Wijziging Kaderregelingen ontheffingen experiment `Golden Harvest' en `het Zuivere Ei'

18 december 2000

Nr. TRCJZ/2000/14773

Directie Juridische Zaken

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

Gelet op artikel 59, tweede en derde lid, van de Meststoffenwet

Besluit:

Artikel I

De Kaderregeling ontheffingen experiment `Golden Harvest'1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding `1. ` geplaatst.

2. Het volgende lid wordt toegevoegd:

2. Met ingang van 1 januari 2001 heeft de ontheffing, bedoeld in het eerste lid, niet langer betrekking op het verbod, gesteld in artikel 55, eerste lid, van de wet, maar op het verbod, gesteld in artikel 58c van de wet.

B

Artikel 12 komt te luiden:

Artikel 12

De ontheffing vervalt indien:

a. een verkleining van het voor het bedrijf geldende pluimveerecht plaatsvindt door een registratie als bedoeld in artikel 58q van de wet;

b. een vergroting van het voor het bedrijf geldende pluimveerecht plaatsvindt door een registratie als bedoeld in artikel 58q van de wet, voor een hoeveelheid fosfaat overeenkomend met deze toename;

c. er een kennisgeving van het vervallen of het gedeeltelijk vervallen van het voor het bedrijf geldende pluimveerecht wordt gedaan als bedoeld in artikel 58x van de wet;

d. niet wordt voldaan aan het voorschrift, gesteld in artikel 6, eerste lid, onderdeel f.

Artikel II

De Kaderregeling ontheffingen experiment `het Zuivere Ei'2 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding `1.' geplaatst.

2. Het volgende lid wordt toegevoegd:

2. Met ingang van 1 januari 2001 heeft de ontheffing, bedoeld in het eerste lid, niet langer betrekking op het verbod, gesteld in artikel 55, eerste lid, van de wet, maar op het verbod, gesteld in artikel 58c van de wet.

B

Artikel 7 komt te luiden:

Artikel 7

De ontheffing vervalt indien:

a. een verkleining van het voor het bedrijf geldende pluimveerecht plaatsvindt door een registratie als bedoeld in artikel 58q van de wet;

b. een vergroting van het voor het bedrijf geldende pluimveerecht plaatsvindt door een registratie als bedoeld in artikel 58q van de wet, voor een hoeveelheid fosfaat overeenkomend met deze toename;

c. er een kennisgeving van het vervallen of het gedeeltelijk vervallen van het voor het bedrijf geldende pluimveerecht wordt gedaan als bedoeld in artikel 58x van de wet;

d. niet wordt voldaan aan het voorschrift, gesteld in artikel 4, eerste lid, onderdeel g.

Artikel III

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2001.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

`s-Gravenhage, 18 december 2000.
De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,L.J. Brinkhorst.

1 Stcrt. 1998, 243; laatstelijk gewijzigd bij besluit van 18 oktober 1999 (Stcrt. 201).

2 Stcrt. 1998, 38, gerectificeerd in Stcrt. 1999, 103; laatstelijk gewijzigd bij besluit van 18 oktober 1999 (Stcrt. 201).

Toelichting

Het onderhavige besluit strekt tot wijziging van de Kaderregeling ontheffingen experiment `Golden Harvest' en de Kaderregeling ontheffingen experiment `het Zuivere Ei'. In het kader van beide beleidsexperimenten is aan een beperkt aantal pluimveehouders voor een bepaalde hoeveelheid fosfaat ontheffing verleend van het uitbreidingsverbod van het stelsel van mestproductierechten, gesteld in artikel 55 van de Meststoffenwet. Aangezien op 1 januari 2001 het stelsel van pluimveerechten van kracht wordt, welk stelsel het stelsel van mestproductierechten vervangt voor de productie van kippen- en kalkoenenmest, is het noodzakelijk dat de aan de deelnemers van beide beleidsexperimenten verleende ontheffingen vanaf dat tijdstip betrekking hebben op het nieuwe uitbreidingsverbod dat geldt in het stelsel van pluimveerechten. De onderhavige wijziging past beide kaderregelingen hierop aan.

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

L.J. Brinkhorst.

Naar boven