Regeling aanwijzing vreemdelingen wegens verblijf voor een tijdelijk doel

17 maart 2000

Nr. CIM2000/60253

Directie Coördinatie Integratiebeleid Minderheden

De Minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid;

Gelet op artikel 6 van het Uitvoeringsbesluit Remigratiewet,

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder besluit: het Uitvoeringsbesluit Remigratiewet.

Artikel 2

1. Tot de categorie van vreemdelingen, bedoeld in artikel 6, van het besluit, behoort de vreemdeling aan wie een vergunning tot verblijf is verleend onder een beperking die samenhangt met:

a. verblijf voor het verrichten van arbeid in loondienst of als zelfstandige;

b. verblijf voor studie;

c. verblijf in het kader van een cultureel uitwisselingsprogramma;

d. verblijf als au pair;

e. verblijf voor medische behandeling;

f. verblijf als slachtoffer of als getuigenaangever van mensenhandel;

g. verblijf voor familiebezoek;

h. verblijf als NAVO-vreemdeling.

2. Tot de categorie van vreemdelingen, bedoeld in artikel 6 van het besluit, behoren tevens de partner van de vreemdeling, bedoeld in het eerste lid, en hun kinderen, die met de vreemdeling naar Nederland zijn gekomen of die naar Nederland zijn gekomen om zich bij de vreemdeling te voegen.

Artikel 3

1. Onder verblijf voor het verrichten van arbeid in loondienst als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, wordt het verblijf verstaan van de vreemdeling ten behoeve van wiens tewerkstelling over een geldige tewerkstellingsvergunning als bedoeld in artikel 2 van de Wet arbeid vreemdelingen dient te worden beschikt.

2. Onder verblijf voor het verrichten van arbeid als zelfstandige als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, wordt het verblijf verstaan van de vreemdeling, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel b, van de Wet arbeid vreemdelingen.

Artikel 4

Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop de wet in werking treedt.

Artikel 5

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling aanwijzing vreemdelingen wegens verblijf voor een tijdelijk doel.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid,
R.H.L.M. van Boxtel.

Toelichting

In de artikelen 2 tot en met 5 van het Uitvoeringsbesluit Remigratiewet zijn voorwaarden genoemd waaraan de remigrant moet voldoen om te kunnen remigreren met de basis- of met de remigratievoorzieningen. Een van deze voorwaarden is dat de remigrant met een vreemde nationaliteit in het bezit dient te zijn van een vergunning als bedoeld in artikel 9 of 10 van de Vreemdelingenwet, anders dan voor een verblijf voor een tijdelijk doel.

In de artikelen 10 en 11 van het Uitvoeringsbesluit Remigratiewet zijn voorwaarden genoemd waaraan de remigrant en zijn partner moeten voldoen om van de terugkeerregeling gebruik te kunnen maken. Een van deze voorwaarden is dat de remigrant met een vreemde nationaliteit voor vertrek uit Nederland tenminste drie jaren ononderbroken op grond van artikel 9 of 10 van de Vreemdelingen-wet in Nederland heeft verbleven, anders dan voor een verblijf voor een tijdelijk doel.

Voorts bepaalt het Uitvoeringsbesluit Remigratiewet in artikel 6 dat bij ministeriële regeling categorieën van vreemdelingen worden aangewezen die voor een tijdelijk doel in Nederland verblijven. Deze regeling strekt daartoe.

Vreemdelingen die hier verblijven voor een tijdelijk doel dienen weer naar hun herkomstland terug te keren indien het doel op grond waarvan de vreemdeling toelating tot Nederland heeft verkregen, niet meer aanwezig is. Gelet hierop vallen deze categorieën vreemdelingen niet onder de werking van de Remigratiewet.

Bij de keuze voor de tijdelijke doelen op grond waarvan vreemdelingen in Nederland verblijven is zoveel mogelijk aangesloten bij de beperkingsgronden, op grond waarvan een vergunning tot verblijf onder beperking wordt verleend.

Arbeid in loondienst

Vreemdelingen die naar Nederland komen voor het verrichten van arbeid in loondienst zijn in het geval er een tewerkstellingsvergunning vereist is, voor een tijdelijk doel in Nederland (artikel 2, eerste lid, onderdeel a, juncto artikel 3, eerste lid). Een tewerkstellingsvergunning kan maximaal voor drie jaar worden verstrekt. Indien de vreemdeling als werknemer naar Nederland komt dient zijn werkgever over een geldige tewerkstellingsvergunning te beschikken. Een vreemdeling die in Nederland arbeid in loondienst mag verrichten zonder een tewerkstellingsvergunning verblijft op grond van deze regeling niet voor een tijdelijk doel in Nederland. Dit zal zich met name voordoen bij vreemdelingen die drie jaar met een tewerkstellingsvergunning arbeid in loondienst hebben verricht en nog langer in Nederland voor het verrichten van arbeid kunnen blijven.

Zij worden dan in het bezit gesteld van een vergunning tot verblijf voor het verrichten van arbeid, waarbij arbeid vrij is toegestaan en geen tewerkstellingsvergunning meer vereist is. Deze categorie vreemdelingen verblijft dan op grond van de onderhavige regeling niet (meer) voor een tijdelijk doel in Nederland en kan, indien voldaan is aan de andere voorwaarden, gebruik maken van de voorzieningen van de Remigratiewet.

Verrichten van arbeid als zelfstandige

Vreemdelingen die naar Nederland komen voor het verrichten van arbeid als zelfstandige (artikel 2, eerste lid, onderdeel a, juncto artikel 3, tweede lid) zijn voor een tijdelijk doel in Nederland indien een vergunning tot verblijf wordt verleend onder de beperking: verrichten van werkzaamheden als zelfstandige; het verrichten van enige andere arbeid is uitsluitend toegestaan indien de werkgever beschikt over een tewerkstellingsvergunning. Een vergunning tot verblijf onder een dergelijke beperking kan maximaal voor drie jaar worden ver-strekt. Na drie jaar kan aan de vreemdeling een vergunning tot verblijf worden verstrekt, waaruit blijkt dat aan die vergunning geen beperkingen meer zijn verbonden voor het verrichten van arbeid (zie artikel 4 van de Wet arbeid vreemdelingen) en derhalve arbeid vrij is toegestaan. Vreemdelingen die in het bezit zijn van laatstbedoelde vergunning verblijven op grond van de onderhavige regeling niet (meer) voor een tijdelijk doel in Nederland. Zij kunnen eveneens, indien voldaan is aan de andere voorwaarden, gebruik maken van de voorzieningen van de Remigratiewet.

Studie

Het vreemdelingenbeleid is erop gericht vreemdelingen in de gelegenheid te stellen in Nederland een studie of opleiding te volgen. Een vreemdeling die voor studiedoeleinden in Nederland is toegelaten dient ons land weer te verlaten bij voltooiing of tussentijdse beëindiging van de studie. Onder studie vallen ook de aanvullende examens met het oog op studie.

Cultureel uitwisselingsprogramma

Vreemdelingen kunnen op basis van culturele akkoorden of andere, vergelijkbare bilaterale of multilaterale akkoorden, dan wel via uitwisselingsprogramma’s door of onder auspiciën van de centrale overheid worden uitgenodigd, hier te lande te studeren.

Au pair

Vreemdelingen kunnen, onder bepaalde omstandigheden, tijdelijk als au pair in Nederland verblijven om in korte tijd kennis te maken met de Nederlandse taal en cultuur. De au pair verblijft in een gastgezin.

Medische behandeling

Voor medische behandeling wordt in het algemeen slechts verblijf hier te lande toegestaan, indien Nederland voor het ondergaan van die behandeling het meest aangewezen land is. De omstandigheden dat Nederland het meest aangewezen land is kan verband houden met: de aard van de ziekte; een bijzondere specialisatie hier te lande; of andere factoren waardoor behandeling elders voor de betrokkene minder aangewezen is. Het verblijf wordt toegestaan voor de duur van de behandeling.

Slachtoffer of getuigenaangevers van mensenhandel

Aan slachtoffers of getuigenaangevers van mensenhandel wordt opvang geboden gedurende de bedenktijd voorafgaande aan de aangifte en gedurende de periode van opsporing, vervolging en de berechting in feitelijk aanleg na aangifte van mensenhandel.

Familiebezoek

Verblijf voor familiebezoek wordt slechts voor korte duur en onder bepaalde voorwaarden toegestaan.

NAVO-vreemdeling

Deze categorie is in de regeling opgenomen, omdat deze vreemdelingen in Nederland verblijven voor het verrichten van arbeid en voor hen geen tewerkstellingsvergunning vereist is. Niet-opneming in deze regeling zou betekenen dat NAVO-vreemdelingen, indien aan de andere voorwaarden is voldaan, gebruik zouden kunnen maken van de voorzieningen van de Remigratiewet.

Stage en verblijf als godsdienstleraar of als geestelijke voorganger

Vreemdelingen kunnen voor een stage naar Nederland komen. Voor de duur van de stage dient echter een tewerkstellingsvergunning te worden aangevraagd. Ook voor het verblijf van godsdienstleraren en van geestelijke voorgangers die naar Nederland komen is een tewerkstellingsvergunning vereist. In het bovenstaande is reeds gesteld dat vreemdelingen die naar Nederland komen en waarvoor een tewerkstellingsvergunning nodig is op grond van artikel 2, eerste lid, onderdeel a, juncto artikel 3, voor een tijdelijk doel in Nederland zijn.

Gelet hierop behoeft het tijdelijke doel stage en het tijdelijke verblijf van een godsdienstleraar of van een geestelijke voorganger niet afzonderlijk in deze regeling te worden opgenomen.

Gezinsleden van vreemdelingen die hier voor een tijdelijk doel verblijven.

De gezinsleden van de in deze regeling bedoelde vreemdelingen, die met deze vreemdelingen naar Nederland zijn gekomen of die naar Nederland zijn gekomen om zich bij deze vreemdelingen te voegen, verblijven ook voor een tijdelijke periode in Nederland. Op grond hiervan zijn zij in het tweede lid van artikel 2 opgenomen, waardoor zij eveneens niet vallen onder de werking van de Remigratiewet.

De Minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid,

R.H.L.M. van Boxtel.

Naar boven