Inleiding
1. Indien het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit
(hierna: het college) op grond van artikel 7.2 van de Telecommunicatiewet
(hierna: Tw) een aanbieder van huurlijnen aanwijst op wie de regels van het
Besluit ONP huurlijnen en telefonie (hierna: BOHT) ten aanzien van huurlijnen
van toepassing zijn, dient het college op grond van artikel 13 van het BOHT
gelijktijdig te bepalen welke typen huurlijnen uit bijlage 2 van richtlijn
92/44/EEG de aangewezen aanbieder dient te leveren, alsmede in welk gedeelte
van Nederland die plicht tot levering geldt.
2. Tot 15 december 2000 zijn Koninklijke KPN N.V. en haar groepsmaatschappijen
als bedoeld in artikel 24b van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek (hierna:
KPN) op grond van artikel 20.1 van de Tw aangewezen als aanbieder van huurlijnen
in Nederland die beschikt over aanmerkelijke macht op de markt als bedoeld
in artikel 6.4, eerste lid, en artikel 7.2, eerste lid, van de Tw. Het college
heeft in het Besluit leverplicht minimumreeks van 9 maart 1999 (kenmerk: OPTA/E/99/468)
bepaald voor welke typen huurlijnen KPN tot 15 december 2000 een leverplicht
heeft.
3. Bij besluit van 15 november 2000 (kenmerk OPTA/EGM/2000/202724) heeft
het college op grond van artikel 7.2, eerste en tweede lid, van de Tw KPN
aangewezen als aanbieder op wie vanaf 15 december 2000 de regels van het BOHT
met betrekking tot huurlijnen van toepassing zijn.
4. Op grond van artikel 13 van het BOHT dient het college naar aanleiding
van de bovengenoemde aanwijzing thans, in het onderhavige besluit, te bepalen
voor welke typen huurlijnen uit bijlage 2 van richtlijn 92/44/EEG KPN een
leverplicht heeft, alsmede in welk gedeelte van Nederland die plicht tot levering
geldt.
Wettelijk kader
5. In artikel 13 van het BOHT worden de regels van artikel 7, eerste lid,
van richtlijn 92/44/EEG (gewijzigd bij richtlijn 94/439/EG en 97/51/EG) in
de nationale wetgeving geïmplementeerd. Dit artikel bepaalt dat lidstaten
ervoor zorgen dat de aangewezen aanbieders afzonderlijk dan wel gezamenlijk
een minimumreeks huurlijnen overeenkomstig bijlage 2 van richtlijn 92/44/EEG
(hierna: de minimumreeks) leveren teneinde in de gehele Europese Unie een
geharmoniseerd aanbod te waarborgen. Overweging 11 bij richtlijn 97/51/EG
stelt dat `teneinde verschaffing van huurlijnen in de gehele Gemeenschap te
garanderen, de lidstaten ervoor zorg dienen te dragen dat de gebruikers op
elke plaats van hun grondgebied toegang hebben tot de minimumreeks van huurlijnen
van ten minste één organisatie.' Dit betekent dat het college
ervoor dient zorg te dragen dat de minimumreeks in geheel Nederland door ten
minste één aanbieder wordt aangeboden.
6. De minimumreeks bestaat uit de in de tabel 1 genoemde huurlijnen.
Bepaling van de leverplicht van KPN
7. KPN is de enige aanbieder die krachtens artikel 7.2 van de Tw is aangewezen.
Het college dient in dit geval te waarborgen dat alle typen huurlijnen uit
de minimumreeks in geheel Nederland door KPN, als enige aangewezen aanbieder,
worden geleverd. Derhalve dient het college thans op grond van artikel 13
van het BOHT te bepalen dat alle typen huurlijnen uit de minimumreeks in geheel
Nederland door KPN dienen te worden geleverd.
8. Het college is van oordeel dat het onderhavige besluit zonder overgangstermijn
in werking kan treden, omdat op grond van het Besluit leverplicht minimumreeks
huurlijnen van 9 maart 1999 van het college, KPN reeds een leverplicht heeft
voor alle typen huurlijnen uit de minimumreeks. De aanwijzing betekent daarom
dat de bestaande leverplicht van KPN ongewijzigd blijft.
Besluit
9. KPN dient alle typen huurlijnen uit bijlage 2 van richtlijn 92/44/EEG
in geheel Nederland te leveren.
10. Het onderhavige besluit vloeit voort uit de aanwijzing van het college
op grond van artikel 7.2, eerste en tweede lid, van de Tw van 15 november
2000. Deze aanwijzig is van onbepaalde duur en jaarlijks zal worden bezien
of deze aanwijzing moet blijven gelden. Het onderhavige besluit is tevens
van onbepaalde duur en het college zal ook bij dit besluit jaarlijks bezien
of er wijzigingen dienen te worden aangebracht in de door KPN verplicht te
leveren typen huurlijnen.
11. Dit besluit zal worden gepubliceerd in de Staatscourant.
Indien belanghebbenden zich met dit besluit niet kunnen verenigen, kunnen
zij binnen zes weken, aanvangende met ingang van de dag na die waarop dit
besluit is bekendgemaakt, daartegen een bezwaarschrift indienen bij de Onafhankelijke
Post en Telecommunicatie Autoriteit. Het bezwaarschrift moet worden gericht
aan:
onder vermelding van `Bezwaarschrift'. Het bezwaarschrift dient te zijn
ondertekend en dient in ieder geval de naam en het adres van de indiener,
de dagtekening, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is
gericht, alsmede de gronden van het bezwaar te bevatten. Zo mogelijk dient
een afschrift van het besluit en de overige op het bezwaar betrekking hebbende
stukken te worden meegezonden.