Besluit verwijderen en plaatsen tekens i.v.m. wijziging grenzen marifoonblokgebieden Noordzeekanaal

Verwijderen van de huidige tekens aan het Noordzeekanaal tussen de blokgebieden ‘Verkeersdienst Noordzeekanaal’ (VHF3) en ‘Havendienst Amsterdam’ (VHF4) en plaatsing van de nodige tekens op de nieuwe grens van deze blokgebieden

3 april 2000

Nr. SVW/2000/08

Namens de directeur van het openbaar lichaam Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied maakt de havenmeester van Amsterdam in zijn functie van (gemandateerde) bevoegde autoriteit het volgende bekend.

Belangenafweging en motivering

Bij besluit nr. 17/88, DDT 23 augustus 1988 is het Noordzeekanaal verdeeld in twee marifoonblokgebieden. De grens tussen deze gebieden lag ter hoogte van kilometerraai 11.2.

Aan de zuidzijde van het Noordzee-kanaal wordt de Afrikahaven aangelegd. De monding van deze haven in het Noordzeekanaal bevindt zich ter hoogte van kilometerraai 11.6.

In verband met de veiligheid en de vlotheid van het scheepvaartverkeer is het niet wenselijk om het grensgebied tussen twee blokkanalen nabij een havenmonding te laten plaatsvinden. In overleg met de Rijksdienst voor Radiocommunicatie is op diens advies de grens tussen de twee genoemde blokgebieden verplaatst naar kilometerraai 10.7. Ter aanduiding van de herziene grens van het blokgebied is het noodzakelijk om ter hoogte van kilometerraai 10.7 de nodige verkeerstekens te plaatsen. Bovendien bestaat de noodzaak de bestaande tekens te verwijderen.

Op grond van het bepaalde in artikel 5, 6, en 7 van de Scheepvaartverkeers-wet moet het bevoegd gezag een verkeersbesluit nemen voor het plaatsen of verwijderen van een verkeersteken zoals opgenomen in bijlage 7 van het Binnenvaartpolitiereglement, dat een verbod of een gebod oplevert.

Onafhankelijk van deze besluiten wordt gezorgd voor de nodige wijzigingen in de Regeling communicatie rijksbinnenwateren d.d. 24 maart 1999/DGG/J- 99002201.

Overleg met belanghebbenden heeft plaatsgevonden.

Gelet op het voorgaande worden de volgende besluiten genomen;

De Havenmeester van Amsterdam

Gelet op artikel 5, 6, en 7 lid1 van de Scheepvaartverkeerswet,

Besluit:

1e. dat de tekens B11, zoals omschreven in bijlage 7 van het Binnen-vaartpolitiereglement, die zijn geplaatst aan de noord- en zuidzijde van het Noordzeekanaal ter hoogte van kilometerraai 11.2 bij het in werking treden van dit besluit worden verwijderd;

2e. dat ter hoogte van kilometerraai 10.7 aan de noord- en zuidzijde de volgende tekens als omschreven in bijlage 7 van het Binnenvaartpolitie-reglement worden geplaatst:

I. Zichtbaar uit oostelijke richting de tekens B11 met daarin aangegeven VHF 3 voorzien van de aanvullende aanduiding F3 met de tekst ‘Verkeersdienst Noordzeekanaal’.

II. Zichtbaar uit westelijke richting de tekens B11 met daarin aangegeven VHF 4 voorzien van de aanvullende aanduiding F3 met de tekst ‘Havendienst Amsterdam’.

Dit besluit in de Staatscourant te plaatsen en in werking te laten treden op 28 april 2000.


Amsterdam, 3 april 2000.
Namens de directeur van het openbaar lichaam Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaal,
J.C.D. Thiermann, havenmeester.

Bezwaar

Ingevolge de Algemene Wet Bestuursrecht kan tegen dit besluit schriftelijk een bezwaarschrift worden ingediend binnen 6 weken na de dag waarop dit besluit is bekend gemaakt (verzonden of uitgereikt). Het bezwaar moet worden ondertekenden dient ten minste te bevatten:

- de naam en het adres van de indiener,

- de dagtekening,

- een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht,

- de gronden van het bezwaar.

- Indien een bezwaar is ingediend, is het mogelijk om daarnaast een verzoekschrift tot het treffen van een voorlopige voorziening in te dienen bij de president van de arrondissementsrechtbank te Amsterdam. Voor een verzoekprocedure voor het treffen van een voorlopige voorziening wordt door de rechtbank griffierecht geheven.

Naar boven