De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
maakt bekend dat hij bij de besluiten van 24 mei 2000, kenmerk MBG 2000062620
en MBG 2000062626, met toepassing van artikel 90, tweede en derde lid, van
de Wet geluidhinder, de ten hoogste toelaatbare waarde van de geluidsbelasting
heeft vastgesteld die de gevels van woningen gelegen in de gemeente Breda
mogen ondervinden.
Het betreft de volgende categorieën woningen:
- bestaande woningen die op 1 maart 1986 een geluidsbelasting ondervonden
vanwege een aanwezige weg van ten minste 65 dB(A), dan wel 60 dB(A) ingeval
zij deel uitmaken van een verzameling van woningen waarvan ten minste 1 woning
een geluidsbelasting op dat tijdstip ondervond van ten minste 65 dB(A) (A-lijst);
- bestaande woningen die op 1 juli 1987 een geluidsbelasting ondervonden
vanwege een aanwezige spoorweg van meer dan 65 dB(A) (Raillijst).
Met toepassing van artikel 90, vierde lid, van de Wet geluidhinder heeft
hij bij voornoemd besluit tevens de gevelmaatregelen vastgesteld die strekken
tot het terugbrengen van de geluidsbelasting, binnen de woningen.
De besluiten en de daaraan ten grondslag liggende stukken liggen met ingang
van 6 juli t/m 16 augustus 2000 gedurende de bezwaartermijn ter inzage bij:
- het stadskantoor van de gemeente Breda te Breda.
- het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
te Den Haag (Rijnstraat 8, bibliotheek) gedurende werkdagen van 08.30 uur
tot 17.00 uur.
Tot de besluiten behoren de lijsten van de betrokken woningen met de daarbij
vastgestelde ten hoogste toelaatbare waarde van de geluidsbelasting.
Tegen genoemde besluiten kunnen belanghebbenden een bezwaarschrift indienen.
De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift bedraagt, op grond van
artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht, zes weken. Het bezwaar dient
te worden gericht aan:
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
Directie Geluid en Verkeer IPC 635
Postbus 30945
2500 GX Den Haag.
Het bezwaarschrift moet zijn ondertekend en bevat ten minste de naam en
het adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van het besluit
waartegen het bezwaar is gericht en de gronden van het bezwaar.
Indien de behoefte bestaat om het bezwaar mondeling toe te lichten dient
dit kenbaar gemaakt te worden aan mevrouw Van der Toorn, telefoon: (030) 687
22 22. Bij gebleken belangstelling zal een hoorzitting worden georganiseerd.