Wijziging Besluit invordering boeten en onverschuldigd betaalde bedragen AOW, Anw en AKW

Het bestuur van de Sociale Verzekeringsbank;

Gelet op de artikelen 17e, derde lid en 24b, tweede lid, van de Algemene Ouderdomswet, de artikelen 41, derde lid en 55, tweede lid van de Algemene nabestaandenwet, en de artikelen 17c, derde lid en 24b, tweede lid van de Algemene Kinderbijslagwet,

Besluit:

Het Besluit invordering boeten en onverschuldigd betaalde bedragen AOW, Anw en AKW, Stcrt. 1996, 141, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 26 februari 1999, Stcrt. 1999, nr. 54, als volgt te wijzigen:

Artikel I

Aan artikel 2 worden de volgende twee leden toegevoegd:

4. Dit besluit is niet van toepassing indien en voorzolang de Bank heeft ingestemd met een buitengerechtelijke schuldsaneringsregeling als bedoeld in artikel 285, eerste lid, onder e Faillissementswet.

5. Dit besluit is niet van toepassing indien en voorzolang de rechtbank met toepassing van artikel 287 Faillissementswet een schuldsaneringsregeling van toepassing heeft verklaard.

Artikel II

Artikel 3, derde lid, komt te luiden:

3. In afwijking van het eerste lid wordt een vordering van ten hoogste f 600 zonder voorafgaand overleg met de belanghebbende verrekend door inhouding van een bedrag van ten hoogste f 50 per maand op toekomstige betalingen aan de belanghebbende.

Artikel III

1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

2. Artikel I werkt terug tot en met 1 december 1998.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Aldus door het bestuur van de Sociale Verzekeringsbank vastgesteld op28 januari 2000.


G.H. Terpstra, voorzitter.
P.A.Schaafsma, president-directeur.

Toelichting

Het Besluit invordering boeten en onverschuldigd betaalde bedragen AOW, Anw en AKW regelt de wijze van invordering van door de SVB opgelegde boeten en door de SVB teruggevorderde, onverschuldigd betaalde bedragen. Dit besluit is slechts van toepassing in situaties waarin geen bijzondere aflossingsregeling van toepassing is. Het kan daarbij gaan om een buitengerechtelijke schuldsaneringsregeling als bedoeld in artikel 285, eerste lid, onder e Faillissementswet, waarmee de SVB heeft ingestemd, of om een schuldsaneringsregeling als bedoeld in de artikelen 284 e.v. Faillissementswet die door de rechter van toepassing is verklaard. In het toegevoegde vierde en vijfde lid aan artikel 2 wordt expliciet geregeld dat het. Besluit invordering boeten en onverschuldigd betaalde bedragen AOW, Anw en AKW niet van toepassing is als een dergelijke regeling van toepassing is.

Als de Sociale Verzekeringsbank een vordering heeft op een persoon wegens een onverschuldigde betaling of een opgelegde boete, wordt de belanghebbende als regel in de gelegenheid gesteld een voorstel te doen over de wijze van betaling van het verschuldigde bedrag. De Sociale Verzekeringsbank probeert dan met de belanghebbende tot overeenstemming te geraken. Tot nu toe werden slechts vorderingen van ten hoogste f 50 van deze procedure uitgesloten.

In de praktijk is gebleken dat deze procedure in geval van relatief kleine vorderingen tot een verhoudingsgewijs te grote administratieve belasting leidt. Daarom is besloten door middel van een aanpassing van artikel 3, derde lid, de eis van voorafgaand contact met de belanghebbende te laten vervallen voor vorderingen beneden f 600, die in twaalf maandelijkse termijnen van ten hoogste f 50 kunnen worden afgelost. In deze gevallen ontvangt de belanghebbende direct een besluit tot verrekening. Als hij zich daarmee niet kan verenigen kan hij bezwaar instellen volgens de procedure voorzien in de Algemene wet bestuursrecht.

Naar boven