Besluit van de Verzekeringskamer van 19 december 2000, nr. 3.241/2000-5767,
tot uitvoering van artikel 6d, eerste lid, van de Pensioen- en spaarfondsenwet,
houdende regels voor het indienen van een klacht door de deelnemersraad als
bedoeld in het eerste en tweede lid van artikel 6a van de Pensioen- en spaarfondsenwet,
of door een gedeelte van ten minste 10% van de leden van die deelnemersraad
(Klachtregeling deelnemersraden)
Artikel 1
De klacht wordt schriftelijk ingediend bij de Verzekeringskamer, Postbus
929, 7301 BD Apeldoorn. Boven de klacht wordt vermeld `klacht van de deelnemersraad
(ingevolge artikel 6d, eerste lid, van de Pensioen- en spaarfondsenwet)' dan
wel `klacht van een gedeelte van de deelnemersraad (ingevolge artikel 6d,
eerste lid, van de Pensioen- en spaarfondsenwet)'.
Artikel 2
De klacht behelst de volgende gegevens:
a) het woon- en kantooradres van de vertegenwoordigers die de deelnemersraad
respectievelijk een gedeelte van de deelnemersraad, ter zake van de klacht
heeft aangewezen;
b) de datum waarop het bevoegde orgaan van het pensioenfonds heeft meegedeeld
dat het advies van de deelnemersraad niet of niet geheel wordt gevolgd;
c) de datum waarop de klacht wordt ingediend;
d) de naam en het adres van het bevoegde orgaan van het pensioenfonds
dat de klacht aangaat;
e) de mededeling dat binnen de in artikel 6c, derde lid, van de Pensioen-
en spaarfondsenwet bedoelde termijn geen beroep bij de ondernemingskamer van
het gerechtshof te Amsterdam is ingesteld.
Artikel 3
Bij de klacht worden de volgende stukken meegezonden:
a) stukken, waaruit blijkt dat de klacht door ten minste 10% van de leden
van de deelnemersraad wordt ingediend;
b) stukken, waaruit blijkt op welke besluiten dan wel voorgenomen besluiten
van het daartoe bevoegde orgaan van het pensioenfonds de klacht betrekking
heeft;
c) een afschrift van het advies van de deelnemersraad aan het pensioenfonds;
d) een afschrift van de mededeling van het bevoegde orgaan van het pensioenfonds
aan de deelnemersraad dat het advies niet of niet geheel wordt opgevolgd.
Artikel 4
De klacht wordt gemotiveerd.
Artikel 5
Het besluit van de Verzekeringskamer van 28 februari 1990, tot uitvoering
van artikel 6c, tweede lid, van de Pensioen- en spaarfondsenwet houdende regels
voor het indienen van een klacht door de deelnemersraad, zoals bedoeld in
het eerste en tweede lid van artikel 6a van de Pensioen- en spaarfondsenwet
(Stcrt. 1990, 108), wordt ingetrokken.
Artikel 6
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening
van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
Artikel 7
Deze regeling wordt aangehaald als: Klachtregeling deelnemersraden.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Goedkeuring is verleend door de Staatssecretaris van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid bij besluit van 12 december 2000
Bij wet van 25 mei 2000 tot wijziging van de Pensioen- en spaarfondsenwet
met betrekking tot de medezeggenschap van gepensioneerden en de gelijkstelling
in pensioenregelingen van geregistreerde partners met gehuwden (Stb. 256),
is het beroepsrecht voor deelnemersraden van pensioenfondsen opgenomen. Op
grond van artikel 6c, tweede lid, Pensioen- en spaarfondsenwet (PSW) kan de
deelnemersraad bij de ondernemingskamer van het gerechtshof te Amsterdam beroep
instellen tegen besluiten van het bevoegde orgaan van het pensioenfonds inzake
aangelegenheden die het fonds betreffen.
Indien geen beroep wordt ingesteld, kan de deelnemersraad of een gedeelte
van ten minste 10% van de leden van de deelnemersraad op grond van artikel
6d, eerste lid, PSW een klacht indienen bij de Verzekeringskamer op grond
van het oordeel dat het bevoegde orgaan van het pensioenfonds bij een aangelegenheid
als bedoeld in artikel 6b, eerste lid, PSW de belangen van belanghebbenden
niet op evenwichtige wijze behartigt. Deze bepaling regelt verder dat de klacht
wordt ingediend volgens door de Verzekeringskamer te stellen regels. Het onderhavige
besluit strekt hiertoe.