De Raad van Bestuur van het Havenschap Moerdijk;
In de openbare vergadering van 7 september 2000 bijeen;
Gelezen het voorstel van het Dagelijks Bestuur van 24 augustus 2000 inzake
de overdracht van de bevoegdheid tot verwerving van onroerende zaken buiten
het beheersgebied als bedoeld in artikel 3, lid 2 van de gemeenschappelijke
regeling Havenschap Moerdijk, herziening 1997, voor zover deze verwerving
nodig is in verband met de akoestische invulling van het haven- en industriecomplex;
Gelet op het bepaalde in de Wet gemeenschappelijke regelingen, de Algemene
wet bestuursrecht en de gemeenschappelijke regeling Havenschap Moerdijk, herziening
1997;
Besluit:
I. de bevoegdheid tot verwerving van onroerende zaken buiten het beheersgebied
als bedoeld in artikel 3, lid 2 van de gemeenschappelijke regeling Havenschap
Moerdijk, herziening 1997, voor zover deze verwerving nodig is in verband
met de akoestische invulling van het haven- in industriecomplex, te delegeren
aan het Dagelijks Bestuur;
II. Het Dagelijks Bestuur te machtigen de onder 1. Bedoelde bevoegdheid
te mandateren aan de directie;
III. Het Dagelijks Bestuur te machtigen de directie bij mandatering te
machtigen al datgene te doen wat in het belang van het Havenschap Moerdijk
nuttig en nodig is, een en ander voor zover dit niet in strijd komt met het
bepaalde onder 1.
De Raad van Bestuur voornoemd,
N.A. van der Pool,
secretaris.
W.H. Huijbregts-Schiedom, voorzitter.