Vergunning voor houden rondvluchten

Tulip Air

6 april 2000

Nr. VI/L 00.310377

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelezen het verzoek van Tulip Air d.d. 31 maart 2000;

Gelet op artikel 16b Luchtvaartwet;

Besluit:

Artikel 1

Aan Tulip Air te Rotterdam wordt tot 1 februari 2005 een vergunning verleend voor het houden van rondvluchten met luchtvaartuigen voorzien van de kenmerken PH-TWY en PH-JNP overeenkomstig het bepaalde in de volgende artikelen.

Artikel 2

De houder van de vergunning is gerechtigd rondvluchten te houden vanaf het luchtvaartterrein Rotterdam.

Artikel 3

1. De in artikel 2 genoemde vluchten mogen slechts worden uitgevoerd met luchtvaartuigen waarvan de maximale startmassa niet meer bedraagt dan 5700 kg.

2. De te gebruiken luchtvaartuigen dienen ingeschreven te zijn in het Nederlandse luchtvaartuigregister.

Artikel 4

De vergunning kan op verzoek van de houder worden verlengd. De vergunning komt niet voor verlenging in aanmerking indien een van de in artikel 16b, derde lid, van de Luchtvaartwet genoemde omstandigheden zich voordoet.

Artikel 5

De Directeur-Generaal van de Rijksluchtvaartdienst kan eisen dat de door de vergunninghouder vast te stellen tarieven door hem worden goedgekeurd.

Artikel 6

De vergunninghouder dient adequaat verzekerd te zijn:

a. tegen de aansprakelijkheid met betrekking tot de vervoerde passagiers en goederen overeenkomstig hetgeen bij en krachtens verdrag daarover is bepaald;

b. tegen de aansprakelijkheid voor schade, veroorzaakt bij derden op het aardoppervlak.

Artikel 7

Deze beschikking zal worden geplaatst in de Staatscourant en treedt in werking op de datum van dagtekening.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,
namens deze,
het plv. hoofd hoofdafdeling Vervoer van het Directoraat-Generaal Rijksluchtvaartdienst,
H.P.T. de Jong.

Indien u het niet eens bent met deze beslissing kunt u hiertegen, o.g.v. het bepaalde in art. 6.4 van de Algemene Wet Bestuursrecht - binnen zes weken na de datum waarop deze beschikking is verzonden - schriftelijk bezwaar aantekenen.

Het bezwaarschrift moet worden ondertekend en moet tenminste bevatten:

a) de naam en het adres van de indiener;

b) de dagtekening;

c) een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht;

d) de gronden van bezwaar.

Het bezwaarschrift kunt u richten aan de afdeling Juridische en Bestuurlijke Zaken van de Rijksluchtvaartdienst, Postbus 90771, 2509 LT Den Haag.

Naar boven