Gemeente Amsterdam

Aanwijzing bevoegde autoriteit Binnenvaartpolitiereglement voor de buiten het beheersgebied van het Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied gelegen wateren binnen de gemeente Amsterdam Aanwijzing opsporingsambtenaren Scheepvaartverkeerswet en ambtenaren bevoegd tot het geven van verkeersaanwijzingen van de dienst Binnenwaterbeheer van de gemeente Amsterdam

21 juli 2000

Nr. 2000\BBA 7094

Dienst Binnenwaterbeheer

Op voorstel van de Wethouder Beheer Binnenwater wordt het volgende besluit genomen:

Burgemeester en Wethouders van Amsterdam,

overwegende:

dat hun besluit van 28 juni 1996, Gemeenteblad 1996, afd. 3, nr. 59, en bekend gemaakt in de Staatscourant 1996, nr. 161, over de vaststelling van bevoegdheden van ambtenaren van de dienst Binnenwaterbeheer Amsterdam, dient te worden geactualiseerd;

dat Burgemeester en Wethouders van de gemeente Amsterdam als zodanig het bevoegd gezag zijn als bedoeld in artikel 2 lid 1 sub a onder ten derde van de Scheepvaartverkeerswet over de buiten het beheersgebied van het Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied vallende scheepvaartwegen, gelegen binnen de gemeente Amsterdam;

dat over het voornemen tot dit besluit overleg heeft plaatsgevonden met politie en justitie;

Gelet op het bepaalde in artikel 5 lid 1 sub b van het Vaststellingsbesluit Binnenvaartpolitiereglement (Besluit van 26 oktober 1983, Staatsblad 1983, nr. 682);

Gelet op het bepaalde in artikel 32 van de Scheepvaartverkeerswet;

Gelet op het bepaalde in artikel 9 van de Scheepvaartverkeerswet en in artikel 2 van het

Besluit van 15 april 1992, Staatsblad 1992, nr. 236 en gelet op de aangetoonde opleiding, kundigheid en ervaring van de personen in kwestie;

Besluiten:

1. Als bevoegde autoriteit in de zin van de betreffende bepalingen uit het Binnenvaartpolitiereglement aan te wijzen:

a) de directeur van de dienst Binnenwaterbeheer van de gemeente Amsterdam

b) bij diens afwezigheid de nautisch inspecteur van de dienst Binnenwaterbeheer van de gemeente Amsterdam

c) bij afwezigheid van zowel de directeur als de nautisch inspecteur de adjunct nautisch inspecteur van de dienst Binnenwaterbeheer van de gemeente Amsterdam.

2. Als buitengewoon opsporingsambtenaar ter opsporing van de bij of krachtens de Scheepvaartverkeerswet strafbaar gestelde feiten, met uitzondering van de bepalingen genoemd in de artikelen 27, 28, 28a, 29 en 29a van die wet, aan te wijzen:

de rayonbeambten van de dienst Binnenwaterbeheer van de gemeente Amsterdam, wanneer zij dienst doen op of aan de scheepvaartwegen in de gemeente Amsterdam waarvan Burgemeester en Wethouders in Amsterdam het bevoegd gezag zijn.

3. Als personen die bevoegd zijn verkeersaanwijzingen te geven, aan te wijzen:

de rayonbeambten van de dienst Binnenwaterbeheer van de gemeente Amsterdam tijdens de daadwerkelijke uitoefening van hun dienst.

4. Hun besluit van 28 juni 1996, Gemeenteblad 1996, afd. 3, nr. 59, gepubliceerd in de Staatscourant 1996, nr.161, in te trekken.

5. Dit besluit te publiceren in het Gemeenteblad en in de Staatscourant.

Afschrift van dit besluit zal worden gegeven aan de Dienst Binnenwaterbeheer Amsterdam, het Gemeentelijk Havenbedrijf Amsterdam en het Korps Landelijke Politiediensten.

Naar boven