Door het Interdepartementaal Overlegorgaan Europese Aanbestedingsvoorschriften
(IOEA) is onlangs de volgende nieuwsbrief vastgesteld.
Tegenwaarde van drempelbedragen voor de periode van 1-1-2000
tot en met 31-12-2001
Nieuwsbrief 17, februari 2000
De tegenwaarde in nationale valuta van de drempelwaarden, die in de EG
richtlijnen worden genoemd, wordt om de twee jaar herzien en in het Publicatieblad
van de Europese Gemeenschappen gepubliceerd. In onderstaand overzicht staat,
voor de periode van 1 januari 2000 tot en met 31 december 2001, de tegenwaarde
in Nederlandse guldens vermeld van de drempelbedragen voor overheidsaanbestedingen
in Euro1 en SDR. De vermelde bedragen zijn gepubliceerd in het Publicatieblad
van 31 december 1999, C 379/20-22.
Toelichting
Enkele uitzonderingen daargelaten (zie Nieuwsbrief nr. 9, januari 19982),
bedraagt de drempelwaarde - ontleend aan de SDR - voor de centrale
overheid voor leveringen en diensten f 307.003,- en voor werken f 11.807.815
(ook voor opdrachten in de nutssector). Voor dezelfde opdrachten bedraagt
de drempelwaarde voor lagere overheden en publiekrechtelijke instellingen
f 472.312,- voor leveringen en diensten en f 11.807.815,- voor werken.
In de gevallen waarin niet de GPA maar alleen de EG richtlijnen van toepassing
zijn (de eerder genoemde uitzonderingen en bijv. bij opdrachten door de telecommunicatiesector)
geldt de tegenwaarde van de bedragen in Euro d.w.z. f 440.742,- voor diensten
en leveringen (de tegenwaarde van 200.000 Euro) resp. f 11.018.550,- voor
werken (de tegenwaarde van 5.000.000 Euro) en f 881.484,- en f 1.322.226,-
voor de nutssector (de tegenwaarde van 400.000 en 600.000 Euro).
N.B. Aan de tekst van deze nieuwsbrief kunnen geen rechten worden
ontleend
(Deze nieuwsbrief is eveneens opgenomen op de EZ internetsite www.minez.nl/eutenders,
rubriek Informatiebulletins)
1 Met ingang van 1 januari 1999 is de ECU vervangen door de
Euro.
2 Onderzoeksopdrachten voor onderzoek en ontwikkeling (cat.8
van bijlage IA), overheidsopdrachten voor dienstverlening m.b.t. werken en
voor werken waarbij meer dan 50% subsidie wordt gegeven (art 3, derde
lid richtlijn Diensten en art 2, eerste lid richtlijn Werken), de diensten
van bijlage IB en bepaalde telecommunicatiediensten en voor prijsvragen.