Goedkeuring reglement waterschappen
Beslissing inzake het gemeenschappelijk besluit der Staten van de
provincies Noord-Holland, Utrecht en Zuid-Holland van respectievelijk 11 en
13 december 2000, tot onder meer wijziging van het Reglement van Bestuur voor
het hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht
19 december 2000
Nr. CDJZ/BVW-2000-1484
Centrale Directie Juridische Zaken
De Minister Van Verkeer en Waterstaat,
Gelet op artikel 5 van de Waterschapswet;
Gezien het verzoek van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland
van 14 december 2000;
Besluit:
Goed te keuren, voor zoveel nodig, het gemeenschappelijk besluit der Staten
van de provincies Noord-Holland, Utrecht en Zuid-Holland van 11 en 13 december
2000, tot:
I. wijziging van het Reglement van Bestuur voor het hoogheemraadschap
Amstel, Gooi en Vecht;
II. intrekking van het kiesreglement voor het hoogheemraadschap Amstel,
Gooi en Vecht, zulks met ingang van de datum van inwerkingtreding van de algemene
maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 30b van de Waterschapswet;
III. plaatsing van de tekst van het Reglement van het Bestuur voor het
hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht, zoals deze luidt na het aanbrengen
van de daarin aangebrachte wijzigingen;
IV. bepaling van de datum van inwerkingtreding van dit besluit op 1 januari
2001, met dien verstande dat artikel I, onder A voorzover het betreft de grenswijziging
in de Gemeente Breukelen, in werking treedt op een door Gedeputeerde Staten
van Utrecht te bepalen tijdstip.
Den Haag, 19 december 2000.
De Staatssecretaris van Verkeer
en Waterstaat,J.M. de Vries.
Beroep
Tegen de beslissing inzake de goedkeuring van een besluit van provinciale
staten tot opheffing van een waterschap of het wijzigen van de taak of het
deelgebied van een waterschap kan belanghebbende beroep instellen bij de Afdeling
Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het beroepschrift dient ondertekend
te worden en tenminste te bevatten:
a. de naam en adres van de indiener;
b. de dagtekening;
c. een omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht en
d. de gronden van het beroep.