Wijziging aantal regelingen i.v.m. onder WW en ZW brengen van het overheidspersoneel

18 december 2000

Nr. SV/WV/00/84110

Directie Sociale Verzekeringen

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.F. Hoogervorst,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Financiën en na overleg met de Minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid;

Gelet op de artikelen 9, tiende lid, van de Coördinatiewet Sociale Verzekering, 47, eerste lid, 71 en 80, vierde lid, van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997, 97h, derde lid, en 112 van de Werkloosheidswet, 42, tweede lid, van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten, en 7 en 7a van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering;

Besluit:

Artikel I. Wijziging Financieringsregeling Wet financiering loopbaanonderbreking

De Financieringsregeling Wet financiering Loopbaanonderbreking wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel b vervalt subonderdeel 3o, onder vernummering van subonderdeel 4o tot subonderdeel 3o.

2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b worden twee onderdelen toegevoegd, luidende:

c. een wachtgelduitkering op grond van een publiekrechtelijke regeling: een wachtgelduitkering uit hoofde van een publiekrechtelijke dienstbetrekking die is geëindigd voor 1 januari 2001 dan wel op grond van een publiekrechtelijke regeling uit hoofde van een arbeidsverhouding die geen publiekrechtelijke dienstbetrekking is;

d. premiegefinancierde uitkering: een uitkering op grond van de WW, WAO, WAZ of ANW.

B

In de artikelen 2, eerste lid, en 5 wordt `artikel 1, onderdeel b, onder 1o, 3o en 4o' telkens vervangen door: artikel 1, onderdeel b, onder 1o en 3o.

Artikel II. Wijziging Liquiditeitsregeling Centrale Sociale Verzekeringsfondsen

In artikel 1, onderdeel a, van de Liquiditeitsregeling Centrale Sociale Verzekeringsfondsen wordt na `het Algemeen Werkloosheidsfonds, genoemd in artikel 103 van de Werkloosheidswet' ingevoegd: , het Uitvoeringsfonds voor de overheid, genoemd in artikel 104 van de Werkloosheidswet.

Artikel III. Wijziging Nadere regels maximumdagloon en franchises WW

Artikel 6 van de Nadere regels maximumdagloon en franchises WW wordt als volgt gewijzigd:

A

Het tweede lid komt te luiden:

2. Voor de vaststelling van de inhouding op grond van artikel 97d, eerste lid, van de WW wordt het loon, bedoeld in het eerste lid en herleid naar een jaarbedrag, voor zoveel mogelijk verminderd met het bedrag dat wordt verkregen door het bedrag, bedoeld in artikel 9, vierde lid, van de wet te vermenigvuldigen met 261.

B

In het derde lid wordt na `in het eerste lid bedoelde premies' ingevoegd: en in het tweede lid bedoelde inhouding.

Artikel IV. Wijziging Regeling aanwijzing regelingen als bedoeld in artikelen 7 en 7a WAO

De Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 16 december 1997, nr. SV/WV/97/5281, houdende het aanwijzen van regelingen als bedoeld in artikel 7, onderdeel d, alsmede van gevallen als bedoeld in artikel 7a, onderdeel b, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (Stcrt. 249) wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding `1.' geplaatst.

2. Aan het eerste lid wordt de zinsnede toegevoegd: uit hoofde van een dienstbetrekking die is geëindigd voor 1 januari 2001.

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

2. Voor de toepassing van de WAO wordt eveneens als werknemer beschouwd de persoon, die wegens werkloosheid niet werkt en die een wachtgeld ontvangt uit hoofde van een dienstbetrekking die is geëindigd op of na 1 januari 2001, voorzover het recht op wachtgeld zich uitstrekt over een periode gelegen na het bereiken van de volledige uitkeringsduur van het, in verband met dezelfde werkloosheid ontstane, recht op uitkering op grond van de Werkloosheidswet, bedoeld in hoofdstuk IIa of IIb van die wet, inclusief een eventuele verlenging van die duur op grond van artikel 76 van die wet.

B

In artikel 3, eerste lid, wordt `aan wie aan geen wachtgeld' vervangen door: aan wie geen wachtgeld als bedoeld in artikel 2.

C

In artikel 5, eerste lid wordt `artikel 3' vervangen door: artikel 4.

Artikel V. Wijziging Regeling fondsbelasting Wet REA

De Regeling fondsbelasting Wet REA wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het opschrift van het artikel komt te luiden: Verdeling werkloosheidsfondsen/arbeidsongeschiktheidsfondsen.

2. In het eerste lid wordt `het Algemeen Werkloosheidsfonds' vervangen door: de werkloosheidsfondsen.

3.Onder vernummering van het derde lid tot het vierde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

3. Onder de werkloosheidsfondsen, bedoeld in het eerste lid, worden verstaan het Algemeen Werkloosheidsfonds en het Uitvoeringsfonds voor de overheid.

B

Artikel 3 komt te luiden:

Artikel 3. Onderlinge verdeling werkloosheidsfondsen

De ten laste van de werkloosheidsfondsen komende bijdrage aan het Reïntegratiefonds in een bepaald kalenderjaar, wordt voor elk van deze fondsen bepaald aan de hand van de volgende formule:

Bf t = [ Uf t-2 : U t-2 ] x B t

waarbij:

1) Bf t het bedrag is van de bijdrage uit een werkloosheidsfonds, tot dekking van de uitgaven in een bepaald kalenderjaar ten laste van het Reïntegratiefonds;

2) Uf t-2 het bedrag is van de uitkeringsuitgaven die in het tweede kalenderjaar voorafgaand aan genoemd bepaald kalenderjaar ten laste zijn gekomen van het desbetreffende werkloosheidsfonds;

3) U t-2 het totaalbedrag is van de uitkeringsuitgaven die in het tweede kalenderjaar voorafgaand aan genoemd bepaalde kalenderjaar ten laste zijn gekomen van de werkloosheidsfondsen gezamenlijk;

4) B t 50 procent is van de benodigde middelen tot dekking van de uitgaven in genoemd bepaalde kalenderjaar ten laste van het Reïntegratiefonds.

C

Na artikel 3 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 3a. Tijdelijke onderlinge verdeling werkloosheidsfondsen

1. In afwijking van artikel 3 bedraagt voor de jaren 2001 tot en met 2004 de bijdrage ten laste van het Algemeen Werkloosheidsfonds 42,5% en de bijdrage ten laste van het Uitvoeringsfonds voor de overheid 7,5% van de uitgaven in het desbetreffende kalenderjaar ten laste van het Reïntegratiefonds.

2. Dit artikel vervalt met ingang van 1 januari 2005.

Artikel VI. Wijziging Regeling toerekening uitvoeringskosten sociale verzekeringen

De Regeling toerekening uitvoeringskosten sociale verzekeringen wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 1, onderdeel n, wordt na subonderdeel 8o een subonderdeel toegevoegd, luidende:

9o. Uitvoeringsfonds: het Uitvoeringsfonds voor de overheid, genoemd in artikel 104 van de WW;.

B

In artikel 4, eerste lid, wordt `6 procent' vervangen door: 3 procent.

C

Artikel 21, tweede lid, onderdeel b, wordt als volgt gewijzigd:

1. In subonderdeel 1o vervalt in de eerste zin de term `uitsluitend' en wordt aan die zin een zinsnede toegevoegd, luidende: , met uitzondering van de kosten van producten of projecten op grond van de WW voor overheidswerknemers als bedoeld in artikel 1 van die wet, die bij het Uitvoeringsfonds in rekening worden gebracht.

2. Subonderdeel 2o wordt vervangen door:

2o. claimafhandeling ZW: uitvoeringskosten van producten of projecten voor de zogenaamde vangnetgevallen worden op grond van de wet voor overheidswerknemers als bedoeld in artikel 1 van de WW bij het Uitvoeringsfonds in rekening gebracht en voor de overige werknemers rechtstreeks bij het AWf of het wachtgeldfonds, met uitzondering van de uitvoeringskosten van producten of projecten op grond van artikel 29b van de ZW, die rechtstreeks bij het Rf in rekening worden gebracht; daar waar in de wet geen financier is bepaald, worden de kosten voor de overheidswerknemers ten laste van het Uitvoeringsfonds en voor de overige werknemers ten laste van het wachtgeldfonds gebracht;.

D

In bijlage 1 wordt in de kolommen `WW' en `ZW' na `WA' telkens ingevoegd: Uitvoeringsfonds.

Artikel VII. Wijziging Regeling vergoeding bijdragen Remigratiewet

In artikel 2 van de Regeling vergoeding bijdragen Remigratiewet wordt `artikel 95, eerste en tweede lid, van de wet' vervangen door: de artikelen 95, eerste en tweede lid, en 97h, eerste en tweede lid, van de wet.

Artikel VIII. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op het tijdstip van aanvang van fase 2 van de Wet overheidspersoneel onder de werknemersverzekeringen, bedoeld in artikel 53 van die wet.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

`s-Gravenhage, 18 december 2000.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,J.F. Hoogervorst.

Toelichting

Algemeen

Het overheidspersoneel zal per 1 januari 2001 onder de werkingssfeer van de Werkloosheidswet (WW) en de Ziektewet (ZW) worden gebracht (Besluit van 17 juli 1999 tot vaststelling van het tijdstip van aanvang van fase 2 en fase 3 van de Wet overheidspersoneel onder de werknemersverzekeringen; Stb. 354).

In het bij koninklijke boodschap van 3 mei 2000 ingediende voorstel van wet Aanpassingswet OOW (Kamerstukken II 1999/2000, 27 093) wordt geregeld dat er voor de WW en ZW een afzonderlijk fonds komt voor de overheidssectoren: het Uitvoeringsfonds voor de overheid. Uit het Uitvoeringsfonds voor de overheid betaalde WW-uitkeringen zullen worden verhaald op de overheidswerkgever uit wiens dienstbetrekking de overheidswerknemer werkloos is geworden. Voorts zal het Uitvoeringsfonds voor de overheid gevoed worden met een premie ten laste van de overheidswerkgevers. Overheidswerkgevers en -werknemers zullen derhalve niet bijdragen aan het Algemeen Werkloosheidsfonds en de wachtgeldfondsen. In verband hiermee wordt een aantal ministeriële regelingen aangepast per 1 januari 2001. Bij de aanpassing van de Financieringsregeling Wet financiering loopbaanonderbreking is die regeling tevens aangepast aan het vervallen van de overhevelingstoeslag per 1 januari 2001. Voorts wordt artikel 4, eerste lid, van de Regeling toerekening uitvoeringskosten sociale verzekeringen aangepast (zie de toelichting op artikel VI, onderdeel B).

Artikelsgewijs

Artikel I. Wijziging Financieringsregeling Wet financiering loopbaanonderbreking

Met onderdeel A, onder 1, en onderdeel B wordt de Financieringsregeling Wet financiering loopbaanonderbreking aangepast aan het vervallen van de overhevelingstoeslag per 1 januari 2001. Met onderdeel A, onder 2, wordt die regeling aangepast aan het feit dat op grond van artikel 11 van de Wet financiering loopbaanonderbreking, zoals dat komt te luiden ingevolge de Aanpassingswet OOW, de financiële tegemoetkoming met betrekking tot de verlofganger, die wordt vervangen door een persoon met recht op WW-uitkering uit hoofde van een dienstbetrekking als overheidswerknemer, ten laste komt van het Uitvoeringsfonds voor de overheid. In artikel 1 van de Financieringsregeling Wet financiering loopbaanonderbreking wordt een beperkte definitie van het begrip `wachtgelduitkering op grond van een publiekrechtelijke regeling' opgenomen teneinde te voorkomen dat het eventuele feit, dat de vervanger naast de WW-uitkering een aanvullend wachtgeld ontvangt, zou leiden tot financiering van de tegemoetkoming uit de rijksbijdrage, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van die regeling.

Artikel II. Wijziging Liquiditeitsregeling Centrale Sociale Verzekeringsfondsen

Met de toevoeging van het Uitvoeringsfonds voor de overheid aan artikel 1 van de Liquiditeitsregeling Centrale Sociale Verzekeringsfondsen valt dat fonds ook onder het bereik van die regeling.

Artikel III. Wijziging Nadere regels maximumdagloon en franchises WW

Artikel 6 van de Nadere regels maximumdagloon en franchises WW was tot op heden gebaseerd op het uitgangspunt dat, op het moment dat de WW en de ZW van toepassing zouden worden op de overheidswerknemers, het financieringsregime op hen van toepassing zou worden dat ook van toepassing is op werknemers in de marktsector (premieheffing voor het wachtgeldfonds en Algemeen Werkloosheidsfonds (AWf)). Dat zal evenwel niet het geval zijn (zie het algemeen deel van deze toelichting). Er zal premie ten laste van de overheidswerkgevers worden geheven ten bate van het Uitvoeringsfonds voor de overheid. Die premie zal over dezelfde grondslag worden geheven als de premie voor de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), derhalve op de voet van artikel 6, eerste lid, van de Nadere regels maximumdagloon en franchises WW. Wel zal op het loon van de overheidswerknemer een bedrag worden ingehouden overeenkomend met het werknemersdeel AWf-premie. Bij die inhouding zal derhalve de WW-franchise van toepassing zijn. Deze twee aspecten worden in dit artikel geregeld door de aanpassing van het tweede lid van artikel 6 van de Nadere regels maximumdagloon en franchises WW. Daarbij zij opgemerkt dat de franchise niet per gewerkte dag wordt toegepast doch op jaarbasis. De deeltijdfactor is daarbij van toepassing (zie de aanpassing van artikel 6, derde lid, van de Nadere regels maximumdagloon en franchises WW in onderdeel B). Over een uitkering op grond van de WW, ZW, of WAO zal overigens wel WW-premie worden geheven, zij het dat daarbij het eerste tot en met derde lid van artikel 6 van de Nadere regels maximumdagloon en franchises WW van overeenkomstig toepassing is. Derhalve wordt daarbij een franchise toegepast overeenkomstig het tweede lid.

Met betrekking tot het zesde tot en met achtste lid zij opgemerkt, dat over wachtgeld en uitkering wegens ziekte alleen premie kan worden geheven voorzover dat wachtgeld of die uitkering loon is in de zin van de Coördinatiewet Sociale Verzekering. Het Loonbesluit overheidswerknemers zal zodanig worden aangepast dat wachtgeld alleen loon is als het wordt ontvangen uit hoofde van een dienstbetrekking die is geëindigd voor 1 januari 2001 dan wel, als het wordt ontvangen uit hoofde van een dienstbetrekking die is geëindigd op of na 1 januari 2001, voorzover het recht op wachtgeld zich uitstrekt over een periode gelegen na het bereiken van de volledige uitkeringsduur van het, in verband met dezelfde werkloosheid ontstane, recht op uitkering op grond van de WW, bedoeld in hoofdstuk IIa of IIb van die wet, inclusief een eventuele verlenging van die duur op grond van artikel 76 van die wet. Uitkering wegens ziekte zal alleen loon zijn indien in verband met die ziekte niet tevens recht is ontstaan op uitkering op grond van de ZW.

Artikel IV. Wijziging Regeling aanwijzing regelingen als bedoeld in artikelen 7 en 7a WAO

Zoals al aangegeven in het algemeen deel van de toelichting zal het overheidspersoneel per 1 januari 2001 onder de werkingssfeer van de WW en ZW worden gebracht. De op dat moment bestaande wachtgelders zullen evenwel eerst per 1 januari 2003 in aanmerking komen voor een WW-uitkering. In verband hiermee zullen zieke wachtgelders niet eerder dan per datum conversie WW onder de ZW komen te vallen (derhalve per 1 januari 2003). Het eerder onder de ZW brengen van deze wachtgelders is uitvoeringstechnisch onmogelijk. Binnen de groep overige bestaande ziektegevallen is in dit kader een onderscheid gemaakt. Daarbij zijn die gevallen waarvan redelijkerwijs kan worden aangenomen dat zij na 1 januari 2001 nog geruime tijd zullen doorlopen direct onder de ZW gebracht. Het gaat hierbij om degenen die op 31 december 2000 verlof genieten in verband met zwangerschap en bevalling terwijl de vastgestelde duur van dit verlof eindigt na 31 januari 2001 en om de langdurig ziektegevallen, waarvan wordt vastgesteld dat hun recht op bezoldiging of uitkering wegens ziekte vanaf 31 december 2000 of eerder ononderbroken heeft doorgelopen tot en met 15 februari 2001. Voor deze laatste groep betekent dit dat een recht op ZW-uitkering zal worden toegekend met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2001. De overige bestaande gevallen, waarvan redelijkerwijs kan worden aangenomen dat die op of kort na 1 januari 2001 zullen herstellen, komen op 1 januari 2001 niet onder de ZW te vallen.

Tot het moment dat de bestaande ziektegevallen en de wachtgelders onder de werkingssfeer van de ZW respectievelijk de WW worden gebracht is hun verzekering voor de WAO geregeld door middel van de Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 16 december 1997, nr. SV/WV/97/5281, houdende het aanwijzen van regelingen als bedoeld in artikel 7, onderdeel d, alsmede van gevallen als bedoeld in artikel 7a, onderdeel b, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (Stcrt. 249) (hierna: de regeling). De wachtgelders en degenen die uitkering wegens ziekte na beëindiging van het dienstverband ontvangen, worden op grond van de regeling voor de toepassing van de WAO aangemerkt als werknemer. Met onderdeel A van het onderhavige artikel wordt de regeling per 1 januari 2001 aangepast, teneinde te bewerkstelligen dat een wachtgeld niet tot verzekering voor de WAO leidt, als dat wachtgeld een aanvulling betreft bovenop de WW-uitkering. Met onderdeel B wordt bereikt dat een tijdelijke onderbreking van een dergelijk aanvullend wachtgeld niet leidt tot verzekering voor de WAO. Onderdeel C betreft de reparatie van een redactionele onjuistheid.

Aanpassing van de bepalingen inzake de WAO-verzekering voor degenen die uitkering wegens ziekte na beëindiging van het dienstverband ontvangen is niet noodzakelijk, omdat op grond van de tekst van artikel 4 van de regeling de verzekering voor de WAO reeds beperkt is tot degenen aan wie geen ziekengeld wordt verleend omdat zij geen werknemer zijn in de zin van de ZW.

Artikel V. Wijziging Regeling fondsbelasting Wet REA

Met ingang van 1 januari 2001 wordt het Reïntegratiefonds mede gevoed door het Uitvoeringsfonds voor de overheid (artikel 42, eerste lid, onderdeel a, van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten, zoals dat komt te luiden op grond van de Aanpassingswet OOW). Met de onderhavige bepaling wordt de Regeling fondsbelasting Wet REA aangevuld met een aantal artikelen waarin wordt aangegeven wat het aandeel van het Uitvoeringsfonds voor de overheid is in de benodigde middelen tot dekking van de uitgaven van het Reïntegratiefonds.

Het Reïntegratiefonds wordt voor 50% gevoed uit de arbeidsongeschiktheidsfondsen en voor 50% uit het AWf en het Uitvoeringsfonds voor de overheid. Structureel zal de verdeling tussen het AWf en het Uitvoeringsfonds voor de overheid plaatsvinden op basis van de uitkeringsuitgaven van de fondsen 2 jaar vóór het jaar waarop de bijdrage betrekking heeft (dit komt overeen met de regeling voor de onderlinge verdeling van de arbeidsongeschiktheidsfondsen). Omdat het Uitvoeringsfonds voor de overheid pas vanaf 1 januari 2001 bestaat en de bestaande wachtgelders pas met ingang van 1 januari 2003 onder de WW (en dus het Uitvoeringsfonds voor de overheid) worden gebracht is een overgangsregeling opgenomen voor de jaren 2001 tot en met 2004. Voor deze periode wordt de verhouding tussen het AWf en het Uitvoeringsfonds voor de overheid gesteld op 85% - 15% (derhalve 42,5% en 7,5% van de totale bijdrage aan het Reïntegratiefonds). Deze percentages zijn gebaseerd op een vergelijking van de werkloosheidslasten markt - overheid in 1999.

Artikel VI. Wijziging Regeling toerekening uitvoeringskosten sociale verzekeringen

Onderdelen A, C en D

De Regeling toerekening uitvoeringskosten sociale verzekeringen wordt in die zin aangepast, dat de uitvoeringsinstellingen vanaf 1 januari 2001 de kosten van de producten en projecten voor de WW en ZW voor overheidswerknemers als bedoeld in artikel 1 van de WW, ten laste van het Uitvoeringsfonds voor de overheid zullen brengen.

Onderdeel B

Met dit onderdeel wordt de Regeling toerekening uitvoeringskosten sociale verzekeringen aangepast waar het betreft hetgeen de Sociaal Economische Raad (SER) aan uitvoeringskosten in rekening kan worden gebracht. Het eerste lid van artikel 4 van die regeling bepaalt welk bedrag aan uitvoeringskosten in rekening wordt gebracht bij de SER. Dit bedrag kan op grond van de regeling niet meer bedragen dan 6 procent van het bedrag dat door het Landelijk instituut sociale verzekeringen (Lisv) aan heffingen wordt geïnd op grond van de Wet op de ondernemingsraden. In de praktijk is gebleken dat de SER veelal een bedrag in rekening wordt gebracht, dat gelijk is aan 6 procent van het bedrag dat door het Lisv aan heffingen wordt geïnd op grond van de Wet op de ondernemingsraden. Bij nadere beschouwing is gebleken dat, gezien de aard van de activiteiten, sprake is van een onevenredig zware belasting van de SER. Naar aanleiding hiervan wordt het percentage, genoemd in artikel 4, eerste lid, van de Regeling toerekening uitvoeringskosten sociale verzekeringen, per 1 januari 2001 gewijzigd in 3 procent.

Artikel VII. Wijziging Regeling vergoeding bijdragen Remigratiewet

Door middel van het wetsvoorstel Aanpassingswet OOW wordt in de WW een artikel 97h ingevoegd inzake de bijdragen, ten laste van het Uitvoeringsfonds voor de overheid, in het kader van de Remigratiewet. In het derde lid van dat artikel 97h is bepaald dat de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid regels stelt met betrekking tot de aan het Rijk te vergoeden bijdragen op grond van dat artikel. In verband hiermee wordt de Regeling vergoeding bijdragen Remigratiewet zodanig aangepast dat deze ook van toepassing is op de bijdragen op grond van artikel 97h van de WW. De Regeling vergoeding bijdragen Remigratiewet is daarmee tevens gebaseerd op artikel 97h van de WW.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J.F. Hoogervorst.

Naar boven