Wijziging Regeling nadere regels zorgaanspraken AWBZ

14 juni 2001

Z/VU-2184054

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

Gelet op artikel 28, eerste lid, van het Besluit zorgaanspraken bijzondere ziektekostenverzekering,

Besluit:

Artikel I

De Regeling nadere regels zorgaanspraken AWBZ1 wordt als volgt gewijzigd:

A. In artikel 36, eerste lid, wordt:

` - geboren in het vierde kalenderjaar, voorafgaande aan het lopende kalenderjaar: gecombineerd Difterie-, Tetanus-, Polio-vaccin;' vervangen door: - geboren in het vierde kalenderjaar, voorafgaande aan het lopende kalenderjaar: gecombineerd Difterie-, Tetanus-, Polio-vaccin alsmede acellulair Kinkhoest-vaccin;.

B. Artikel 46 komt te luiden:

Artikel 46

In afwijking van artikel 36, eerste lid, wordt het acellulair Kinkhoest-vaccin voor het eerst toegediend bij verzekerden die op of na 1 januari 1998 zijn geboren.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2001.

De Minister voornoemd,
E. Borst-Eilers.

Toelichting

1. Achtergrond regeling

Met de onderhavige regeling is het acellulair kinkhoestvaccin voor vierjarigen als aanspraak geregeld.

Naar aanleiding van een epidemie van kinkhoest die zich, hoewel veel patiënten gevaccineerd waren, voordeed in 1996 en 1997, heeft de Gezondheidsraad in 1997 een advies uitgebracht, waarin mogelijke verklaringen van deze epidemie werden besproken. Dit advies heeft geleid tot een betere waarborg van de kwaliteit van het huidige cellulaire kinkhoestvaccin. Daarnaast is onderzoek verricht door het Rijksinstituut voor volksgezondheid en milieu onder andere naar de waarde van revaccinatie op vierjarige leeftijd met het zogenaamde acellulair kinkhoestvaccin. Mede op basis van dit onderzoek heeft de Gezondheidsraad in juni 2000 een tweede advies uitgebracht, waarin zij revaccinatie tegen kinkhoest met het acellulair kinkhoestvaccin op de leeftijd van vier jaar aanbeveelt. De Gezondheidsraad is van mening dat het huidige vaccinatieprogramma tegen kinkhoest onvoldoende bescherming biedt en dat revaccinatie een belangrijk effect heeft op het vóórkomen van de ziekte. De Raad acht het dan ook noodzakelijk dat zo spoedig mogelijk tot hervaccinatie wordt overgegaan. Dit advies van de Gezondheidsraad heb ik overgenomen. Daartoe dient de onderhavige regeling.

2. Aanspraak

Per 1 juli 2001 wordt de aanspraak op het acellulair kinkhoestvaccin, voor kinderen geboren in het vierde kalenderjaar voorafgaand aan het lopende kalenderjaar, vastgelegd in artikel 36, eerste lid.

Het accellulaire kinkhoestvaccin wordt als aparte prik toegediend gelijktijdig met de vijfde DTP vaccinatie. Gewerkt wordt nog aan een gecombineerd DTP-acellulair kinkhoestvaccin, zowel voor kinderen in het eerste als het vierde levensjaar. Zodra dit gecombineerd vaccin beschikbaar is, zal de regeling op dit punt worden gewijzigd.

3. Overgangsbepaling

In artikel 46 (oud), was, bij de invoering van het Haemophilus influenzae type b-vaccin in het vaccinatieprogramma, geregeld, dat daarvoor slechts verzekerden in aanmerking kwamen geboren op of na 1 januari 1993. Deze bepaling is inmiddels uitgewerkt. In het met de onderhavige regeling vastgestelde artikel 46 (nieuw), is bepaald dat de aanspraak op het acellulair kinkhoestvaccin bestaat voor kinderen geboren in het vierde kalenderjaar voorafgaand aan het lopende kalenderjaar, met dien verstande dat de aanspraak geldt voor kinderen geboren op of na 1 januari 1998.

Gekozen is voor vaccinatie vanaf cohort 1998, omdat dit het eerste cohort is waarbij bij een start op 1 juli 2001 zonder veel herhalingsoproepen alle kinderen gevaccineerd kunnen worden. Het grootste deel van de kinderen geboren in het jaar 1997, heeft op 1 juli 2001 de vijfde DTP vaccinatie reeds ontvangen. Omdat het veel inspanning vraagt om deze kinderen nogmaals op te roepen, heb ik besloten tot inenting van verzekerden geboren op of na 1 januari 1998. Wel zullen kinderen die geboren zijn in 1998 en die reeds vóór de leeftijd van 3,5 jaar voor het vijfde consult op het consultatiebureau zijn geweest, opnieuw opgeroepen en gevaccineerd moeten worden.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers.

1 Laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 30 november 2000, Z/VU-2129868 (Stcrt. 235).

Naar boven