Wijziging verplichtstelling deelname in een bedrijfspensioenfonds

Pensioenfonds voor de Grafische Bedrijven

Bij besluit van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 29 augustus 2000, nr. 9958049, Arbeidsinspectie, Centraal Kantoor, Afdeling Collectieve Arbeidsvoorwaarden, is krachtens artikel 3, eerste lid, van de Wet betreffende verplichte deelneming in een bedrijfspensioenfonds het besluit van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 28 april 1999, nr. AI/CK/VCR/9821702, AI/CK/VCR/9815356, Stcrt. 1999, nr. 84 zodanig gewijzigd, dat de deelneming in de Stichting Pensioenfonds voor de Grafische Bedrijven zoals in het besluit is bepaald onder II. is verplicht gesteld voor:

iedere man of vrouw van 21 jaar tot de eerste dag van de maand waarin hij of zij de 65e verjaardag bereikt,

a. die op basis van een arbeidsovereenkomst in dienst is van de werkgever met één of meer werknemers in dienst, die activiteiten verricht die worden gerekend tot grafische bedrijven, zoals omschreven in de hierna genoemde onderdelen A tot en met J;

b. die op basis van een arbeidsovereenkomst in dienst is van de werkgever, die deel uitmaakt van in een groep verbonden ondernemingen waartoe ook grafische bedrijven behoren zoals omschreven in de hierna genoemde onderdelen A tot en met J en die één of meer werknemers in dienst heeft, wier gewone taak het is bedrijfsmatige werkzaamheden te verrichten in of ten behoeve van één of meer van deze tot de groep behorende grafische bedrijven,

een en ander met uitzondering van degenen die werkzaam zijn als:

I. voor zover het betreft het grafimedia bedrijf, genoemd onder A, B, C en H:

a. directeuren, adjunct-directeuren of onder-directeuren;

b. leden Groep Management en bedrijfsleiders;

c. leden van het management-team;

d. vertegenwoordigers/(commerciële) buitendienstmedewerkers;

e. volontairs (ieder wiens loon uitsluitend bestaat uit onderricht);

f. zij, die in het kader van een school- of vakopleiding een stage volgen om vakbekwaamheid te verwerven;

g. scholieren en studenten, die een opleiding of studie in dagonderwijs volgen en die gedurende de periode van de reguliere vakantie van het betreffende dagonderwijs, tijdelijk werkzaam zijn;

h. werknemers, werkzaam in huisdrukkerijen, zijnde niet eigen rechtspersoonlijkheid bezittende afdelingen of nevenbedrijven van een niet-grafisch hoofdbedrijf, waarin geen ander drukwerk wordt vervaardigd dan dat, hetwelk uitsluitend dient ten behoeve van de interne dienst van het hoofdbedrijf of één of meer niet grafische nevenbedrijven daarvan, voor zover dit hoofd- of nevenbedrijf zijn werkzaamheden niet uitoefent in het uitgeversbedrijf;

i. degenen, die in dienst van één werkgever afwisselend ten behoeve van een grafisch en een niet-grafisch bedrijfsonderdeel werkzaam zijn en als regel minder dan 17 uren per week ten behoeve van een grafisch bedrijfsonderdeel werkzaam zijn;

j. werknemers, werkzaam in de afdelingen papierwaren, enveloppenfabricage en linieerderijen van Van Gelder Zonen NV Koninklijke Papierfabrieken voor het bedrijf te Apeldoorn, de NV Polak en Schwarz' Essencefabrieken, de NV Koninklijke Pharmaceutische Fabrieken v.h. Brocades-Stheeman en Pharmacia, Balatum NV en Klavarscribo te Slikkerveer, drukkerijen van schepen in de grote vaart en drukkerijen, welke geëxploiteerd worden door publiekrechtelijke lichamen;

II. voor zover het betreft het klein formaat offsetbedrijf:

a. werknemers, die geheel of in overwegende mate werkzaamheden verrichten in een tot de onderneming behorende winkel;

b. werknemers, vallend onder de categorieën Ia tot en met g;

c. werknemers, werkzaam in klein formaat offsetinrichtingen, zijnde niet eigen rechtspersoonlijkheid bezittende afdelingen of nevenbedrijven van een andersoortig niet-grafisch bedrijf, waarin geen ander klein formaat offset werk wordt vervaardigd dan dat, hetwelk uitsluitend dient ten behoeve van de interne dienst van het hoofdbedrijf (de zgn. `huis' klein formaat offset-inrichtingen);

III. voor zover het betreft het zeefdrukbedrijf:

a. werknemers, vallend onder de categorieën Ia tot en met g;

b. werknemers, werkzaam in zeefdrukinrichtingen, zijnde niet eigen rechtspersoonlijkheid bezittende afdelingen of nevenbedrijven van een andersoortig niet-grafisch bedrijf waarin geen ander zeefdrukbedrijf werk wordt vervaardigd dan dat, hetwelk uitsluitend dient ten behoeve van de interne dienst van het hoofdbedrijf (de zgn. `huis' zeefdrukinrichtingen);

IV. voor zover het betreft het dagbladbedrijf:

1. voor werknemers in technische, administratieve en leidinggevende functies, gericht op de samenstelling en/of productie en/of het verzend gereedmaken en/of de expeditie van dagbladen, daaronder mede begrepen correctoren en chauffeurs:

a. werknemers vallend onder de werkingssfeer als genoemd onder 2;

b. werknemers, vallend onder de categorieën Ia tot en met g;

2. voor werknemers, die als hoofdtaak administratieve arbeid verrichten (daaronder begrepen werkzaamheden van correctoren, van personeel voor de marketing en van verkoop binnendienst, van computerpersoneel in de administratief-organisatorische sector en van personeel in de buitendienst, die inspectie-, acquisitie-, colportage- en/of incassowerkzaamheden verrichten):

alle werknemers, die onder deze werkingssfeer vallen;

V. voor zover het betreft het reprografisch bedrijf:

a. algemeen procuratiehouders, chefs de bureau en hoofdboekhouders met een vast overeengekomen salaris per maand van meer dan 0,28 maal het laatstelijk op 1 januari van enig jaar geldende bedrag van het tweemaal tot een jaarbedrag herleide ouderdomspensioen als genoemd in artikel 9, lid 6, sub a van de Algemene Ouderdomswet - nadien met terugwerkende kracht tot genoemde datum of een daarvoor gelegen tijdstip tot stand gekomen wijzigingen van het bedrag buiten beschouwing gelaten -, na vermindering van bedoeld bedrag met het deel daarvan, hetwelk berust op na 1 januari 1967 doorgevoerde verhogingen, anders dan ingevolge artikel 12 van die wet;

b. werknemers, vallend onder de categorieën Ia, b en d tot en met g;

c. werknemers, werkzaam in reprografie-inrichtingen, zijnde niet eigen rechtspersoonlijkheid bezittende afdelingen of nevenbedrijven van een andersoortig niet-grafisch bedrijf, waarin geen ander reprografisch werk wordt vervaardigd dan dat, hetwelk uitsluitend dient ten behoeve van de interne dienst van het hoofdbedrijf (de zgn. 'huis'reprografie-inrichtingen);

VI. voor zover het betreft het stencildrukbedrijf:

a. werknemers, werkzaam in een leidinggevende functie (anders dan als voorman);

b. werknemers, werkzaam in een administratieve functie;

c. werknemers, vallend onder de categorieën Id tot en met g;

d. werknemers, werkzaam in stencildrukinrichtingen, zijnde niet eigen rechtspersoonlijkheid bezittende afdelingen of nevenbedrijven van een andersoortig niet-grafisch bedrijf, waarin geen ander stencildruk werk wordt vervaardigd dan dat, hetwelk uitsluitend dient ten behoeve van de interne dienst van het hoofdbedrijf (de zgn. 'huis'stencildrukinrichtingen);

wordende ten deze verstaan onder:

A. de Grafische Bedrijven,

waarbij de werkingssfeer zich uitstrekt tot de ondernemingen en onderdelen van ondernemingen, waarin de grafische bedrijven* worden uitgeoefend

(1) Tot de grafische bedrijven behoren het grafimedia bedrijf, het reprografisch bedrijf en het stencildrukbedrijf.

(2) Tot het grafimedia bedrijf behoren de ondernemingen, die zich toeleggen op een of meer van de volgende activiteiten:

· het vervaardigen, bewerken en/of beheren van data met het doel deze data, hoofdzakelijk in de vorm van tekst en/of afbeeldingen, te verveelvoudigen, tot eindproduct te verwerken en te verspreiden of openbaar te maken middels gedrukte, geprinte en/of elektronische vorm, dan wel deze hiervoor geschikt te maken;

· het vermenigvuldigen, tot eindproduct verwerken en verspreiden of openbaar maken van deze data, hoofdzakelijk in de vorm van tekst en/of afbeeldingen, middels gedrukte, geprinte en/of elektronische vorm.

(3) Tot het grafimedia bedrijf behoren in ieder geval:

het Grafisch bedrijf;

het (grafisch) Voorbereidings- cq. Prepress bedrijf;

het (grafisch) Nabewerkingsbedrijf;

het Klein Formaat Offsetbedrijf;

het Zeefdrukbedrijf;

het Dagbladbedrijf;

overige grafimedia bedrijven.

B. Grafisch bedrijf

(1) Tot het grafisch bedrijf behoren ondernemingen die zich toeleggen op hoogdruk, diepdruk, vlakdruk, ongeacht het te bedrukken materiaal.

(2) Tot het Hoogdruk bedrijf worden gerekend die ondernemingen die de hoogdruk techniek toepassen, zowel rotatief als in vellen, alsmede de voorbereiding ten behoeve van dit drukproces en de op het drukproces volgende nabewerking. Hiertoe behoren in ieder geval Boekdrukkerijen, Flexodrukkerijen en Foliedrukkerijen.

(3) Tot het Diepdruk bedrijf worden gerekend die ondernemingen die de diepdruktechniek toepassen, alsmede de voorbereiding ten behoeve van dit drukproces en de op het drukproces volgende nabewerking.

Hiertoe behoren in ieder geval Rasterdiepdrukkerijen.

(4) Tot het Vlakdrukbedrijf worden gerekend die ondernemingen die de vlakdruktechniek, al dan niet met behulp van vocht, toepassen, zowel rotatief als in vellen, alsmede de voorbereiding ten behoeve van dit drukproces en de op het drukproces volgende nabewerking.

Hiertoe behoren in ieder geval Offsetdrukkerijen, Steendrukkerijen, Blikdrukkerijen, Glasdrukkerijen en ondernemingen waar drukwerk wordt vervaardigd (deels) via digitale vermenigvuldigingsprocessen of via fotodruk, dan wel plaatdruk.

(5) Niet tot het Vlakdrukbedrijf worden geacht te behoren vlakdrukafdelingen die onderdeel uitmaken van een onderneming in de metaalindustrie.

C. (Grafisch) Voorbereidings- cq. Prepress bedrijf

(1) Tot het (grafisch) Voorbereidings- cq. Prepressbedrijf worden gerekend die ondernemingen, die geheel of in overwegende mate voorbereidende werkzaamheden verrichten ten behoeve van drukprocessen in de bedrijven, genoemd onder B, E en F.

Het betreft ondernemingen waar beelddragers en/of drukvormen* worden vervaardigd voor het hoog-, diep-, vlak- en zeefdrukproces, alsmede digitale bestanden, voorzien van grafische parameters ter aansturing van deze of andere vermenigvuldigingsprocessen.

Daartoe worden teksten en/of afbeeldingen bewerkt langs mechanische, optische, elektronische of digitale weg tot eindproducten.

De levering van deze eindproducten vindt plaats op (fotografisch) papier en/of film (analoog), of digitaal middels anderssoortige dragers als magnetische en optische opslagmiddelen, dan wel rechtstreeks onder meer via kabel- of satellietverbindingen.

(2) Tot het (Grafisch) Voorbereidings- cq. Prepress bedrijf worden tevens gerekend afdelingen van uitgeverijen met (fotozet-) en/of beeldvervaardigingsapparatuur.

D. (Grafisch) Nabewerkingsbedrijf

(1) Tot het (grafisch) Nabewerkingsbedrijf behoren ondernemingen die geheel of in overwegende mate grafische producten bewerken tot eindproduct alsmede de daarbij behorende diensten in de productielijn verlenen.

Hiertoe worden onder meer gerekend:

- het Boekbind bedrijf;

Tot het Boekbind bedrijf worden geacht te behoren de ondernemingen, waarin de (hand-) boekbinderij, brocheerderij, linieerderij, kantoorboekenfabricage, stalenboekenfabricage* of persvergulderij wordt uitgeoefend.

- het Papierwaren bedrijf:

Tot het Papierwaren bedrijf worden geacht te behoren de ondernemingen, welke zijn ingericht voor de verwerking van papier ter vervaardiging van:

schriften, notitieboekjes, cahiers in papieren omslag met of zonder linnen rug, alle soorten blocnotes, alsmede voor de vervaardiging van mappen en soortgelijke artikelen;

labels, briefkaarten en soortgelijke producten.

- het Enveloppen bedrijf;

Tot het Enveloppen bedrijf worden geacht te behoren de ondernemingen, welke speciaal zijn ingericht voor de vervaardiging van enveloppen in de meest brede zin.

Hiertoe wordt ook gerekend het samenstellen en gereed maken van dozen post, mappen en dergelijke.

(2) Tot het (grafisch) Nabewerkingsbedrijf behoren mede de onderdelen van ondernemingen, waarin werkzaamheden plaats vinden, die als regel verricht worden in de ondernemingen, bedoeld in lid 1 van dit onderdeel D, waaronder mede worden verstaan de werkzaamheden ter vervaardiging van: ordners (met inachtneming van het bepaalde in lid 3 van dit onderdeel D), banden, boekomslagen, agenda's, notitieblocs, onderleggers, portefeuilles, mappen en soortgelijke artikelen uit leder, kunststof of andere stoffen.

(3) Niet tot het (grafisch) Nabewerkingsbedrijf worden geacht te behoren ondernemingen of onderdelen van ondernemingen, waarin de volgende werkzaamheden plaats vinden:

het vervaardigen van ordners, die bestaan uit één stuk basismateriaal, voorzien van een ordnermechanisme, behoudens wanneer dit geschiedt in een onderneming, die in hoofdzaak artikelen vervaardigt als overigens genoemd in de leden 1 en 2 van dit onderdeel D;

het vervaardigen van ordners, die bestaan uit meer dan één stuk basismateriaal, voorzien van een ordnermechanisme, indien dit geschiedt in een onderneming, die in hoofdzaak kartonnageproducten vervaardigt;

het verpakken en expediëren van niet opgemaakt papier in de papiergroothandel en in de papierfabrieken;

het vervaardigen van papierenzakken en (flexibele) verpakkingen, met inachtneming van het bepaalde in onderdeel H, sub c.

E. Klein Formaat Offsetbedrijf

(1) Tot het Klein Formaat Offsetbedrijf worden geacht te behoren ondernemingen of delen van niet-grafische ondernemingen, die aan de volgende criteria moeten voldoen:

- Het aantal in dienst zijnde fulltime werknemers bij deze (delen van) ondernemingen is ten hoogste 15, waarbij deeltijd werknemers rekenkundig worden herleid tot voltijd werknemers. De bepaling van het aantal werknemers geschiedt voor het eerst bij de oprichting van (delen van) de onderneming en vervolgens per 1 januari van ieder jaar;

- Er wordt drukwerk vervaardigd ten behoeve van derden.

Dit drukwerk wordt vervaardigd op de navolgende categorieën vellendrukpersen:

Categorie I

offsetdrukpersen geschikt voor papierformaten tot 2100 cm2 ingericht voor één-kleurdruk of voor meerkleurendruk in één drukgang, en/of

Categorie II

offsetdrukpersen geschikt voor papierformaten tussen 2100 cm2 en 3500 cm2, ingericht voor één-kleurdruk.

(2) In afwijking van het voorgaande wordt ook aan de criteria voldaan indien bij een totaal persenbestand van vier of meer vellendrukpersen één van deze persen niet onder categorie I of II valt. Dit betreft met name een offsetpers, geschikt voor papierformaten tussen 2100 cm2 en 3500 cm2, ingericht voor meerkleurendruk in één drukgang, of een vellendrukpers geschikt voor een papierformaat tot maximaal 3500 cm2, waarop drukwerk wordt vervaardigd middels een ander drukprocédé dan offsetdruk.

F. Zeefdrukbedrijf

(1) Tot het Zeefdrukbedrijf behoren ondernemingen, die geheel of in overwegende mate de zeefdruktechniek, ongeacht het te bedrukken materiaal, toepassen en deze eventueel combineren met activiteiten zoals tampondrukken, digitaal plotten, digitaal graveren en digitaal printen, flock printen.

(2) Niet hiertoe worden geacht te behoren:

onderdelen van ondernemingen, die geacht worden te behoren tot het grafisch bedrijf;

onderdelen van ondernemingen, die niet als hoofdactiviteit het zeefdrukprocédé ten behoeve van derden toepassen en waarvan de werknemers vallen onder de werkingssfeer van een bedrijfstak-CAO anders dan de grafimedia CAO of onder die van een eigen bedrijfs-CAO.

G. Dagbladbedrijf

Tot het dagbladbedrijf behoren ondernemingen, die zich toeleggen op het samenstellen en/of produceren en/of expediëren van dagbladen, alsmede de rechtstreeks hiermee verband houdende activiteiten.

H. Overige grafimedia bedrijven

Tot de overige grafimedia bedrijven behoren de volgende ondernemingen:

a. typebureaus en computer-servicebureaus of onderdelen daarvan, die diensten verlenen aan de grafimedia ondernemingen en wel als volgt:

- indien zij overwegend werkzaam zijn ten behoeve van de toelevering aan grafimedia ondernemingen: geheel;

- indien zij niet overwegend werkzaam zijn ten behoeve van de toelevering aan grafimedia ondernemingen: uitsluitend voor die afdelingen waarin hoofdzakelijk zetselvervaardiging plaats vindt als duidelijk herkenbare activiteit;

b. ondernemingen, waarin etiketten worden vervaardigd, daaronder mede zelfklevende etiketten begrepen;

c. ondernemingen, waarin het kartonnage- of flexibele verpakkingsbedrijf wordt uitgeoefend voor wat betreft de (vaktechnische) productiemedewerkers in de afdelingen voorbereiding en drukkerij.

I. Reprografisch bedrijf

(1) Tot het reprografisch bedrijf behoren alle ondernemingen en delen van ondernemingen in Nederland - natuurlijke en rechtspersonen - die diensten verrichten op het gebied van de reprografie, variërend van het in opdracht reproduceren van aangeleverde originelen tot het aanbieden van faciliteiten op reprografisch gebied, met uitzondering van ondernemingen die zich uitsluitend toeleggen op het vermenigvuldigen van originelen op de formaten A4 en/of A3.

(2) Niet tot het reprografisch bedrijf worden gerekend ondernemingen die behoren tot het (grafisch) Voorbereidings- cq. Prepress bedrijf.

J. Stencildrukbedrijf

Tot het stencildrukbedrijf behoren de ondernemingen of onderdelen van ondernemingen, waarin door middel van stencildrukmachines stencilwerk wordt vervaardigd voor derden.

Wordende voorts ten deze verstaan onder ondernemingen inrichtingen en onderdelen van inrichtingen, staande onder beheer van een of meer natuurlijke of rechtspersonen, waarin een of meer grafische bedrijven worden uitgeoefend uitgezonderd inrichtingen, die onder beheer staan van publiekrechtelijke lichamen;

Dit besluit treedt in werking twee dagen na die van publicatie in de Staatscourant.

's-Gravenhage, 29 augustus 2000.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,J.F. Hoogervorst.
Namens de Staatssecretaris,
De Algemeen Directeur van de Arbeidsinspectie,
P.J. Huijzendveld.

Naar boven