Aanpassing bezoldiging commissaris van de Koningin

23 oktober 2000

BK00/93289

DGOB/KZ

Aan:

- de commissarissen van de Koningin

- de provinciebesturen

Onderwerp: aanpassing bezoldiging van de commissaris van de Koningin

Doelstelling: informatie over beleid

Juridische grondslag: artikel 65 Provinciewet en artikel 3 van het Rechtspositiebesluit commissarissen van de Koningin

Relaties met andere circulaires: BK99/078882 van 29 juli 1999

Ingangsdatum: 1 augustus 2000 resp. 1 januari 2001

Geldig tot: nadere berichtgeving

Hierbij vraag ik uw aandacht voor het volgende:

Structurele verhoging van het salaris

Op grond van artikel 3, vierde lid, van het rechtspositiebesluit commissarissen van de Koning wordt de bezoldiging van de Commissaris herzien overeenkomstig de wijziging die de bezoldiging van het personeel in de Sector Rijk ondergaat.

In het Sectoroverleg Rijkspersoneel is ten aanzien van het arbeidsvoorwaardenbeleid in de contractperiode 1 augustus 2000 tot 1 augustus 2001 besloten tot een algemene salarisverhoging.

Per 1 augustus zal een algemene salarisverhoging van 3,6% plaatsvinden. Dit betekent dat de bezoldiging van de commissarissen dient te worden aangepast en vanaf 1 augustus 2000 f 19.176,- bruto per maand bedraagt.

Daarnaast is met de centrales van overheidspersoneel ook een structurele salarisverhoging van 0,5% afgesproken per 1 januari 2001.

Per 1 januari 2001 komt de overhevelingstoeslag te vervallen en worden in verband daarmee per die datum krachtens de Wet brutering overhevelingstoeslag lonen (Wbol) de salarissen verhoogd met 1,9% met een maximum van f 1745,- per jaar. Sociale partners mogen hiervan afwijken.

Gelet hierop is met de centrales van overheidspersoneel afgesproken om per 1 januari 2001 de salarissen te verhogen met 1,9% met een maximum van f 134,27 per maand.

Als gevolg van deze effecten zal de bezoldiging van commissarissen per 1 januari 2001 f 19.407,- bruto per maand bedragen.

2. Eindejaarsuitkering

Op grond van artikel 20a van het Rechtspositiebesluit commissarissen van de Koning ontvangt de commissaris van de Koningin een eindejaarsuitkering overeenkomstig de bepalingen welke daaromtrent voor het personeel in de sector Rijk zijn vastgesteld.

In genoemd sectoroverleg is overeengekomen de eindejaarsuitkering voor het jaar 2000 eenmalig te verhogen met 0,7 procentpunt. De verhoging van de eindejaarsuitkering werkt terug tot en met 1 januari 2000. Met ingang van 1 januari 2001 zal de eindejaarsuitkering weer gelijk zijn aan het huidige niveau, te weten 0,3%.

De verhoging van de eindejaarsuitkering werkt in verband met de terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2000, ook door in de berekeningsgrondslag voor het wachtgeld of overeenkomstige uitkeringen van commissarissen die op of ná 2 januari 2000 met wachtgeld of met een overeenkomstige uitkering zijn gegaan.

Indien in de periode januari 2000 tot en met december 2000 in de berekeningsgrondslag voor het wachtgeld of uitkering als eindejaarsuitkering 1,0% is opgenomen, blijft voor betrokkenen ook ná 2000 in de berekeningsgrondslag de eindejaarsuitkering op 1,0% gehandhaafd.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,voor deze,
de directeur-generaal Openbaar Bestuur,
J.W. Holtslag.

Naar boven