan, wordt eerst een contract met de wederpartij gesloten. Beide contractanten wijzen een contactpersoon aan. De Rgd-projectverantwoordelijke wordt bijgestaan door een team van adviseurs per fase van het proces en per aspect van het te realiseren gebouw. De aanbieder zal een vergelijkbare organisatie opleveren.

Kenmerk van dit soort contracten is, dat zij niet worden opgesteld op basis van een bestek (die wordt eerst in de uitwerkingsfase door de projectontwikkelaar opgesteld) .Wel worden in de definitiefase de activiteiten vastgelegd die in de volgende fasen zullen worden uitgevoerd.

Beoordeling: V

Termijn: 10 jaar

46. Activiteit: Het (laten) verrichten van onderzoek.

Opmerkingen:

Voor contracten met deskundigen worden soms speciale kredieten vrijgemaakt, die vooruitlopen op mogelijke contracten.

Produkten: Stedebouwkundig plan, structuurplan, metingen en regelingen; Locatiestudie, massastudie, Rapport voor het verkennend bodemonderzoek.

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 6

47. Activiteit: Het voorselecteren van projectontwikkelaars.

Opmerkingen: Projectontwikkelaars zijn te onderscheiden in drie groepen, waaruit de minister een keuze moet maken:

*projectontwikkelaar-aannemers;

*projectontwikkelaar-beleggers

*projectontwikkelaars-managers (pur-sang)

Beoordeling: V

Termijn 10 jaar

48. Activiteit: Het uitnodigen tot inschrijving voor een uit te voeren werk.

Grondslag: Het ontwerp van het desbetreffende projectplan.

Opmerkingen: Voor de uitnodiging is een model-offerte-aanvraag ontwikkeld, waarin beschreven wordt:

*de procedurele bepalingen

*opgave van door de rgd gestelde kwaliteitseisen en -specificaties

*model-overeenkomsten , bijvoorbeeld standaard huurvoorwaarden of uitsplitsing investeringskosten en stichtingskosten.

*lijst van te vragen gegevens

*prestatie-specificaties, met de daarin opgegeven kostengroepen.

*de resultaten van reeds verrichte onderzoekingen ten aanzien van de bodem, het bouwterrein, locatiestudies en massastudies

*planningsspecificaties, zoals data beschikbaarheid bouwterrein, oplevering e.d.

De offerte-aanvraag moet zo geformuleerd zijn dat het inwinnen van aanvullende inlichtingen niet meer nodig is. In voorkomende gevallen dient de rgd alternatieve offerte-aanvragen in (op basis van huur of eigen stichtingsfinanciering), waaruit ze na ontvangst een keuze maakt.

De rgd verwacht van de intekenaar dat hij met voorstellen en oplossingen komt.

In de offerte-aanvraag wordt ook aangegeven wat de rgd van de partner aan gegevens verwacht.

Produkt: Offerte-aanvraag.

Beoordeling: V

Termijn 10 jaar

49. Activiteit: Het uitwerken van het projectplan.

Opmerkingen:

De inhoud van het projectplan kan geïntegreerd worden in de samenwerkingsovereenkomst met een particuliere projectontwikkelaar.

Beoordeling: V

Termijn 10 jaar

50. Activiteit: Het (laten) verrichten van onderzoek ten behoeve van het projectplan.

Opmerkingen:

De studies hebben betrekking op de randvoorwaarden die niet in het program van eisen passen, zoals

*Architectonische en ruimtelijke plankwaliteit: bereikbaarheid, doelmatigheid van de routing, historische context e.d.

*Bouwfysische aspecten, zoals luchtkwaliteit, stand op de zon, ergonomische consequenties.

Deze studies kunnen vanaf 1994 worden getoetst aan de hand van de Real Estate Norm.

Produkt: Financiële stukken

Beoordeling: V

Termijn 6 jaar.

Produkt: Structuurontwerpen, massastudie en functionele plattegrond.

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 6

51. Activiteit: Het sluiten van raamcontracten voor de realisatie van het project.

Opmerkingen: In de contracten zijn de elementen van het projectplan opgenomen. Een van die elementen geeft aan welke deelcontracten er met de ontwikkelaar of met derden dienen te worden gesloten.

Produkt: Samenwerkingsovereenkomst.

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 6

52. Activiteit: Het (laten) voeren van overleg met de contractpartner van de contractant.

Opmerkingen: Dit overleg wordt meestal door de dan aangestelde projectverantwoordelijke gevoerd

Produkt: Overlegverslagen, correspondentie.

Beoordeling: V

Termijn 10 jaar

53. Activiteit: Het beoordelen van het projectplan van de projectontwikkelaar.

Opmerkingen: De opstelling van het plan is een uitwerking van aanwijzingen in de samenwerkingsovereenkomst.

Het plan wordt in subfasen door de projectontwikkelaar ingediend en door de rgd beoordeeld op basis van de overeengekomen prestaties. Eventueel stellen beide partijen afwijkingen ten aanzien van het referentiekader vast. De Rgd stelt tijdens dit en volgend overleg een lijst van overeengekomen programma-afwijkingen vast.

Het projectplan kan een wijziging in het projectvoorstel bevallen, omdat dan de projectontwikkelaar zelf een alternatief plan heeft aangeboden. Voor het overige wordt het plan beoordeeld door een team, bestaande uit de regionale bouwkundige en een regionaal technisch adviseur op het gebied van bouwfysica. Hierbij wordt de architectonisch-stedebouwkundige plankwaliteit in acht genomen, terwijl het plan verder wordt beoordeeld op efficiency, toegankelijkheid e.d., omgevingslawaai, lichtval, mogelijkheden voor installaties e.d.

Produkt: Commentaren op concept-deelplannen berekeningen.

Beschikking inzake het projectplan

Beoordeling: V

Termijn 10 jaar

54. Activiteit: Het registreren van de gewenste rapportage bij de uitvoering van contracten.

Opmerking: De basisgegevens worden verwerkt in het registratiesysteem BRS. Dit blijft bewaard.

Produkt: Checklisten.

Beoordeling: V

Termijn 10 jaar

ontwerpfase

55. Activiteit: Het opstellen van het uitwerkingsplan van het project.

Opmerkingen: De voorgeschreven detailwerkzaamheden van het team bestaan uit:

- vaststelling van het gedetailleerde programma van eisen. Dit programma wordt in beginsel door de vakminister opgesteld, de Rgd treedt als adviseur op;

- vaststelling van het voorlopig ontwerp door de architect;

- uitvoering van het reken- en tekenwerk van de constructie;

- uitvoering van het reken- en tekenwerk van de infrastructurele voorzieningen;

- vaststelling van het Definitief Taakstellend Budget Investeringskosten (DTBIK), dat in beginsel binnen het normatief bepaalde volume van het VTBIK blijft;

- Vaststelling definitief ontwerp;

- Opstelling begroting.

Tevens wordt vastgesteld welke werkzaamheden er moeten worden uitgevoerd om aan de voorwaarden van de verschillende vergunningen te voldoen.

Het uitwerkingsplan wordt opgesteld door het ontwerpteam. Het uitwerkingsplan wordt in de meerjarenplanning van de Rgd gepresenteerd en verwerkt.

Beoordeling: V

Termijn: 10 jaar

56. Activiteit: Het vaststellen van het bestek.

Opmerkingen: Het bestek bevat:

- (eventueel gemuteerde) prestatie-eisen waarop aangegeven de te realiseren kwaliteit;

- technische oplossingen om aan de te realiseren kwaliteit van het gebouw te voldoen.

Eventueel bevat het bestek een voorwaarde voor het voeren van overleg over de realisatie van de prestatie-eisen.

De opstelling van een uitvoeringsplan en de verkrijging van het daarvoor bestemde krediet.

Het bestek wordt door degene aan wie het project is toegewezen, opgesteld.

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 6

57. Activiteit: het (doen)opstellen van voorlopige ontwerpen.

Opmerkingen: tussen voorlopig ontwerp en definitief ontwerp worden soms verschillende tussenstadia geproduceerd.

Het voorlopig ontwerp bevat ten minste de volgende te toetsen elementen:

*Bouwtechnische eisen: rapportage over algemene efficiency (routing), functionaliteit van de indeling, gebouwindelingsmogelijkheden (nuttig vloeroppervlak), interne en externe flexibiliteit bij eventueel hergebruik, de deugdelijkheid van de constructie.

*Installatietechnische eisen van liften en transport, klimaat, elektriciteit en telematica: rapporten over de infrastructurele opzet, een integrale parameterstudie over de klimaatbeheersing, en capaciteitsindicaties over het energieverbruik.

*Eisen ten aanzien van de beveiligbaarheid van het gebouw.

*Bouwfysische eisen: rapportages over de afstemming tussen gebouwen en installaties, knelpunten bij beheersing van het geluid, andere noodzakelijkheden voor isolatie, beperkingen en mogelijkheden van arbeidsomstandigheden op de werkplek.

Al deze zaken worden in overleg door het team nader besproken.

Produkt: Kladontwerpen en kopieën

Beoordeling: V

Termijn: 10 jaar

Product: schetsontwerpen van de architect.

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 6

58. Activiteit: het (doen)opstellen van definitieve ontwerpen inzake de architectuur, de constructie en de gevels.

Opmerkingen: Tijdens de totstandkoming van het ontwerp vinden de volgende processen plaats:

*Interdisciplinaire inhoudelijke afstemming van de verschillende ontwerpen

*Bouwkundige eisen: rapporten over de realisering van het ruimteprogramma op de werkplek, beredenering van mogelijkheden en beperkingen van flexibel gebruik van het casco; afwerkingen van ruimtebegrenzende vlakken; vaste bouwkundige voorzieningen ten behoeve van de installaties;

*De berekeningen en tekeningen van alle ontwerpen uit het voorontwerp en de detailuitwerking daarvan.

Al deze zaken worden in overleg door het team nader besproken.

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 6

59. Activiteit: het (doen)opstellen van definitieve ontwerpen inzake de infrastructurele voorzieningen.

Opmerkingen: Tijdens de totstandkoming van het ontwerp worden tenminste de volgende elementen getoetst:

*Interdisciplinaire inhoudelijke afstemming van de verschillende ontwerpen;

*Bouwkundige eisen: rapporten over de realisering van het ruimteprogramma op de werkplek, beredenering van mogelijkheden en beperkingen van flexibel gebruik van het casco; afwerkingen van ruimtebegrenzende vlakken; vaste bouwkundige voorzieningen ten behoeve van de installaties;

*De berekeningen en tekeningen van alle ontwerpen uit het voorontwerp en de detailuitwerking daarvan.

Al deze zaken worden in overleg door het team nader besproken.

Produkt: tekeningen ruimtelijke indeling van het gebouw (wanden etc.), elektrische bedrading, klimaatbeheersing, verlichting en de installaties, plafondindeling

Beoordeling: V

Termijn: 6 jaar na wijziging van de tekening of sloop van het gebouw;

eventeel over te dragen bij overdracht van het gebouw aan een nieuwe eigenaar.

Produkt: constructietekeningen en

-berekeningen, waterleidingtekeningen, tekeningen liften.

Beoordeling: V

Termijn: Na sloop gebouw.

Product: ontwerpen van bij het gebouw behorende representatieve interieurs en daarbij specifiek behorend meubilair.

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 6

60. Activiteit: Het aanvragen van bouw- , milieu-, hinderwet- en andere vergunningen aan de burgemeester van een gemeente.

Opmerkingen: De formele aanvraag van vergunningen kan eerst geschieden naar aanleiding van het voorlopig ontwerp. Voor de aanvrage heeft de Wet op de Ruimtelijke Ordening regels en procedures vastgesteld. Opvragen.

Beoordeling: V

Termijn: 6 jaar na sloop van het gebouw

Bij overdracht van het gebouw kunnen deze stukken worden overgedragen aan de nieuwe eigenaar.

61. Activiteit: Het beoordelen van het uitwerkingsplan van het project.

Opmerkingen: De projectmanager van de aanbieder stuurt zijn team van ontwerpers en adviseurs aan. De beoordeling van de ontwerpen geschiedt door het team van de Rgd-projectverantwoordelijke namens de minister. Dit team bestaat uit de klant-vertegenwoordiger, een technisch-inhoudelijke coördinator en het bureau Rijksbouwmeester, soms ondersteund door technisch-specialistische adviseurs.

De rgd-projectverantwoordelijke becommentarieert de werkzaamheden van de projectontwikkelaar met een beoordelingsrapport, waarin hij per bouwdiscipline de voortgang en de resultaten bespreekt.

Beoordeling: V

Termijn: 10 jaar

uitwerkingsfase

62. Activiteit: Het sluiten van deelcontracten

Opmerkingen: De deelcontracten zijn vooraf beschreven in het projectplan of in de samenwerkingsovereenkomst met de projectontwikkelaar. De wijze van totstandkoming van de deelcontracten is in de stukken geregeld en geschiedt volgens de EU-richtlijnen inzake de aanbesteding van werken.

Beoordeling: V

Termijn: 6 jaar na beëindiging van het contract.

63. Activiteit: Het toetsen van deelcontracten van de projectontwikkelaar.

Beoordeling: V

Termijn: 6 jaar na beëindiging van het contract.

64. Activiteit: Het doen overdragen van bouwterrein aan externe financiers.

Opmerkingen: Afhankelijk van de financieringsvorm kan het voorkomen dat het bebouwde terrein door het rijk aan de financier wordt overgedragen, omdat het project extern is gefinancierd en het rijk de ruimte zal gaan leasen of huren.

De overdracht wordt geregeld door de dienst der Domeinen van het ministerie van Financiën.

Beoordeling: V

Termijn: 30 jaar.

65. Activiteit: Het aanstellen van een projectinspecteur

Opmerkingen: De projectinspecteur wordt bijgestaan door de technisch-inhoudelijke coördinator. Eventueel vraagt hij ondersteuning aan Rgd deskundigen en -specialisten. De inspecteur neemt deel aan bouw- en werkvergaderingen van de opdracht gevende aanvrager.

Indien het project door de Rgd zelf wordt uitgevoerd, is de normale inspectieprocedure van toepassing.

Bij het toezicht kunnen betrokken zijn:

*Medewerkers van de afdeling Ontwerp en Techniek of regionale medewerkers in die discipline;

*Architecten in dienst van de rijksbouwmeester, eventueel werkzaam in deeldisciplines;

*Beveiligingscoördinatoren binnen de Rgd en bij de vakminister.

Beoordeling: V

Termijn: 10 jaar

66. Activiteit: Het (doen) bijwonen van bouwvergaderingen.

Opmerkingen: De bouwvergaderingen worden periodiek gehouden door de opdrachtgever. De Rgd zal vooral in bouwvergaderingen participeren als hij eigenaar van het gebouw is. Wat de rol van de rgd in deze vergaderingen dient te zijn, is contractueel vastgelegd.

Beoordeling: V

Termijn: 10 jaar

67. Activiteit: Het beoordelen van uitvoeringsstukken.

Opmerkingen: hiermee worden werktekeningen bedoeld. Deze zijn alleen van belang voorzover zij ter bevestiging dienen van een wijzigingsalternatief. In de regel is de rgd niet bij de opstelling van werktekeningen betrokken.

Stelposten zijn voorlopige berekeningen van de uitvoering van het werk.

Staten van meer- en minderwerk.

Beoordeling: V

Termijn: 10 jaar

68. Activiteit: Het verwerken van wijzigingen in wet- en regelgeving in het plan.

Beoordeling: V

Termijn; 10 jaar

69. Activiteit: Het in oplevering aanvaarden van het voltooide werk.

Opmerkingen: Aanvaarding van het voltooide werk geldt als afsluiting van het project. Hierbij zijn de volgende procedures relevant:. Het overdragen van de werkzaamheden van de rijksarchitect en de directie ontwerp en techniek aan de regionale directies, die belast zijn met de zorg voor het onderhoud.

Produkt: De eindafrekening met de contractant. In het contract is opgenomen hoe zal worden gehandeld bij gebreken

Beoordeling: V

Termijn: 6 jaar

Produkt: De beoordeling van de afwerking, het nazorgplan (voor beoordeling van het gebouw in de gebruiksfase.)

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 6

70. Activiteit: Het aankopen van het bebouwde terrein.

Opmerkingen: Afhankelijk van de financieringsvorm kan het voorkomen dat het bebouwde terrein door het rijk wordt aangekocht, omdat het gebouw volledig door het rijk is gefinancierd.

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 6

71. Activiteit: Het afsluiten van een lease-contract met de institutionele belegger.

Opmerkingen: Met deze activiteit wordt een project afgesloten dat door een institutionele belegger met de minister als mede-opdrachtgever is uitgevoerd.

Aan deze activiteit gaat de uitwerking van het project vooraf, waarvan de activiteiten door de minister worden getoetst. De rijksbouwmeester en de technische adviseurs toetsen periodiek de resultaten.

Beoordeling: V

Termijn: vijf jaar na afloop van de geldigheid van het contract.

72. Activiteit: Het overdragen van de huisvestingsruimte aan de gebruikers.

Opmerkingen: Met deze activiteit gaat gepaard:

*het sluiten van een gebruikersovereenkomst;

*het opstellen van een beheersplan voor het gebouw.

*het opstellen van een indelingsplan en een plan van plaatsing van de ambtenaren.

*de vervaardiging van afbeeldingen van het opgeleverde pand (foto's en dia's) als bewijsmateriaal.

De vakminister accepteert de huisvesting:

• De acceptatie geschiedt in twee fasen:

- Het beoordelen van de acceptatiebescheiden. Dit zijn de keuringsrapporten van de aangetroffen voorzieningen door derden volgens de daartoe gestelde voorschriften (brandblusmiddelen, transportinstallaties, telefoon e.d.)

- De gebouwinspectie door de gebruiker. Eventueel worden metingen verricht door een onafhankelijke derde.

- Overdracht van de stukken, te toetsen op volledigheid. Bij geconstateerde mankementen wordt door de gebruiker een rapport opgesteld, die de rgd aan de projectontwikkelaar verstrekt.

Nadat deze gebreken zijn verholpen, volgt een tweede acceptatietraject en een en ander nogmaals te kunnen beoordelen. Beelddocumentatie van het opgeleverde pand: (gegevens worden tegenwoordig gekoppeld aan BRS)

Produkt: Acceptatie-checklist en controlelijsten van de instrumenten, beheersplan en indelingsplan

Beoordeling: V

Termijn: 10 jaar

Produkt: Gebruikersovereenkomst

Beoordeling; V

Termijn: 6 jaar na verval overeenkomst,

Produkt: Acceptatierapport, proces-verbaal van oplevering

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 6

73. Activiteit: Het eenmalig aankopen van meubilair in de nieuwe huisvesting.

Opmerkingen: Deze activiteit geschiedt afzonderlijk voorzover zij niet reeds in het contract met de marktpartij of projectontwikkelaar is opgenomen.

Beoordeling: V

Termijn: 6 jaar

74. Activiteit: Het evalueren van het project.

Opmerkingen:

Produkt: Evaluatierapport.

Revisietekeningen. Deze hebben vooral betrekking op infrastructurele voorzieningen.

Beoordeling: B

Selectiecriterium: 6

Verklarende lijst van enkele termen

- Adviesplicht

Wettelijke verplichting van een subsidiegever van het rijk om bij de ondersteuning van de financiering van gebouwen deskundig advies te vragen bij de Rgd om de comptabele controle mogelijk te maken.

- Actor

Wettelijk verantwoordelijk bestuursorgaan. Dit orgaan is volgens de wet - of de daaruit voortvloeiende regels - tot handelen bevoegd en wordt ook als archiefvormer beschouwd. Interne mandaten van ministers aan ambtenaren als gevolg van opdrachten (bijvoorbeeld het toekennen van tekeningsbevoegdheid) worden dus niet in het onderzoek betrokken.

- BSD

Basisselectiedocument: selectiedocument in de zin van art. 2 Archiefbesluit, waarin wordt aangegeven van welke in dit document aangegeven handelingen (processen) van een actor de bestanden al dan niet voor blijvende bewaring in een openbare archiefbewaarplaats in aanmerking komen.

- Comptabiliteit

Rechtmatige controleerbaarheid van het financieel beheer van een overheidsinstelling. Voor het rijk geldt hiervoor de Comptabiliteitswet.

- Institutioneel onderzoek

Inventariserend onderzoek van PIVOT naar de handelingen van organen op een bepaald beleidsterrein.

- De minister:

bedoeld is: de minister van VROM en zijn onderafdelingen als actor in een beleidsterrein. Tijdens het onderzoek en de opstelling van een selectiedocument wordt de minister aangewezen als wettelijk verantwoordelijke archiefvormer.

In dit verband dient te worden opgemerkt dat de Rijksbouwmeester, aan wie in gevolge het Besluit Rijksgebouwendienst 1989 een aantal taken zijn opgedragen, niet als afzonderlijke actor optreedt.

- Project

in bouwtermen: een ter wille een specifieke werkzaamheid van de Rgd in het leven geroepen organisatie, waarbinnen structureel overleg wordt gevoegd. Bij dit overleg is o.m. het ministerie van Financiën betrokken, die comptabele controle verricht op de uitvoering.

Na 1989 is elke specifieke werkzaamheid van de Rgd ter verandering van de huisvesting omschreven als een vast omschreven proces volgens de Methode Project Management.

- Rechtsvoorganger:

de voorganger van het ministerie van VROM, t.w. het Ministerie van Financiën.

de voorganger van de Rgd t.w. de Rijksbouwkundige voor het departement van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen en de bouwdiensten van de ministeries van Justitie en Waterstaat. (1875-1922).

- RIO

Rapport institutioneel onderzoek of inventaris van in een context omschreven handelingen, waarnaar dit BSD verwijst.

1 Een onderzoek naar het architectuurbeleid als zodanig vindt plaats in het kader van het beleidsterrein Volkshuisvesting, waarvan de bouwnijverheid een niet af te bakenen onderdeel is.

Naar boven