Erkenningsregeling lamineerders

Regeling met betrekking tot de erkenning voor het produceren en afgeven van blanco-kentekenplaten

7 januari 2000

Nr. CDJZ/WBI/1999-1961

Centrale Directie Juridische Zaken

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op de artikelen 40, derde lid, 70 a, derde lid, 70 b, tweede en zesde lid, 70 d, eerste en tweede lid, en 70 e, derde lid, van de Wegenverkeerswet 1994;

Besluit:

Hoofdstuk 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

1. In deze regeling wordt verstaan onder:

a. erkenning: erkenning als bedoeld in artikel 70a, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 voor het produceren en afgeven van blanco-kentekenplaten;

b. erkenninghouder: houder van een erkenning als bedoeld in artikel 70a, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 voor het produceren en afgeven van blanco-kentekenplaten;

c. blanco-kentekenplaat: blanco-kentekenplaat, geschikt voor het produceren van een kentekenplaat;

d. lamineerderswaarmerk: het door de lamineerder op de blanco-kentekenplaat aan te brengen merk volgens het model in de bijlage bij de Regeling kentekens en kentekenplaten;

e. lamineercode: het door de lamineerder op een blanco-kentekenplaat aan te brengen nummer volgens model E in de bijlage bij de Regeling kentekens en kentekenplaten, aan de hand waarvan iedere kentekenplaat kan worden geïdentificeerd;

f. productie: het verwerken van folie en overige grondstoffen tot blanco-kentekenplaten, waaronder mede wordt begrepen het aanbrengen van het lamineerderswaarmerk en de lamineercode;

g. productieplaats: inrichting waarin productie plaats vindt;

h. foliefabrikant: houder van een erkenning als bedoeld in artikel 70 a van de wet voor de productie en afgifte van folie;

i. folie: folie afkomstig van een foliefabrikant en geschikt voor het produceren van gele kentekenplaten volgens de modellen 1.1 tot en met 18.2 en 27.1 tot en met 27.10 van de bijlage bij de Regeling kentekens en kentekenplaten;

j. kentekenplaatfabrikant: houder van een erkenning als bedoeld artikel 70 a van de wet voor de productie en afgifte van kentekenplaten;

k. fabrikantenkeurmerk: door de fabrikant van de kentekenplaat aan te brengen merk volgens het model in de bijlage bij de Regeling kentekens en kentekenplaten;

l. kentekenplaat: plaat als bedoeld in artikel 70 a van de wet;

m. de Minister: de Minister van Verkeer en Waterstaat;

n. RDW: Dienst Wegverkeer;

o. wet: Wegenverkeerswet 1994.

2. Voor de toepassing van deze regeling maken besloten ruimten die zijn gelegen in één gebouw, dan wel in verscheidene belendende of nagenoeg belendende gebouwen, waarin dezelfde erkenninghouder blanco-kentekenplaten fabriceert, deel uit van één productieplaats.

Hoofdstuk 2. Erkenningseisen

Artikel 2. Algemeen

1. Een erkenning kan worden verleend aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon die exploitant is van een productieplaats en die is gevestigd in de Europese Unie of in eenstaat die partij is bij het Verdrag inzake de Europese economische ruimte.

2. Per productieplaats wordt slechts één erkenning afgegeven.

3. Een erkenning kan slechts worden verleend voor een productieplaats die zich bevindt in de Europese Unie of in een staat die partij is bij het Verdrag inzake de Europese economische ruimte en die voldoet aan de in de artikel 3 gestelde eisen.

Artikel 3. Gebouw en uitrusting.

1. Het productieproces geschiedt in een overdekte en behoorlijk af te sluiten en goed verlichte ruimte die is voorzien van passende verwarming. In deze ruimte bevindt zich een afsluitbare kast dan wel een gelijkwaardige voorziening, waarin grondstoffen en blanco-kentekenplaten, met inbegrip van afgekeurde blanco-kentekenplaten, afgesloten en gescheiden kunnen worden bewaard.

2. Er dient een ruimte aanwezig te zijn waarin de administratie, bedoeld in artikel 20 kan worden gevoerd.

Hoofdstuk 3. Aanvraag erkenning

Artikel 4. Aanvraagformulier

Voor de aanvraag van een erkenning wordt gebruik gemaakt van een door de RDW vastgesteld formulier.

Artikel 5. Inschrijving Kamer van Koophandel en testrapport

De aanvrager van een erkenning legt bij de aanvraag de volgende bescheiden over:

a. een bewijs van inschrijving als bedoeld in de Handelsregisterwet 1996, dan wel, bij vestiging buiten Nederland, een gelijkwaardig document afgegeven in het land van vestiging, waaruit blijkt dat een bedrijf blanco-kentekenplaten fabriceert, welk bewijs niet ouder mag zijn dan een maand, en

b. een testrapport van een door de RDW aangewezen onderzoeksinstelling, waaruit blijkt, dat de aanvrager blanco-kentekenplaten kan produceren, die voldoen aan de eisen, gesteld in de Regeling kentekens en kentekenplaten en de Regeling eisen goedkeuring kentekenplaten.

Artikel 6. Beschrijving organisatie, verantwoordelijkheden en bevoegdheden

1. Bij de aanvraag van de erkenning wordt een organogram overgelegd, waarin ten minste zijn vermeld:

a. de functies waarbinnen verantwoordelijkheid wordt gedragen voor de naleving van de voorschriften in de artikelen 14 tot en met 20 en van de algemene voorwaarden voor procesbeheersing;

b. de personen die verantwoordelijk zijn voor de naleving van de voorschriften in de artikelen 14 tot en met 20 en van de algemene voorwaarden voor procesbeheersing; en

c. de plaatsvervangers van de onder b bedoelde personen, tenzij is vastgelegd dat bij afwezigheid van één of meer van deze personen de desbetreffende werkzaamheden niet worden uitgevoerd.

2. Er wordt voorts een beschrijving overgelegd van de procedures met betrekking tot: de naleving van de voorschriften in de artikelen 14 tot en met 20 en van de algemene voorwaarden voor procesbeheersing.

Artikel 7. Afwijkende aanvraageisen.

Indien aan de aanvrager van een erkenning eerder een erkenning is verleend, die op grond van artikel 70d van de wet is ingetrokken, kan, onverminderd het bepaalde in artikel 70 d, derde lid, van de wet, door de RDW worden bepaald dat van onderdelen van hoofdstuk 3 kan worden afgeweken.

Hoofdstuk 4. Erkenningsvoorschriften

Artikel 8. Wijzigingen in organisatie, verantwoordelijkheden en procedures

Wijzigingen ten aanzien van de in artikel 6 beschreven organisatiestructuur, verantwoordelijkheden en procedures worden vooraf bij de RDW aangemeld, evenals overige wijzigingen die voor de erkenning van belang kunnen zijn. De door de RDW hieromtrent gegeven aanwijzingen worden in acht genomen.

Artikel 9. Bescherming van folie en blanco-kentekenplaten

1. De erkenninghouder draagt zorg voor een zodanige behandeling van folie en blanco-kentekenplaten dat beschadiging of achteruitgang wordt voorkomen. De zorg strekt zich uit tot en met de aflevering van de blanco-kentekenplaten op de plaats van bestemming.

2. In afwachting van gebruik of aflevering maakt de erkenninghouder gebruik van aangewezen afsluitbare opslag- of voorraadruimten om beschadiging, diefstal of achteruitgang van folie en blanco-kentekenplaten te voorkomen.

3. De erkenninghouder voorkomt onbedoeld gebruik van folie en blanco-kentekenplaten.

Artikel 10. Aanwezigheid besluiterkenning

1. In de productieplaats waarvoor de erkenning is verleend is het besluit van de RDW, waarbij die erkenning is verleend, aanwezig.

2. Aan de kentekenplaatfabrikant , aan wie de erkenninghouder blanco-kentekenplaten levert, respectievelijk aan de foliefabrikant die folie aan de erkenninghouder levert, geeft de erkenninghouder op hun verzoek het in het eerste lid bedoelde besluit ter inzage.

Artikel 11. Voorschriften productieplaats

Een productieplaats waarvoor de erkenning geldt moet voortdurend blijven voldoen aan de in de artikelen 2 en 3 gestelde eisen.

Artikel 12. Opleiding personeel

De erkenninghouder is ervoor verantwoordelijk, dat het bij de productie en aflevering betrokken personeel op de hoogte is van de op de productie en aflevering toepasselijke voorschriften.

Artikel 13. Tonen folie en blanco-kentekenplaten

De erkenninghouder dient te allen tijde te kunnen aangeven waar in ontvangst genomen folie en blanco-kentekenplaten, die nog niet zijn afgeleverd, zich bevinden.

Artikel 14. Voorschriften productie

1. De erkenninghouder verricht de productie met inachtneming van de Regeling kentekens en kentekenplaten en de Regeling eisen goedkeuring kentekenplaten.

2. De fabricage van blanco-kentekenplaten vindt slechts plaats in de productieplaatsen waarvoor de erkenning is verleend.

Artikel 15. Ontvangst folie

De erkenninghouder neemt uitsluitend folie in ontvangst die is voorzien van het door de foliefabrikant aan te brengen waarmerk en die vergezeld gaat van een document van de foliefabrikant dat tenminste de volgende gegevens bevat:

a. naam en adres van de folie-fabrikant;

b. datum van levering; en

c. hoeveelheid en soort van de folie, onderverdeeld naar kleur en model.

Artikel 16. Ingangscontrole folie

1. Door middel van een ingangscontrole wordt, alvorens tot productie wordt overgegaan, vastgesteld dat de folie:

a. voldoet aan de eisen van de Regeling eisen goedkeuring kentekenplaten, voor zover deze van toepassing zijn;

b. is voorzien van het door de foliefabrikant aan te brengen waarmerk, en

c. onbeschadigd is.

2. Van de ingangscontrole wordt een ingangscontrolerapport opgemaakt, dat in ieder geval bevat:

a. de naam en adres van de betrokken foliefabrikant;

b. de hoeveelheid en de soort folie, onderverdeeld naar kleur en model;

c. de datum van levering,

d. een verwijzing naar het in artikel 15 bedoelde document,

e. de ondertekening door de functionaris die verantwoordelijk is voor de ingangscontrole, en

f. de datum van de ingangscontrole.

3. Folie waarop nog geen ingangscontrole heeft plaatsgehad moet duidelijk als zodanig te erkennen zijn, doordat het apart is opgeslagen.

Artikel 17. Afgekeurde folie

1. De erkenninghouder dient folie, die niet aan de in het eerste lid van artikel 16 gestelde eisen voldoet terstondte vernietigen, dan wel te retourneren aan de foliefabrikant.

2. Indien de erkenninghouder de folie retourneert, gaat deze vergezeld van een document, waarop is vermeld:

a. de hoeveelheid en de soort folie, onderverdeeld naar kleur en model;

b. de datum van levering;

c. een verwijzing naar het in artikel 15 bedoelde document;

d. de ondertekening door de functionaris die verantwoordelijk is voor de ingangscontrole;

e. de datum van de ingangscontrole, en

f. de reden van afkeuring.

3. Van het onder 2 genoemde document wordt een afschrift bewaard.

4. In het geval, bedoeld in het tweede lid, vraagt de erkenninghouder van de betrokken foliefabrikant een ontvangstbevestiging.

5. Indien de erkenninghouder de afgekeurde folie vernietigt, wordt daarvan een rapport opgemaakt en bewaard, dat tenminste bevat:

a. de naam en adres van de betrokken foliefabrikant;

b. de hoeveelheid en de soort folie, onderverdeeld naar kleur en model;

c. de datum van levering;

d. een verwijzing naar het in artikel 15 bedoelde document;

e. de ondertekening door de functionaris die verantwoordelijk is voor de ingangscontrole;

e. de datum van de ingangscontrole, en

f. de reden van afkeuring.

Artikel 18. Eindcontrole. Afgekeurde blanco-kentekenplaten

1. Alvorens de erkenninghouder overgaat tot aflevering van blanco-kentekenplaten controleert hij of deze voldoen aan de in de Regeling kentekens en kentekenplaten en de Regeling eisen goedkeuring kentekenplaten gestelde eisen en of zij zijn voorzien van het door de erkenninghouder aan te brengen waarmerk.

2. Blanco-kentekenplaten die niet aan de eisen voldoen worden terstond vernietigd. Van de vernietiging wordt een rapport opgemaakt en bewaard dat in ieder geval de volgende gegevens per kentekenplaat bevat:

a. de lamineercode indien deze is voorgeschreven;

b. het model en de kleur van de blanco-kentekenplaat, en

c. de naam en adres van de fabrikant van de folie.

Artikel 19. Afgifte blanco-kentekenplaten

1. Blanco-kentekenplaten worden uitsluitend afgegeven aan erkende kentekenplaatfabrikanten. Blanco-kentekenplaten, geschikt voor het produceren van kentekenplaten volgens de modellen 1.1 tot en met 26.1 van de bijlage bij de Regeling kentekens en kentekenplaten mogen tevens worden afgegeven aan houders van een geldige machtiging als bedoeld in artikel 22, eerste lid.

2. Bij de aflevering zijn de blanco-kentekenplaten voorzien van een document, waarin in ieder geval zijn vermeld:

a. de hoeveelheid en de soort blanco-kentekenplaten, onderverdeeld naar lamineercode (indien aanwezig), kleur en model;

b. de datum van levering;

c. de naam en het adres van de kentekenplaatfabrikant, en

d. de naam en handtekening van de voor de aflevering verantwoordelijke functionaris.

3. Van het in het tweede lid bedoelde document wordt een afschriftbewaard.

4. Indien de kentekenplaatfabrikant afgekeurde blanco-kentekenplaten retourneert, geeft de erkenninghouder desgevraagd een ontvangstbevestiging af.

Artikel 20. Administratie

1. De erkenninghouder voert een overzichtelijke administratie, waarin zijn opgenomen:

a. de documenten, bedoeld in artikel 15;

b. de rapporten van de ingangscontrole, bedoeld in artikel 16, tweede lid;

c. de afschriften, bedoeld in artikel 17, derde lid;

d. de ontvangstbevestigingen als bedoeld in artikel 17, vierde lid;

e. de rapporten, bedoeld in artikel 17, vijfde lid;

f. de rapporten, bedoeld in artikel 18, tweede lid, en

g. de afschriften, bedoeld in artikel 19, derde lid.

2. De bescheiden, bedoeld in het eerste lid, worden twee jaar bewaard.

Hoofdstuk 5. Overige bepalingen

Artikel 21. Toezicht

1. Nadat een erkenning is verleend wordt door de daartoe aangewezen functionarissen van de RDW periodiek dan wel steekproefsgewijs onaangekondigd onderzocht of de erkenninghouder alsmede de produktieplaats nog voldoen aan de in hoofdstuk 2 opgenomen erkenningseisen, en of de in hoofdstuk 4 opgenomen erkenningvoorschriften en de overige bij of krachtens de wet gestelde voorschriften worden nageleefd.

2. Aan een controle wordt door de erkenninghouder alle medewerking verleend. Onder alle medewerking wordt in ieder geval verstaan dat:

a. de verantwoordelijke functionarissen van de erkenninghouder of hun vervangers bij de controle aanwezig zijn, en

b. feitelijke assistentie wordt verleend bij het uitvoeren van de controle.

De ter zake door de RDW gegeven aanwijzingen worden in acht genomen.

3. Het toezicht kan tevens inhouden, dat de RDW de erkenninghouder vraagt een gedeelte van de door de erkenninghouder in ontvangst genomen folie voor onderzoek ter beschikking te stellen dan wel met betrekking tot een of meer door de RDW aan te wijzen blanco-kentekenplaten een testrapport van een door de RDW aangewezen onderzoeksinstelling over te leggen waaruit blijkt dat de kentekenplaten voldoen aan de eisen, gesteld in de Regeling kentekens en kentekenplaten en de Regelingeisen goedkeuring kentekenplaten.

Artikel 22. Oude machtigingen

1. Een op de dagvóór die van de inwerkingtreding van de wet geldende goedkeuring of machtiging tot het aanbrengen van een keurmerk op blanco-kentekenplaten en de daarop op die dag van toepassing zijnde voorschriften blijven tot 1 februari 2003 van kracht ten aanzien van blanco-kentekenplaten bestemd voor kentekenplaten volgens de modellen 1.1 tot en met 26.1 van de bijlage bij de Regeling kentekens en kentekenplaten.

2. Een goedkeuring of machtiging als bedoeld in het eerste lid vervalt met ingang van de dag waarop aan degene, aan wie de goedkeuring of machtiging is afgegeven, een erkenning wordt verleend.

Artikel 23. In werkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag waarop de Wet van 6 oktober 1999 houdende wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 met betrekking tot de afgifte en inname van kentekenplaten (Staatsblad 1999, 459) in werking treedt.

Artikel 24. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Erkenningsregeling lamineerders.

Deze regeling wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,
T. Netelenbos.

Toelichting

Met deze regeling wordt - voor de productie en afgifte van blanco-kentekenplaten - uitvoering gegeven aan de op 6 oktober 1999 tot standgekomen wettelijke regeling van de afgifte en inname van kentekenplaten (GAIK) waarbij de artikelen 70 a tot en metj zijn ingevoegd in de Wegenverkeerswet 1994. Met GAIK wordt beoogd de fraude met kentekenplaten te bestrijden door de introductie van een systeem van gecontroleerde afgifte en inname van kentekenplaten. Kern van het door de wetgever beoogde systeem is dat kentekenplaten en halfproducten daarvan (respectievelijk folie en blanco-kentekenplaten) slechts mogen worden geproduceerd door daartoe erkende fabrikanten (respectievelijk foliefabrikanten, lamineerders en kentekenplaatfabikanten). De erkende foliefabrikanten mogen de folie slechts leveren aan erkende lamineerders, die de blanco-kentekenplaten vervolgens slechts mogen leveren aan erkende kentekenplaatfabrikanten. Deze mogen op hun beurt de kentekenplaten behoudens uitzonderingen slechts afgeven aan degene op wiens naam het betrokken kenteken is geregistreerd. Voorts worden nieuwe modellen kentekenplaat met Europees embleem ingevoerd die moeten zijn voorzien van een waarmerk respectievelijk keurmerk van de foliefabrikant, lamineerder en kentekenplaatfabrikanten een uniek nummer (lamineercode) waarmee iedere kentekenplaat kan worden geïdentificeerd.

Verwezen zij naar de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel GAIK (Kamerstukken II 1997-1998, 26 138, nr. 3) waar is ingegaan op het nieuwe systeem, zoals dat in de wet zelf en in de uitvoeringsregelingen wordt neergelegd.

Deze ministeriële regeling bevat ter uitvoering van onder meer het nieuwe artikel 70 a van de wetnadere regels met betrekking tot de erkenning van fabrikanten van blanco-kentekenplaten (lamineerders). De regeling bevatallereerst de vereisten voor het kunnen verkrijgen van een erkenning (Hoofdstuk 2) en regels met betrekking tot de aanvraag ( Hoofdstuk 3). Het bij de aanvraag over te leggen testrapport en de gegevens met betrekking tot de interne organisatie (artikelen 5 en 6) zijn noodzakelijk om te kunnen beoordelen of de aanvrager technisch en organisatorisch in staat is tot productie en afgifte van blanco-kentekenplaten volgens de voorschriften. Verder worden voorschriften gegeven waaraan de erkenninghouder bij de productie en afgifte van blanco-kentekenplaten moet voldoen (Hoofdstuk 4). Deze voorschriften beogen met name het proces van productie en afgifte vanafde ontvangst van de folie tot en met de aflevering van de blanco-kentekenplaten controleerbaar en traceerbaar te maken door middel van een administratie van de ontvangen folie en de afgeleverde blanco-kentekenplaten (zie de artikelen 19 en 23). Een ingangscontrole van folie en een eindcontrole van de geproduceerde blanco-kentekenplaten (zie de artikelen 16 en 18) dienen mede om te waarborgen dat deze producten wanneer zij worden verwerkt, respectieveljik afgeleverd, voldoen aan de technische eisen. De regeling voor afgekeurde folie en blanco-kentekenplaten (de artikelen 17 en 18) is noodzakelijk om te waarborgen dat de afgekeurde producten niet in verkeerde handen komen.

Het gesloten systeem van afname en aflevering (alleen van, respectievelijk aan erkende foliefabrikanten en kentekenplaatfabrikanten) is geregeld in de artikelen 15 en 19.

Wat betreft de folie is de regeling blijkens de definitie inartikel 1, eerste lid onder i, overigens slechts van toepassing op de folie, geschikt voor verwerking in de zgn. oude en nieuwe gele kentekenplaten.

Deze erkenningsregeling vervangt de regeling van de machtiging voor het produceren van kentekenplaten in de artikelen 21 tot en met 26 van de Regeling eisen goedkeuring kentekenplaten. Wat betreft de vóór de inwerkingtreding van GAIK geldende machtigingen wordt in artikel 23 bepaald dat deze voor de blanco-kentekenplaten, geschikt voor de oude modellen kentekenplaten (1.1 tot en met 26.1), van kracht blijven tot 1 februari 2003. Voor degenen die een nieuwe erkenning krijgen kan een eventueel eerder aan hen verleende machtiging vervallen, omdatde erkenning mede betrekking heeft op de productie van blanco-kentekenplaten voor oude modellen kentekenplaten.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

T. Netelenbos.

Naar boven