Instelling adviescommissie profiel en samenstelling Onderwijsraad

9 mei 2000

BOA/BAG/2000/17258

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

Besluit:

Artikel 1

Er is een commissie die de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen eenmalig adviseert over het profiel en de samenstelling van de Onderwijsraad 2001-2004.

Artikel 2

De commissie geeft advies over:

a. het gewenste profiel van de raad voor de periode 2001-2004;

b. de personen die voor benoeming in aanmerking komen.

Artikel 3

De commissie rapporteert vóór 1 juli 2000.

Artikel 4

De commissie bestaat uit drie leden, te weten:

- de heer dr. H.H.F. Wijffels, voorzitter;

- mevrouw A.C. van Kampen;

- mevrouw ir. J.M. Leemhuis-Stout.

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking op de dag van ondertekening en vervalt op 1 juli 2000. Het wordt, inclusief de toelichting, toegezonden aan de in artikel 4 genoemde leden van de commissie en in de Staatscourant geplaatst.


De Minister voornoemd,
L.M.L.H.A. Hermans.

Toelichting

Op 31 december van dit jaar eindigt de eerste, vierjarige periode van de adviesorganen zoals bedoeld in de Kaderwet adviescolleges (‘Raad op Maat’). De benoemingstermijnen van alle leden lopen dan af. De adviescolleges evalueren hun functioneren zelf. Ook vanuit de departementen is dit een goed moment om zich op de beleidsadvisering te bezinnen.

Bovenstaande geldt ook voor de advisering op het beleidsterrein van het onderwijs, i.c. voor de Onderwijsraad. Naast de eigen evaluatie van deze raad is een externe oriëntatie gewenst om te bezien aan welk type advisering de komende jaren behoefte bestaat. Daartoe wordt een externe commissie van drie personen ingesteld, die de bewindslieden van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen hiervoor een voorstel zal doen.

De commissie bestaat uit de heer dr. H.F.Wijffels, mevrouw A.C. van Kampen en mevrouw ir. J.M.Leemhuis-Stout; ze zal zich laten adviseren door de huidige voorzitter van de Onderwijsraad, de heer prof. dr. J.M.G. Leune.

De taak van deze commissie is het schetsen van een profiel voor een Onderwijsraad die de regering in pro-actieve zin adviseert over het te voeren middellange-termijnbeleid. De commissie doet dat tegen de achtergrond van maatschappelijke ontwikkelingen die het komend decennium voor het leren van mensen (de leerbehoeften) en voor het onderwijs (het leeraanbod) van cruciale betekenis zullen zijn.

In die profielschets zouden de aard van de adviezen, de plaats van de advisering in de beleidscyclus, de benodigde kwaliteiten van de leden, het gewenste aantal leden en hun inzet voor de raad qua tijd moeten worden beschreven. Het gaat om een concreet voorstel voor de samenstelling van de raad, een voordracht van te benoemen personen, met een evenwichtige mix van continuïteit en vernieuwing. Evenredige deelname van vrouwen (bij de huidige leden is de M/V-verhouding 9/8) en etnische minderheden (momenteel één lid) is daarbij een belangrijk ijkpunt.

De commissie rondt haar rapport vóór 1 juli a.s. af. Het departement voorziet de commissie van secretariële en administratieve ondersteuning.

Naar boven