Mandaatverlening aan Senter ter uitvoering van de Subsidieregeling zichtveldverbeterende systemen bedrijfsauto's 2000 II

6 november 2000

Nr. DGG/J-00/006665

Directoraat-Generaal Goederenvervoer

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gezien de instemming van de algemeen directeur van Senter van 11 oktober 2000;

Besluit:

Artikel 1

1. Aan de algemeen directeur van Senter wordt mandaat verleend om besluiten te nemen ter uitvoering van de Subsidieregeling zichtveldverbeterende systemen bedrijfsauto's 2000 II.

2. De algemeen directeur van Senter kan van de in het eerste lid aan hem verleende bevoegdheid ondermandaat verlenen aan een of meer onder hem ressorterende functionarissen.

Artikel 2

1. Aan de algemeen directeur van Senter wordt mandaat verleend tot het nemen van beslissingen op bezwaar in het kader van besluiten, bedoeld in artikel 1, eerste lid, voorzover het besluit waartegen het bezwaar zich richt, niet door hem in mandaat is genomen

2. De algemeen directeur van Senter kan van de in het eerste lid bedoelde bevoegdheid ondermandaat verlenen aan een of meer onder hem ressorterende functionarissen, voorzover het besluit waartegen het bezwaar zich richt niet door dezelfde functionaris in ondermandaat is genomen.

Artikel 3

1. De Directeur Transportveiligheid van het Directoraat-Generaal Goederenvervoer kan de gemandateerde per geval of in het algemeen instructies geven ter zake van de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheid.

2. De Directeur Transportveiligheid van het Directoraat-Generaal Goederenvervoer geeft de gemandateerde in elk geval instructies ter zake van de beoordeling van de subsidie-aanvragen die op grond van de in artikel 1 genoemde subsidieregeling bij de gemandateerde zijn ingediend.

3. De gemandateerde oefent zijn bevoegdheden uit met inachtneming van de in het eerste en tweede lid bedoelde instructies.

Artikel 4

In elk op grond van deze mandaatverlening genomen besluit wordt tot uitdrukking gebracht dat dit namens de Minister van Verkeer en Waterstaat is genomen.

Artikel 5

1. In elk op grond van deze mandaatverlening genomen besluit in eerste aanleg wordt vermeld dat belanghebbenden binnen zes weken na de dag waarop het besluit bekend gemaakt is, bezwaar kunnen maken door indiening van een bezwaarschrift bij de Minister van Verkeer en Waterstaat, per adres Senter.

2. In afwijking van het eerste lid wordt, indien de algemeen directeur van Senter op grond van artikel 2, eerste lid, niet bevoegd is tot het nemen van een beslissing op een bezwaarschrift, in het door hem genomen besluit in eerste aanleg vermeld dat belanghebbenden binnen zes weken na de dag waarop het besluit bekend gemaakt is, bezwaar kunnen maken door indiening van een bezwaarschrift bij de Minister van Verkeer en Waterstaat, Directoraat-Generaal Goederenvervoer, Stafafdeling Wetgeving en Juridische Zaken, Postbus 20904, 2500 EX Den Haag.

3. In elke beslissing op bezwaar wordt vermeld dat belanghebbenden binnen zes weken na de dag waarop de beslissing op bezwaar bekend gemaakt is, beroep kunnen instellen bij de Sector Bestuursrecht van de Arrondissementsrechtbank die op grond van artikel 8:7, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht ter zake bevoegd is.

Artikel 6

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het is geplaatst en is van kracht tot 1 juli 2005.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,T. Netelenbos.

Belanghebbenden kunnen bezwaar maken tegen dit besluit door binnen zes weken na de dag van dagtekening van deze Staatscourant een bezwaarschrift in te dienen bij de Minister van Verkeer en Waterstaat, Directoraat-Generaal Goederenvervoer, Stafafdeling Wetgeving en Juridische Zaken, Postbus 20904, 2500 EX Den Haag.

Naar boven