Wijziging Regeling veiligheidsadviseur vervoer gevaarlijke stoffen

10 juli 2000

Nr. DGG/J- 00/004150

Directoraat-Generaal Goederenvervoer

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op richtlijn nr. 2000/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 17 april 2000 betreffende de minimumeisen voor het examen voor veiligheidsadviseurs voor het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg, per spoor of over de binnenwateren (PbEG L 118) en op artikel 2 van het Besluit vervoer gevaarlijke stoffen;

Besluit:

Artikel I

De Regeling veiligheidsadviseur vervoer gevaarlijke stoffen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding `1.' geplaatst.

2. Twee leden worden toegevoegd, luidende:

2. Een geldig certificaat is in overeenstemming met de activiteiten van het bedrijf ten behoeve waarvan de veiligheidsadviseur werkzaam is, en kan beperkt zijn tot een of meer takken van vervoer, onderscheidenlijk tot een of meer categorieën gevaarlijke stoffen, bedoeld in artikel 7, vierde lid, onderdeel a.

3. Het opschrift van het certificaat vermeldt een beperking als bedoeld

in het tweede lid.

B

Aan artikel 6 wordt een lid toegevoegd, luidend:

4. De Stichting legt een verzameling aan van de vastgestelde examenvragen. Zij zendt deze verzameling regelmatig aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen.

C

Artikel 7 komt te luiden:

Artikel 7

1. Het examen, bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdeel a, strekt ertoe vast te stellen of de kandidaat over het kennisniveau beschikt dat vereist is om de taken van veiligheidsadviseur te kunnen vervullen.

2. Na een met goed gevolg afgelegd examen ontvangt de kandidaat ten blijke daarvan een vakbekwaamheidscertificaat.

3. Het examen berust op het uitgangspunt dat de op het examen gerichte opleiding tot doel heeft voldoende kennis te verschaffen over:

a. de gevaren die zijn verbonden aan de handelingen, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel d;

b. de wettelijke voorschriften betref-fende de betrokken takken van vervoer; en

c. de onderwerpen, genoemd in

bijlage 1.

4. Het examen:

a. bestaat uit een schriftelijk gedeelte dat gericht is op de tak van vervoer waarvoor het certificaat zal worden afgegeven, onderscheidenlijk op een of meer van de volgende categorieën gevaarlijke stoffen als bedoeld in de Regeling vervoer over land van gevaarlijke stoffen:

1°. klasse 1,

2°. klasse 2,

3°. klasse 7,

4°. de klassen 3, 4.1, 4.2, 4.3, 4.5, 5.1, 5.2, 6.1, 6.2, 8 en 9, of

5°. de VN-nummers 1202, 1203 en 1223;

b. kan tevens bestaan uit een mondeling gedeelte;

c. bevat een met bijlage 1 samenhangende casuspositie;

d. heeft in ieder geval betrekking op de in bijlage 2 bedoelde aangelegenheden.

5. Het examen bestaat uit ten minste 20 open vragen. In plaats van een of meer open vragen kan een dubbel aantal meerkeuzevragen worden gesteld.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking op 1 augustus 2000.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,T. Netelenbos .

Toelichting

Deze regeling strekt tot implementatie van richtlijn nr. 2000/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 17 april 2000 betreffende de minimumeisen voor het examen voor veiligheidsadviseurs voor het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg, per spoor of over de binnenwateren (PbEG L 118). De strekking van de richtlijn is het internationaal harmoniseren van de minimumeisen voor het examen voor veiligheidsadviseurs. Dat is van belang, omdat de lidstaten over en weer elkaars certificaten (diploma's veiligheidsadviseur) erkennen.

Met ingang van 2000 is de Regeling veiligheidsadviseur vervoer gevaarlijke stoffen van kracht, die eveneens de implementatie van een Europese richtlijn is (richtlijn nr. 96/35/EG van de Raad van de Europese Unie van 3 juni 1996 betreffende de aanwijzing en de beroepsbekwaamheid van veiligheidsadviseurs voor het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg, per spoor of over de binnenwateren, PbEG L 145).

Door de voorliggende wijzigings-regeling wordt de Regeling veiligheidsadviseur vervoer gevaarlijke stoffen aangepast aan richtlijn nr. 2000/18/EG.

De Stichting exameninstituut, die is aangewezen voor het afnemen van examens en het verstrekken van certificaten, voldoet reeds aan de eisen die richtlijn 2000/18/EG daaraan stelt. Het gaat met name om de vereiste bekwaamheid, de onpartijdigheid en de onafhankelijkheid jegens de betrokken ondernemingen.

De richtlijn is bekendgemaakt op 19 mei 2000, en dient uiterlijk drie maanden nadien geïmplementeerd te zijn.

Met toepassing van artikel 6 van de richtlijn zal aan de Commissie van deze regeling mededeling worden gedaan.

Transponeringstabel

De implementatie van de richtlijn in de regeling heeft plaatsgevonden volgens onderstaand overzicht.

stcrt-2000-136-p17-SC24916-1.gif

Artikelsgewijs

De stoffen, bedoeld in het nieuwe artikel 7, vierde lid, onderdeel a, zijn respectievelijk:

a. ontplofbare stoffen;

b. gassen;

c. radioactieve stoffen;

d. overige gevaarlijke stoffen;

e. minerale olieproducten: dieselolie, gasolie, lichte stookolie (1202), benzine (1203), kerosine (1223).

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

T. Netelenbos.

Naar boven