Goedkeuring uitkomst overleg inzake overeenkomst zorgverzekeraar en kraamcentrum

23 november 2000

JA2/JAX/289

Het bestuur van het College voor zorgverzekeringen,

overwegende,

dat het overleg van de betrokken organisaties over de inhoud van de overeenkomsten tussen zorgverzekeraars en kraamcentra als bedoeld in artikel 44, eerste lid, van de Zieken-fondswet tot overeenstemming heeft geleid;

dat de uitkomst van overleg betrekking heeft op het verlenen van hulp zoals bedoeld in artikel 17 van het Verstrekkingenbesluit ziekenfondsverzekering;

gelet op artikel 46, tweede lid, van de Ziekenfondswet;

heeft in zijn vergadering van 23 november 2000 besloten:

Enig artikel

1. De uitkomst van overleg tussen Zorgverzekeraars Nederland, enerzijds, en de Landelijke Vereniging voor Thuiszorg en Branchebelang Thuiszorg Nederland, anderzijds, inzake de overeenkomst zorgverzekeraar - kraamcentrum, opgenomen in de bijlage* bij dit besluit, wordt goedgekeurd.

2. Van dit besluit wordt mededeling gedaan in de Staatscourant.

3. Dit besluit treedt in werking de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2000.

L. de Graaf, voorzitter.
J.L.P.G. van Thiel, algemeen directeur.

* De bijlage is verkrijgbaar bij het College voor zorgverzekeringen, Prof. J.H. Bavincklaan 2, 1183 AT Amstelveen, telefoon 020-3475600.

Toelichting

In het kader van de Meerjarenafspraken Verpleging en Verzorging heeft het Ministerie van VWS de afspraak gemaakt met de veldpartijen dat zij basiskwaliteitseisen voor de kraamzorg formuleren. De Landelijke Vereniging voor Thuiszorg, Branchebelang Thuiszorg Nederland, de Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen, Zorgverzekeraars Nederland, STING (beroepsvereniging voor verzorging) en het Lande-lijk Centrum Kraamzorg hebben de Basiskwaliteitseisen Kraamzorg geformuleerd.

De Basiskwaliteitseisen kraamzorg maken een onderscheid tussen eisen en normen. De eisen zijn algemene minimumkwaliteitseisen die zijn uitgewerkt in normen. Het opleggen van kwaliteitseisen via een uitkomst van overleg kan een beperking van de mededinging tot gevolg hebben. De geformuleerde eisen zijn zo algemeen en vanzelfsprekend dat ze waarschijnlijk de mededinging niet beperken.

Artikel 1, onder i, van de Uitkomst van overleg bepaalt dat de uitwerking van de eisen in normen tot 2002 richtinggevend is. De Uitkomst van overleg voorziet echter in een stilzwijgende verlenging. In artikel 4, eerste lid, staat dat de eisen integraal onderdeel uitmaken van de overeenkomst. Artikel 4, vijfde lid, vereist dat een kraamcentrum 7x24 uur bereikbaar is voor aanvragen van partusassistentie en inzetten van kraamzorg. Daarmee is één van de normen van de Basis-kwaliteitseisen Kraamzorg in de Uitkomst van overleg opgenomen. Deze bepaling lijkt aanbieders van zorg uit te sluiten die (tegen een lager tarief) bereid zijn uitsluitend op normale tijden zorg te leveren. Dit lijkt een mededingingsbeperkende bepaling omdat voor kraamzorg maximumtarieven gelden.

Overleg met partijen heeft echter uitgewezen dat beoogd is dat een kraamcentrum een voorziening moet treffen om er voor te zorgen dat de verzekerden niet van zorg verstoken blijven op het moment dat de normale tijden zijn verstreken. Die zorg kan dan eventueel door een ander kraamcentrum worden geleverd.

Het zijn overigens niet de eisen en normen zelf die in mededingingsbeperkend kunnen zijn, maar het aan iedereen bindend opleggen ervan. Hierdoor wordt een marktpartij minder flexibel omdat hij mogelijk op een andere wijze een gelijksoortige kwaliteit wil leveren of levert. Vanuit mededingingsrechtelijk perspectief is het beter het initiatief om de Basis-

kwaliteitseisen Kraamzorg in de zorgovereenkomst op te nemen bij de individuele zorgverzekeraar te leggen.

Naar boven