Wijziging Regeling kentekens en kentekenplaten (uitzondering taxi’s)

22 mei 2000

Nr. CDJZ/WBI/2000-580

Centrale Directie Juridische Zaken

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op de artikelen 36, achtste lid, en 40, derde lid, van de Wegenverkeerswet 1994;

Besluit:

Artikel I

De Regeling kentekens en kentekenplaten wordt als volgt gewijzigd:

In artikel 3, derde lid, onderdeel a, wordt na ‘motorrijtuigen’ ingevoegd: met uitzondering van motorrijtuigen die worden gebruikt voor taxivervoer in de zin van de Wet personenvervoer.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juni 2000.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,
T. Netelenbos.

Toelichting

Op grond van de Regeling kentekens en kentekenplaten moeten vóór 1 februari 2000 in gebruik genomen motorrijtuigen, en dus ook taxi’s, met ingang van de eerste APK-keuring na 1 juni 2000 zijn voorzien van een nieuwe kentekenplaat. De invoering van deze kentekenplaat vloeit voort uit het project ‘Gecontroleerde Afgifte en Inname van Kentekenplaten’ (GAIK).

Inmiddels wordt gewerkt aan de invoering van een aparte kleur kentekenplaat voor taxi’s. Om te voorkomen dat de betrokken groep taxi’s twee keer van plaat moet wisselen, wordt nu bepaald dat de hiervoor bedoelde, vanaf 1 juni a.s. geldende verplichting niet geldt voor motorrijtuigen die worden gebruikt voor taxivervoer in de zin van de Wet personenvervoer.

Volledigheidshalve kan nog worden opgemerkt dat de daadwerkelijke invoering van de aparte taxikentekenplaat zal leiden tot een verdere aanpassing van artikel 3, zodat nu volstaan kan worden met de onderhavige wijziging. Het bepaalde in artikel 3, derde lid, onder b, behoeft dus niet te worden aangepast.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

T. Netelenbos.

Naar boven