Besluit leverplicht minimumreeks huurlijnen van 12 december 2000

12 december 2000

OPTA/EGM/2000/203272

Inleiding

1. Indien het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) op grond van artikel 7.2 van de Telecommunicatiewet (hierna: Tw) een aanbieder van huurlijnen aanwijst op wie de regels van het Besluit ONP huurlijnen en telefonie (hierna: BOHT) ten aanzien van huurlijnen van toepassing zijn, dient het college op grond van artikel 13 van het BOHT gelijktijdig te bepalen welke typen huurlijnen uit bijlage 2 van richtlijn 92/44/EEG de aangewezen aanbieder dient te leveren, alsmede in welk gedeelte van Nederland die plicht tot levering geldt.

2. Tot 15 december 2000 zijn Koninklijke KPN N.V. en haar groepsmaatschappijen als bedoeld in artikel 24b van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: KPN) op grond van artikel 20.1 van de Tw aangewezen als aanbieder van huurlijnen in Nederland die beschikt over aanmerkelijke macht op de markt als bedoeld in artikel 6.4, eerste lid, en artikel 7.2, eerste lid, van de Tw. Het college heeft in het Besluit leverplicht minimumreeks van 9 maart 1999 (kenmerk: OPTA/E/99/468) bepaald voor welke typen huurlijnen KPN tot 15 december 2000 een leverplicht heeft.

3. Bij besluit van 15 november 2000 (kenmerk OPTA/EGM/2000/202724) heeft het college op grond van artikel 7.2, eerste en tweede lid, van de Tw KPN aangewezen als aanbieder op wie vanaf 15 december 2000 de regels van het BOHT met betrekking tot huurlijnen van toepassing zijn.

4. Op grond van artikel 13 van het BOHT dient het college naar aanleiding van de bovengenoemde aanwijzing thans, in het onderhavige besluit, te bepalen voor welke typen huurlijnen uit bijlage 2 van richtlijn 92/44/EEG KPN een leverplicht heeft, alsmede in welk gedeelte van Nederland die plicht tot levering geldt.

Wettelijk kader

5. In artikel 13 van het BOHT worden de regels van artikel 7, eerste lid, van richtlijn 92/44/EEG (gewijzigd bij richtlijn 94/439/EG en 97/51/EG) in de nationale wetgeving geïmplementeerd. Dit artikel bepaalt dat lidstaten ervoor zorgen dat de aangewezen aanbieders afzonderlijk dan wel gezamenlijk een minimumreeks huurlijnen overeenkomstig bijlage 2 van richtlijn 92/44/EEG (hierna: de minimumreeks) leveren teneinde in de gehele Europese Unie een geharmoniseerd aanbod te waarborgen. Overweging 11 bij richtlijn 97/51/EG stelt dat `teneinde verschaffing van huurlijnen in de gehele Gemeenschap te garanderen, de lidstaten ervoor zorg dienen te dragen dat de gebruikers op elke plaats van hun grondgebied toegang hebben tot de minimumreeks van huurlijnen van ten minste één organisatie.' Dit betekent dat het college ervoor dient zorg te dragen dat de minimumreeks in geheel Nederland door ten minste één aanbieder wordt aangeboden.

6. De minimumreeks bestaat uit de in de tabel 1 genoemde huurlijnen.

Bepaling van de leverplicht van KPN

7. KPN is de enige aanbieder die krachtens artikel 7.2 van de Tw is aangewezen. Het college dient in dit geval te waarborgen dat alle typen huurlijnen uit de minimumreeks in geheel Nederland door KPN, als enige aangewezen aanbieder, worden geleverd. Derhalve dient het college thans op grond van artikel 13 van het BOHT te bepalen dat alle typen huurlijnen uit de minimumreeks in geheel Nederland door KPN dienen te worden geleverd.

8. Het college is van oordeel dat het onderhavige besluit zonder overgangstermijn in werking kan treden, omdat op grond van het Besluit leverplicht minimumreeks huurlijnen van 9 maart 1999 van het college, KPN reeds een leverplicht heeft voor alle typen huurlijnen uit de minimumreeks. De aanwijzing betekent daarom dat de bestaande leverplicht van KPN ongewijzigd blijft.

Besluit

9. KPN dient alle typen huurlijnen uit bijlage 2 van richtlijn 92/44/EEG in geheel Nederland te leveren.

10. Het onderhavige besluit vloeit voort uit de aanwijzing van het college op grond van artikel 7.2, eerste en tweede lid, van de Tw van 15 november 2000. Deze aanwijzig is van onbepaalde duur en jaarlijks zal worden bezien of deze aanwijzing moet blijven gelden. Het onderhavige besluit is tevens van onbepaalde duur en het college zal ook bij dit besluit jaarlijks bezien of er wijzigingen dienen te worden aangebracht in de door KPN verplicht te leveren typen huurlijnen.

11. Dit besluit zal worden gepubliceerd in de Staatscourant.

Het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit,
namens het college,
J.C. Arnbak, voorzitter.

Indien belanghebbenden zich met dit besluit niet kunnen verenigen, kunnen zij binnen zes weken, aanvangende met ingang van de dag na die waarop dit besluit is bekendgemaakt, daartegen een bezwaarschrift indienen bij de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan:

Het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit

Postbus 90420

2509 LK Den Haag

onder vermelding van `Bezwaarschrift'. Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en dient in ieder geval de naam en het adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht, alsmede de gronden van het bezwaar te bevatten. Zo mogelijk dient een afschrift van het besluit en de overige op het bezwaar betrekking hebbende stukken te worden meegezonden.

Naar boven