Besluit PDV vervoedering bepaalde grasproducten 2000-II

De voorzitter van het Productschap Diervoeder heeft, gelet op de artikelen 8:8, 8:9 en 8:10 van de Verordening PDV diervoeders 1998, namens het bestuur op 13 mei 2000 het volgende besluit vastgesteld.

Artikel 1

Dit besluit neemt over de terminologie van de Verordening PDV diervoeders 1998.

Artikel 2

Het is de ondernemer verboden vers gras, alsmede vanaf 12 mei 2000 gedroogd gras en grassilage in het verkeer te brengen en te vervoederen, die besmet kunnen zijn met verbrandingsresten van een chemische afvalverwerkingsinstallatie.

Artikel 3

Het in artikel 2 bedoelde verbod heeft betrekking op gras en grasproducten in het gebied dat als volgt wordt begrensd:

vanaf het industrieterrein ‘de Haven’ in Drachten (gemeente Smallingerland) in een rechte lijn naar de noordkant van De Wilgen (gemeente Smallingerland), vervolgens langs de Drachterhaewei naar De Veenhoop (gemeente Smallingerland), vervolgens in een rechte lijn naar de noordkant van Scharnegoutum (gemeente Wymbritseradeel), vervolgens in een rechte lijn naar de oostrand van Wommels (gemeente Littenseradeel), vervolgens in een rechte lijn naar de zuidkant van Oosterlitten (gemeente Littenseradeel), vervolgens in een rechte lijn naar de zuidkant van Oudega (gemeente Smallingerland), vervolgens in een rechte lijn naar het industrieterrein ‘de Haven’ in Drachten (gemeente Smallingerland), een en ander als aangegeven op kaarten die ter inzage liggen in de gemeentehuizen te Drachten, Grouw en Wommels.

Artikel 4

Dit besluit vervangt het Besluit PDV verbod vervoedering bepaalde grasproducten 2000.

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking met ingang van 12 mei 2000 om 24.00 uur en wordt in de Staatscourant en het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie geplaatst.

Artikel 6

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit PDV vervoedering bepaalde grasproducten 2000 - II

Toelichting

Door de brand in de ochtend van 12 mei 2000 bij de chemische afvalverwerkingsinstallatie ATF te Drachten zijn verontreinigende stoffen vrijgekomen en roet en verbrandingsresten op de bodem terechtgekomen. Het RIVM onderzoekt momenteel aard en omvang van de verontreiniging, waarvan de definitieve uitslag minstens een week op zich zal laten wachten.

De Verordening PDV diervoeders 1998 voorziet in het treffen van spoedmaatregelen. Onderhavig besluit betreft het verbod aan de ondernemer in het in dit besluit bedoelde gebied om gedroogd gras en grassilage in het verkeer te brengen en te vervoederen in verband met mogelijke besmettingen van verbrandingsresten van een chemische afvalverwerkingsinstallatie.

Namens het bestuur,
de voorzitter,
J.H.M. Kienhuis.