Onteigening in de gemeente Opsterland

«Onteigeningswet»

Voltooiing knooppunt Ureterpvallaat

Besluit van 20 december 1999, nr. 99.006230 houdende aanwijzing van onroerende zaken ter onteigening ten algemenen nutte

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Beschikken bij dit besluit op het verzoek van de Hoofdingenieur-Directeur van de Rijkswaterstaat in de Directie Noord-Nederland, namens de Minister van Verkeer en Waterstaat, tot aanwijzing van onroerende zaken ter onteigening ingevolge artikel 72a van de onteigeningswet ten behoeve van de voltooiing van het knooppunt Ureterpvallaat in de rijkswegen 7 en 31 (aanleg 4e kwadrant), met bijkomende werken, in de gemeente Opsterland.

Onze Minister van Verkeer en Waterstaat heeft de beslissing op het verzoek voorgedragen bij brief van 8 november 1999, nr. HKW/R 1999/11172, Hoofdkantoor van de Waterstaat, Stafdienst Bestuurlijk Juridische Zaken;

Overeenkomstig artikel 3:11, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht hebben de in artikel 63 van de onteigeningswet genoemde stukken in de periode van 19 juli 1999 tot en met 20 augustus 1999 op de secretarie van de gemeente Opsterland ter inzage gelegen. Voorafgaand daaraan is de terinzagelegging overeenkomstig artikel 3:12 van de Algemene wet bestuursrecht aangekondigd in de Staatscourant van 15 juli 1999, nr. 133, in de Woudklank van 15 juli 1999 en de Drachtster Courant van 14 juli 1999.

In genoemde kennisgeving zijn belanghebbenden op de hoogte gesteld van de mogelijkheid tot het naar keuze schriftelijk of mondeling naar voren brengen van zienswijzen. Binnen de termijn waarin de stukken ter inzage hebben gelegen zijn echter geen zienswijzen naar voren gebracht.

Overwegingen

Ingevolge artikel 72a van de onteigeningswet kan, zonder voorafgaande verklaring bij de wet dat het algemeen nut onteigening vordert, onteigening plaatsvinden onder meer ten behoeve van de aanleg en verbetering van wegen.

Overige overwegingen

De planologische inpassing van het 4e kwadrant van het klaverblad Ureterpvallaat is geregeld in het bestemmingsplan ’Buitengebied’ van de gemeente Opsterland.

Rijksweg 7 is als hoofdweg een belangrijke ontsluitingsweg voor zowel het verkeer vanuit het noordwesten (via de Afsluitdijk) als vanuit het westen van het land (via de Flevopolders). De weg vervult zowel een internationale als een nationale, landsdelige en regionale functie. Rijksweg 31 is als hoofdweg voor Noord-Frysl(n een belangrijke ontsluitingsweg. Het door het Rijk aangelegde knooppunt Ureterpvallaat werd in 1976 voor het verkeer opengesteld. Het knooppunt is aangelegd als half klaverblad. In mei 1997 volgde de openstelling van het 3e kwadrant.

Op 28 mei 1998 heeft de Minister van Verkeer en Waterstaat, in overeenstemming met de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer het tracébesluit vastgesteld voor het gedeelte Leeuwarden-Nijega van rijksweg 31 en de voltooiing van het knooppunt Ureterpvallaat. Tegen dit besluit zijn twee beroepen ingediend bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, die geen van beide betrekking hebben op het knooppunt Ureterpvallaat. Met de aanleg van het 4e kwadrant (het zuidoost-kwadrant; de verbindingsbogen Heerenveen-Leeuwarden en Oosterwolde-Groningen) wordt beoogd een verbetering van de verkeersveiligheid, de weginrichting en de verkeersafwikkeling tot stand te brengen. Voorts dient de voltooiing een betere bereikbaarheid van het gezamenlijk door de gemeenten Opsterland en Smallingerland te realiseren bedrijventerrein ten zuiden van het genoemde klaverblad te bevorderen. De onteigening heeft betrekking op het gedeelte liggend in de gemeente Opsterland. Het te realiseren werk ligt in de provincie Frysl(n, de gemeenten Opsterland en Smalligerland en in het waterschap Sevenwolden.

Het moet in het belang van de verbetering van de infrastructuur en de verbetering van de verkeersveiligheid noodzakelijk worden geacht, dat de Staat (Verkeer en Waterstaat) de eigendom verkrijgt van de in dit besluit genoemde onroerende zaken.

Beslissing

Gelet op de onteigeningswet;

Gehoord de Raad van State, advies van 25 november 1999, nr. W09.99.00558/V, en gezien het nader rapport van Onze voornoemde minister van 13 december 1999, nr. HKW/R1999/12412, Hoofdkantoor van de Waterstaat, Stafdienst Bestuurlijk Juridische Zaken;

Hebben wij goedgevonden en verstaan:

Ten behoeve van de voltooiing van het knooppunt Ureterpvallaat in de rijkswegen 7 en 31 (aanleg 4e kwadrant), met bijkomende werken, in de gemeente Opsterland, zullen ten algemenen nutte en ten name van de Staat (Verkeer en Waterstaat) worden onteigend de onroerende zaken, aangeduid op de grondtekeningen welke ingevolge artikel 63 van de onteigeningswet op de secretarie van de gemeente Opsterland ter inzage hebben gelegen als:

stcrt-2000-5-p9-SC22141-1.gif

Onze Minister van Verkeer en Waterstaat is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in de Staatscourant zal worden geplaatst en waarvan afschrift aan de Raad van State zal worden gezonden.

’s-Gravenhage, 20 december 1999.
Beatrix.
De Minister van Waterstaat,T. Netelenbos.

Publicatie ex artikel 9 van de Wet openbaarheid van bestuur. Op het advies van de Raad van State is van toepassing artikel 25a, vijfde lid jo vierde lid, onder b, van de Wet op de Raad van State.

Naar boven