De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;
Gelet op artikel 4, eerste en tweede lid, van richtlijn 79/409/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschap-pen van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand (PbEG
L 103);
Gelet op artikel 27, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998;
Besluit:
Artikel 1
Als speciale beschermingszone in de zin van artikel 4, eerste en tweede lid, van de richtlijn 79/409/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand (PbEG
L 103) wordt aangewezen:
het op de bij dit besluit behorende kaart aangegeven gebied, bekend onder de naam: De Wilck.
De aanwijzing, bedoeld in het eerste lid, gaat tevens vergezeld van een nota van toelichting, welke deel uitmaakt van dit besluit.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.
Dit besluit zal, met uitzondering van de kaart en de nota van toelichting, met een toelichting in de Staatscourant worden geplaatst. De kaart en de nota van toelichting worden ter inzage gelegd in de bibliotheek van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, te ’s-Gravenhage en in het kantoor van de Directie Zuidwest van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, gevestigd in Dordrecht. Tervisielegging vindt tevens plaats in het provinciehuis van de provincie Zuid-Holland te ’s-Gravenhage.
’s-Gravenhage, 24 maart 2000. De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
G.H. Faber.
Op grond van artikel 27 Natuurbe-schermingswet 1998 wordt aangewezen als speciale beschermingszone ter uitvoering van artikel 4, eerste en tweede lid, van de Vogelrichtlijn: De Wilck.
Deze speciale beschermingszone is gelegen in de provincie Zuid-Holland en behoort tot de gemeente Rijn-woude. De oppervlakte van het gebied bedraagt ca. 115 ha.
De speciale beschermingszone De Wilck bestaat uit vochtige en natte graslanden.
Het gebied kwalificeert zich als speciale beschermingszone vanwege de Kleine Zwaan.