Aanpassing Mandaterings- en volmachtbesluit College voor zorgverzekeringen

23 november 2000

Ja40115

Het bestuur van het College voor zorgverzekeringen,

gelet op Afdeling 10.1.1 van de Algemene Wet bestuursrecht, titel 3 van boek 3 van het Burgerlijk Wetboek en artikel 6.4 van het voorlopig Bestuursreglement,

heeft in zijn vergadering van 23 november 2000 besloten:

Artikel 1

In artikel 2, eerste lid, van het Mandaterings- en volmachtbesluit College voor zorgverzekeringen wordt na onderdeel b een onderdeel b1 ingevoegd dat als volgt luidt:

b1. De bevoegdheden krachtens artikel 19 van de Ziekenfondswet tot het vaststellen, betalen, nader vaststellen en voorlopig nader vaststellen van de uitkeringen aan de ziekenfondsen en het verrekenen en voorlopig verrekenen van het verschil en van de rente over het verschil;.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 24 november 2000.

L. de Graaf, voorzitter.
J.L.P.G. van Thiel, algemeen directeur.

Toelichting

De invoering van de Wet van 20 januari 2000 tot wijziging van de Ziekenfondswet in verband met wijzigingen met betrekking tot de financiering van ziekenfondsen (maximering reserves ziekenfondsen) maakt het nodig het Mandaterings- en volmachtbesluit College voor zorgverzekeringen aan te passen. Ingevolge die wet is namelijk de formele grondslag gewijzigd voor de besluiten die het bestuur van het College voor zorgverzekeringen voor de jaren 2001 en volgende in het kader van de financiering van de ziekenfondsen moet nemen. Voor de financieringsbesluiten die nog betrekking hebben op jaren tot en met 2000 blijft als grondslag het Besluit financiering ziekenfondsen Ziekenfondswet van toepassing. Voorzover voor het nemen van die besluiten mandaat aan de Algemeen Directeur is gegeven, blijft dat mandaat bestaan, evenals de mogelijkheid van ondermandaat. Ingevolge het onderhavige besluit wordt het mandaat aan de Algemeen Directeur, en indirect de mogelijkheid van ondermandaat, geregeld voor het nemen van de overeenkomstige financieringsbesluiten die hun grondslag vinden in de gewijzigde wetgeving. Het besluit brengt in materiële zin geen wijziging in bevoegdheden.