Wijziging subsidieregeling servicepunten milieuwethandhaving

31 januari 2000

Nr. MBB/2000000976

Directoraat-generaal Milieubeheer/ Directie Bestuurszaken

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

Gelet op artikel 13, eerste lid, van het Besluit milieusubsidies,

Besluit:

Artikel I

Artikel 7 van de Subsidieregeling servicepunten milieuwethandhaving1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de eerste volzin wordt ‘1 april’ vervangen door: 1 juli.

2. De tweede volzin vervalt.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.


Den Haag, 31 januari 2000. De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
J.P. Pronk.

1 Stcrt. 1999, 172.

Toelichting

De Subsidieregeling servicepunten milieuwethandhaving is gepubliceerd in de Staatscourant van 8 september 1999, nummer 172. De regeling is gebaseerd op het Besluit milieusubsidies. Op basis van de regeling kunnen aan de provincies subsidies worden verleend voor het in de jaren 1999 tot en met 2003 tot stand brengen en in stand houden van een of meer servicepunten voor de samenwerking bij de milieuwethandhaving.

In artikel 7 van die regeling is invulling gegeven aan artikel 13 van het Besluit milieusubsidies. Bepaald is dat het in laatstgenoemd artikel bedoelde jaarlijkse verslag moet worden ingediend voor 1 april van het jaar dat volgt op het verslagjaar, met dien verstande dat het verslag over het jaar 1999 moet worden ingediend voor 1 juli 2000.

Bij de toepassing van de regeling blijkt dat enkele provincies het onmogelijk achten om voor 1 april een schriftelijke verantwoording te leveren over de in het voorafgaande jaar geboekte resultaten. Dat speelt vooral in de grotere provincies die een indeling in regio’s hanteren. In die provincies moeten eerst gegevens worden geleverd door de afzonderlijke handhavingspartners, waarna in de regio’s ambtelijke en bestuurlijke besluitvormingstrajecten worden doorlopen alvorens besluitvorming op provinciaal niveau volgt.

Gelet op het bovenstaande voorziet de voorliggende regeling erin dat de uiterste datum voor indiening van alle verslagjaren wordt bepaald op 1 juli van het daarop volgende jaar.

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J.P. Pronk.

Naar boven