Instelling Commissie van Externe Deskundigen voor Subsidieprogramma Transportpreventie

22 mei 2000

Nr. DGG-J/00/003051

Directoraat-Generaal Goederenvervoer

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op het Programma Transportpreventie (Staatscourant 2000, nr. 37);

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. commissie: commissie, bedoeld in artikel 2;

b. Minister: Minister van Verkeer en Waterstaat;

c. programma: door de Minister vastgesteld Programma Transportpreventie (Staatscourant 2000, nr. 37);

d. programmabeheerder: het agentschap van het Ministerie van Economische Zaken ‘Senter’;

e. subsidie: subsidie in het kader van het Programma Transportpreventie.

Artikel 2

Er is een Commissie van Externe Deskundigen Subsidieprogramma Transportpreventie.

Artikel 3

De commissie heeft tot taak de minister:

a. te adviseren omtrent aanvragen om subsidie;

b. op verzoek van de minister te adviseren omtrent overige zaken betreffende het programma.

Artikel 4

1. De leden van de commissie worden benoemd en ontslagen door de minister. Zij worden voor vier jaar benoemd.

2. Ter gelegenheid van de instelling van de commissie worden tot lid van de commissie benoemd:

prof. drs. jhr. M.J. Ploos van Amstel, tevens voorzitter

mr. drs. R. de Bondt

dr. H. Geerlings

ing. F.J. de Groot.

Artikel 5

De commissie stelt haar eigen werkwijze vast.

Artikel 6

Een lid van de commissie neemt niet deel aan de voorbereiding en de vaststelling van advies indien hij:

a. uit anderen hoofde dan zijn taak bij de commissie betrokken is bij een aanvraag om subsidie in het kader van het programma;

b. belang heeft bij het inwilligen dan wel afwijzen van de aanvraag om subsidie.

Artikel 7

Ter uitvoering van haar taak kan de commissie bepaalde personen:

a. ter vergadering uitnodigen om hun mening uiteen te zetten of inlichtingen te verstrekken;

b. verzoeken inlichtingen te verstrekken.

Artikel 8

Een ieder die betrokken is bij de werkzaamheden van het college en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding daarvan, behoudens voorzover enig wettelijk voorschrift hem tot bekendmaking verplicht of uit zijn taak bij deze werkzaamheden de noodzaak tot bekendmaking voortvloeit.

Artikel 9

De commissie biedt haar advies, bedoeld in artikel 3, onder a, binnen twee maanden na de datum tot welke aanvragen om subsidie ingediend kunnen worden, aan de minister aan.

Artikel 10

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,
T. Netelenbos.

Toelichting

Op 22 februari 2000 (Staatscourant 2000, nr. 37) is de eerste tender van het Programma Transportpreventie van start gegaan. Tot uiterlijk 31 mei 2000 kunnen projectvoorstellen worden ingediend om in aanmerking te komen voor subsidie binnen dit programma.

In het Programma Transportpreventie is bepaald dat de Minister van Verkeer en Waterstaat voor de beoordeling van de ingediende projectvoorstellen wordt geadviseerd door een Commissie Transportpreventie en dat de samenstelling van deze commissie in de Staatscourant wordt gepubliceerd.

Het doel van deze publicatie is, de Commissie van Externe Deskundigen Subsidieprogramma Transportpreventie daadwerkelijk in te stellen en haar samenstelling bekend te maken.

De desbetreffende leden van de commissie zijn benoemd op basis van hun professionele achtergrond. De commissie is thans zodanig samengesteld dat inbreng geleverd wordt vanuit verschillende invalshoeken die van belang zijn voor transportpreventie. Het gaat om:

werkgevers/producenten;

verladers;

milieu;

logistiek en distributie.

Het besluit voorziet in een onafhankelijke en integere beoordeling van projectvoorstellen door de bepaling dat de commissieleden niet deelnemen aan de voorbereiding en vaststelling van adviezen omtrent projectvoorstellen die raken aan eigen belangen.

Belanghebbenden kunnen bezwaar maken tegen dit besluit door binnen zes weken na de dag van dagtekening van deze Staatscourant een bezwaarschrift in te dienen bij de Minister van Verkeer en Waterstaat, Directoraat-Generaal Goederenvervoer, Stafafdeling Wetgeving en Juridische Zaken, Postbus 20904, 2500 EX Den Haag.

Naar boven