21 mei 2001
DGRLD/NLA/01.540288
Directoraat-Generaal Rijksluchtvaartdienst
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
Gelezen het verzoek van de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
van 20 april 2001 om sluiting van het luchtruim voor burgerluchtverkeer op
21 april 2001 vanwege het verspreidingsgevaar van mond- en klauwzeer;
Gelet op artikel 5.10, eerste lid van de Wet luchtvaart;
Besluit:
Artikel 1
Teneinde verdere verspreiding van de uiterst besmettelijke ziekte mond-
en klauwzeer te voorkomen wordt in het gebied gelegen binnen een cirkel met
een straal van 10 kilometer beschreven om het geografische punt
- 53°22'32” NB en 006°07'37” OL (Anjum)
- 53°19'50” NB en 006°06'20” OL (Ee)
- 52°13'30” NB en 005°57'25” OL (Apeldoorn)
tijdens de daglichtperiode op 21 april 2001 het uitoefenen van het burgerluchtverkeer
verboden vanaf de grond tot en met 2000 voet, met dien verstande dat het luchtverkeer
van op of naar vliegveld Teuge na 08.00 uur plaatselijke tijd niet is toegestaan.
Artikel 2
Het verbod, genoemd in artikel 1, geldt niet na verkregen toestemming
van het Crisisteam mond- en klauwzeer van het Ministerie van LNV of de burgemeester
van de betreffende gemeente
a. voor vluchten uitgevoerd door of in opdracht van de Politie Luchtvaartdienst
van het Korps Landelijke Politiediensten;
b. voor hefschroefvliegtuigen ten behoeve van het vervoer van traumateams;
c. voor SAR-vluchten uitgevoerd door de Koninklijke Luchtmacht.
Artikel 3
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening
van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot het moment
van bekendstelling via de Notice to Airmen (NOTAM).
Artikel 4
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling tijdelijke sluiting luchtruim
MKZ Anjum III, Ee IV en Apeldoorn II.