Wijziging Regeling vergoedingen keuring stoom- of damptoestellen

2 oktober 2000

ARBO/APM/00/55746

Directie Arbeidsomstandigheden

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.F. Hoogervorst,

Gelet op artikel 9 van de Stoomwet1 en artikel 4, tweede lid, derde volzin, van het Stoombesluit2;

Besluit:

Artikel I

De Regeling vergoedingen voor keuring van stoom- of damptoestellen3 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 5 wordt gewijzigd als volgt:

1. Het eerste en tweede lid worden vervangen door:

1. Ten aanzien van een stoomtoestel of damptoestel, zijnde een ketel of zijnde een vat waarin damp op overeenkomstige wijze als vloeistof in een ketel wordt verhit, bedraagt de basisvergoeding ten hoogste:

a. voor een keuring als bedoeld in artikel 2, onder a, bij een verwarmd oppervlak:

1°. tot en met 25 m2: f 34,75 per m2 + f 685,-;

2°. boven 25 t/m 60 m2: f 15,75 per m2 + f 1155,-;

3°. boven 60 t/m 250 m2: f 13,55 per m2 + f 1275,-;

4°. boven 250 t/m 1250 m2: f 5,20 per m2 + f 3360,-;

5°. boven 1250 m2: f 3,10 per m2 + f 6000,-;

b. voor een keuring als bedoeld in artikel 2, onder b, bij een verwarmd oppervlak:

1°. tot en met 5 m2: f 52,25 per m2 + f 130,-;

2°. boven 5 t/m 100 m2: f 5,25 per m2 + f 365,-;

3°. boven 100 t/m 500 m2: f 3,10 per m2 + f 575,-;

4°. boven 500 t/m 2000 m2: f 0,95 per m2 + f 1672,-;

5°. boven 2000 t/m 5000 m2: f 0,31 per m2 + f 2926,-;

6°. boven 5000 m2: f 4495,-.

2. Ten aanzien van een stoomtoestel of damptoestel, zijnde een vat anders dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt de basisvergoeding ten hoogste:

a. voor een keuring als bedoeld in artikel 2, onder a, indien het vat geen leiding is, bij een inhoud:

1°. tot en met 5 m3: f 178 per m3 + f 679,-;

2°. boven 5 t/m 100 m3: f 32,40 per m3 + f 1405,-;

3°. boven 100 m3: f 10,40 per m3 + f 3600,-;

b. voor een keuring als bedoeld in artikel 2, onder b, bij een inhoud:

1°. tot en met 20 m3: f 15,70 per m3 + f 131,-;

2°. boven 20 t/m 100 m3: f 6,25 per m3 + f 318,50;

3°. boven 100 t/m 1000 m3: f 2,60 per m3 + f 684,-;

4°.boven 1000 t/m 2000 m3: f 0,83 per m3 + f 2460,-;

5°. boven 2000 m3: f 4180,-.

2. In het derde lid wordt `f 188,-` vervangen door `f 197,-`, `f 200,-` door `f 209,-` en `f 220,-` door `f 230,-`.

3. In het vijfde en zesde lid wordt `f 188,-` vervangen door `f 197,-`.

B

In artikel 6 wordt `f 100,-` vervangen door `f 105,-` , `f 150,-` door `f 157,-` en `f 188,-` door `f 197,-`.

Artikel II

De regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken van 21 januari 1958, Afdeling Arbeidsverhoudingen, no. 2849, tot uitvoering van artikel 4, tweede lid, van het Stoombesluit (Stcrt. 19) wordt ingetrokken4.

Artikel III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en artikel II werkt terug tot en met 12 september 1998.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

`s-Gravenhage, 2 oktober 2000.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,J.F. Hoogervorst.

1 Stb. 1953, 179, laatstelijk gewijzigd bij wet van 6 november 1997, Stb. 510.

2 Stb. 1953, 587, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 5 juli 1999, Stb. 311.

3 Stcrt. 1977, 82, laatstelijk gewijzigd bij regeling van 4 september 1998, Stcrt. 172.

4 Laatstelijk gewijzigd bij regeling van 23 augustus 1991, Stcrt. 168.

Toelichting

In artikel 9 van de Stoomwet is bepaald dat voor de bij of krachtens die wet voorgeschreven keuringen, alsmede voor het uitreiken van een vergunningsbewijs vergoedingen zijn verschuldigd overeenkomstig door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid te stellen regelen. Bedoelde vergoedingen zijn vastgesteld bij de Regeling vergoedingen voor keuring van stoom- of damptoestellen.

In mei 1994 sloot de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een contract met Stoomwezen B.V. waarin onder meer bepaald werd dat Stoomwezen B.V. de opdracht en bevoegdheid kreeg tot het, namens de Minister, uitvoeren van in het contract nader omschreven werkzaamheden en daarbij behorende vergunningverlening. Bedoelde werkzaamheden, die tot dan toe door de Dienst voor het Stoomwezen (onderdeel van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid) werden uitgevoerd, zijn gedurende de looptijd van het contract exclusief aan Stoomwezen B.V. opgedragen. De opgedragen werkzaamheden zijn onder meer gebaseerd op voorschriften neergelegd in de Stoomwet en het daarop gebaseerde Stoombesluit.

In het contract met Stoomwezen B.V. is vastgelegd dat de Minister de vergoedingen zoals bepaald in artikel 9 van de Stoomwet blijft vaststellen gedurende de looptijd van het contract.

De vergoedingen zijn voor het laatst met ingang van 12 september 1998 aan de consumentenprijsindexcijfers aangepast. In de onderhavige wijziging worden de vergoedingen aangepast met 4.5% op basis van de consumentenprijsindexcijfers van april 1998 en juni 2000.

Bij de ministeriële regeling van 4 september 1998 (Stcrt. 172), in werking getreden met ingang van 12 september 1998, waarbij de ministeriële regeling van 21 april 1977 (Stcrt. 82) werd gewijzigd en tevens van de citeertitel `Regeling vergoedingen voor keuring van stoom- en damptoestellen' werd voorzien, is in laatstgenoemde regeling een bepaling opgenomen met betrekking tot de vergoeding voor keuringen buiten Nederland (artikel 5, zesde lid). Bij die gelegenheid is verzuimd de ministeriële regeling van 21 januari 1958 (Stcrt. 19) waarin op basis van artikel 4, tweede lid, van het Stoombesluit eveneens tarieven zijn vastgesteld voor het verrichten van keuringen in het buitenland, in te trekken. De onderhavige regeling voorziet daarin alsnog.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J.F. Hoogervorst.

Naar boven