Vergunningverlening ballonvaarten
Stichting Ballonteam Limburg
10 november 2000
Nr. NLA/OV/00.550847
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
Gelezen het verzoek van Stichting Ballonteam Limburg, d.d. 25 september
2000;
Gelet op artikel 16b van de Luchtvaartwet;
Besluit:
Artikel 1. Algemeen
Aan Stichting Ballonteam Limburg te Swalmen wordt vergunning verleend
voor het uitvoeren van ballonvaarten met ballon(nen) voorzien van (de) kenmerk(en)
zoals die in de bijbehorende vergunning tot vluchtuitvoering staan genoemd,
overeenkomstig het bepaalde in de volgende artikelen.
Artikel 2. Ballonnen
De te gebruiken ballonnen dienen ingeschreven te zijn in het Nederlands
luchtvaartuigregister.
Artikel 3. Tijdsduur
1. De vergunning wordt verleend tot 1 oktober 2001 te rekenen vanaf 10
november 2000 en kan op schriftelijk verzoek van de houder worden verlengd.
2. De vergunning komt niet voor verlenging in aanmerking indien één
van de in artikel 16b, derde lid, van de Luchtvaartwet genoemde omstandigheden
zich voordoet.
Artikel 4. Tarieven
De Directeur-Generaal van de Rijksluchtvaartdienst kan eisen dat de door
de vergunninghouder vast te stellen tarieven door hem worden goedgekeurd.
Artikel 5. Verzekering
De vergunninghouder is verplicht verzekerd te zijn:
a. tegen de aansprakelijkheid tegenover de vervoerde passagiers ten belope
van de bij de `Wet houdende voorzieningen inzake luchtvervoer' gestelde limieten,
en
b. tegen de aansprakelijkheid voor schade, veroorzaakt aan derden op het
aardoppervlak.
Artikel 6. Geldigheid
De geldigheid van deze vergunning is te allen tijde afhankelijk van een
geldige vergunning krachtens artikel 104 van de Regeling Toezicht Luchtvaart.
Artikel 7. Publicatie
Deze beschikking zal worden geplaatst in de Staatscourant en treedt in
werking op 10 november 2000.
De Minister van Verkeer en Waterstaat,namens deze,
het
plaatsvervangend hoofd Unit Operaties en Vervoer van het Directoraat-Generaal
Rijksluchtvaartdienst,
R. Weenink.
Indien u het niet eens bent met deze beslissing kunt u hiertegen, o.g.v.
het bepaalde in art. 6.4 van de Algemene wet bestuursrecht - binnen zes weken
na de datum waarop deze beschikking is verzonden - schriftelijk bezwaar aantekenen.
Het bezwaarschrift moet worden ondertekend en moet ten minste bevatten:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. de dagtekening;
c. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht;
d. de gronden van bezwaar.
Zo mogelijk dient een kopie van het bestreden besluit te worden bijgevoegd.
Het bezwaarschrift kunt u richten aan: Ministerie van Verkeer en Waterstaat,
Directoraat-Generaal Rijksluchtvaartdienst, Nederlandse Luchtvaart Autoriteit,
Unit Strategie en Bestuur, Postbus 575, 2130 AN Hoofddorp.