Wijziging normbedragen exploitatiebijdragen standplaatsen en wijziging
subsidieafbraakpercentage woonwagens en standplaatsen
Directie: Informatie, Beheer en Subsidieregelingen
Registratienummer: MG 2000-9
Datum: 14 juni 2000
Strekking: informatie
Relatie met andere circulaires: MG 99-10, MG 99-11 en MG 2000-03
Telefoonnummer: 070-3392207
Onderwerp: Regeling tot wijziging van de normbedragen voor exploitatiebijdragen
van standplaatsen en toepassing van het subsidieafbraakpercentage zoals dit
wordt gecontinueerd voor woonwagens en standplaatsen, zoals deze geldt voor
2000
Aan:
- De budgethoudende bestuursorganen in het kader van het Besluit
woninggebonden subsidies 1995
- De Colleges van Burgemeester en Wethouders
Geacht bestuur/college,
1. Herziening normbedragen standplaatsen
Jaarlijks worden de subsidiebijdragen in de constante en variabele exploitatiekosten
van standplaatsen op voet van de Regeling geldelijke steun standplaatsen voor
woonwagens 1992 aangepast aan opgetreden prijswijzigingen. In artikel 1 van
bijgaande regeling zijn de bedragen voor 2000 vastgelegd. De regeling is van
belang voor die gemeenten die geen gebruik hebben gemaakt van de Regeling
afkoop geldelijke steun woonwagens en standplaatsen (brutering).
2. Wijziging subsidieafbraakpercentage
Voor de periode van 1 juli 2000 tot 1 juli 2001 wordt bij de berekening
van de jaarlijkse bijdragen voor huurwoonwagens en standplaatsen uitgegaan
van een subsidieafbraakpercentage van 3,8, zoals u reeds is aangekondigd in
MG 2000-03 van 18 februari 2000. In artikel 2 van bijgaande regeling is dit
vastgelegd.
3. Inlichtingen
Voor nadere informatie naar aanleiding van deze circulaire kunt u zich
wenden tot de afdeling Uitvoering van de Directie IBS van het DGVH te Den
Haag. Telefoonnummer 070-3392207.
Hoogachtend,
De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke
Ordening en Milieubeheer,J.W. Remkes.
Regeling tot wijziging van de normbedragen voor exploitatiebijdragen
van standplaatsen en ter continuering van de toepassing van het subsidieafbraakpercentage
voor woonwagens en standplaatsen zoals dit geldt voor 2000
14 juni 2000/Nr. IBSU 2000032065
Directoraat Generaal van de Volkshuisvesting
Directie Informatie, Beheer en Subsidieregelingen
Afdeling Uitvoering
De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
Gelet op de artikelen 2, vierde lid, en 4, vierde lid, van de Overgangsregeling
Besluit woninggebonden subsidies 1993;
Besluit:
Artikel 1
1. Het normbedrag voor constante en variabele exploitatiekosten van standplaatsen,
bedoeld in artikel 14, eerste lid, van de Regeling geldelijke steun standplaatsen
voor woonwagens 1992, dat voor 2000 geldt voor standplaatsen met zowel een
berging als sanitaire voorzieningen, wordt afgelezen uit tabel I, opgenomen
in de bijlage bij deze regeling.
2. Het zodanige normbedrag dat voor 2000 geldt voor andere standplaatsen
dan die, bedoeld in het eerste lid, wordt afgelezen uit tabel II, opgenomen
in de bijlage bij deze regeling.
Artikel 2
De huurprijs, bedoeld in artikel 20 van de Regeling geldelijke steun huurwoonwagens,
is met ingang van 1 juli 2000 de in die regeling bedoelde huurprijs, die gold
op 30 juni 2000, verhoogd met het subsidieafbraakpercentage van 3,8.
Artikel 3
1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de
dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
2. Artikel 1 werkt terug tot en met 1 januari 2000.
Deze regeling zal in de Staatscourant worden geplaatst.
’s-Gravenhage, 14 juni 2000.
De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en
Milieubeheer,
J.W. Remkes.
Bijlage
Tabel I

Tabel II

Toelichting tabel I
Berekening huurderving.
Uitgegaan is van de huurprijs per 1 januari 2000 (is dus per 1-7-‘99
= f 237,20).
Stijgingspercentage van de huurparameters conform MG 2000-03 van 18 februari
2000.
Het subsidieafbraakpercentage toegepast op de normhuur van f 237,20 x
1,038 = f 246,25

Huurderving is 2% van de jaarhuur (conform bijlage bij Regeling
geldelijke steun standplaatsen voor woonwagens 1992), derhalve 2% van
f 2900,70 = f 58,05.