De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
Gelet op artikel 8b, onder b, van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten
en op artikel 1, tweede lid, onder b, van het Besluit aanwijzing inrichtingen
Wet ziekenhuisvoorzieningen,
Besluit:
Artikel 1
In deze regeling wordt verstaan onder:
a. regionale instelling voor beschermd wonen: een instelling die zorg
verleent als bedoeld in artikel 20c van het Besluit zorgaanspraken bijzondere
ziektekostenverzekering;
b. beschermd wonen: zorg als bedoeld in artikel 20c van het Besluit zorgaanspraken
bijzondere ziektekostenverzekering;
c. WZV-regio: een gezondheidsregio als bedoeld in de beleidsregels op
grond van artikel 3, eerste lid, van de Wet ziekenhuisvoorzieningen.
Artikel 2
Voor de toelating van regionale instellingen voor beschermd wonen geldt
als voorschrift inzake spreiding en behoefte dat het maximum aantal plaatsen
beschermd wonen, exclusief de thans als zodanig toegelaten landelijke functies,
per WZV-regio 0,46 per 1000 inwoners bedraagt, behoudens voor zover de behoefte
aantoonbaar groter is.
Artikel 3
De regeling van 16 december 1985, Stcrt. 1985, 249 tot aanwijzing van
de Regionale Instellingen voor Beschermende Woonvormen als inrichting als
bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet ziekenhuisvoorzieningen, wordt
ingetrokken.
Artikel 4
Het in artikel 2 genoemde voorschrift geldt niet ten aanzien van de aanvraag
om een toelating door een regionale instelling voor beschermd wonen die in
het bezit is van een verklaring op grond van artikel 7 van de Wet ziekenhuisvoorzieningen.
Artikel 5
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2001.
Deze regeling wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.