Besluit tot instelling Commissie onderzoek vuurwerkramp

26 mei 2000

ES2000/72027

Het college van burgemeester en wethouders van Enschede, het college van Gedeputeerde Staten van Overijssel en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, in overleg met de Ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van Verkeer en Waterstaat, van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van Defensie en van Justitie;

Overwegende,

dat zich op 13 mei 2000 in Enschede een vuurwerkontploffing heeft voorgedaan, die doden, gewonden en, naast diep leed, ook grote materiële schade tot gevolg heeft gehad;

dat er onder de bevolking en bij de overheid vragen zijn omtrent de oorzaak, de toedracht en de bestrijding van de ramp;

dat die vragen betrekking hebben op diverse beleidsterreinen zodat een integrale aanpak geboden is;

dat het derhalve noodzakelijk is dat op zo kort mogelijke termijn een onafhankelijk integraal onderzoek wordt verricht naar de oorzaak, de toedracht en de bestrijding van de ramp;

dat het bovendien een ramp betreft die, gelet op de omvang en de complexiteit, een zodanige impact heeft op de samenleving dat het onderzoek ten behoeve van de locale, de provinciale en de rijksoverheid dient te worden verricht;

dat het college van burgemeester en wethouders van Enschede uitvoering dient te geven aan artikel 2b van de Wet rampen en zware ongevallen;

Besluiten:

Artikel 1

1. Er is een onafhankelijke Commissie onderzoek vuurwerkramp. Deze commissie heeft allereerst tot taak de oorzaak, de toedracht en de bestrijding van de vuurwerkontploffng en de directe gevolgen die deze ramp heeft gehad te onderzoeken, alsmede de organisatie en eerste uitvoering van de zorg voor de door de ramp getroffenen. Bij het onderzoek worden in ieder geval de volgende aspecten betrokken:

a. de milieuveiligheid, de veiligheid voor de omgeving en de ruimtelijke ordening;

b. de volksgezondheid, waaronder de nazorg;

c. de openbare veiligheid en de rampenbestrijding.

Het onderzoek strekt zich ook uit tot de geldende regelgeving en de toepassing daarvan.

2. De commissie onderzoekt de gebeurtenissen, voor, tijdens en na de ramp in onderlinge samenhang en betrekt daarbij tevens het optreden van de betrokken overheden.

3. Het college van burgemeesters en wethouders van Enschede voldoet door middel van dit onderzoek aan de verplichting, bedoeld in artikel 2b van de Wet rampen en zware ongevallen.

Artikel 2

1. De commissie richt het onderzoek in zoals zij dat noodzakelijk acht voor de uitvoering van haar taakopdracht.

2. De commissie kan adviezen van derden inwinnen.

Artikel 3

1. De commissie is als volgt samengesteld:

- mr. dr. M. Oosting, voorzitter, tevens lid;

- mevrouw drs. M.B.C. Beckers-de Bruijn, lid;

- ir. M.E.E. Enthoven, lid;

- prof. mr. J. de Ruiter, lid;

- prof. dr. T.J.F. Savelkoul, lid;

- mevrouw drs. Y.I Tümer, lid;

2. Als secretaris is aan de commissie toegevoegd drs. N.F. Roest.

Artikel 4

1. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de commissaris van de Koningin van Overijssel en de burgemeester van Enschede stellen de commissie alle benodigde middelen en ondersteuning ter beschikking.

2. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties sluit, mede namens de commissaris van de Koningin van Overijssel en de burgemeester van Enschede, de benodigde overeenkomsten terzake van de instelling van de Commissie onderzoek vuurwerkramp.

3. Een ieder die werkzaam is voor de commissie is voor de uitoefening van zijn taak terzake uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de commissie.

Artikel 5

1. De volgende inspecties hebben een taak met betrekking tot de vuurwerkramp:

a. de inspectie Brandweerzorg en Rampenbestrijding;

b. de inspectie voor de Gezondheidszorg;

c. de inspectie voor de politie;

d. de rijksverkeersinspectie;

e. de inspectie Milieuhygiëne;

f. de inspectie van de Ruimtelijke Ordening;

g. de inspectie van de Volkshuisvesting;

h. de arbeidsinspectie.

2. De in het eerste lid genoemde inspecties melden de voorzitter van de Commissie de aanpak en de vorderingen van hun werkzaamheden in het kader van de vuurwerkramp en stellen hem de resultaten van hun werkzaamheden onverwijld ter beschikking.

Artikel 6

1. De commissie brengt zo spoedig mogelijk, kan het zijn voor 1 november 2000, aan het college van burgemeester en wethouders van Enschede, het college van Gedeputeerde Staten van Overijssel en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties schriftelijk eindverslag uit.

2. Indien zij dit nodig acht, kan de commissie tussentijds deelrapporten uitbrengen.

Artikel 7

Het beheer van de bescheiden betreffende de werkzaamheden van de commissie geschiedt door het secretariaat met inachtneming van de terzake geldende bepalingen van het beheersreglement van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De bescheiden worden na beëindiging van de werkzaamheden van de commissie overgedragen aan het centraal archief van dit ministerie.

Artikel 8

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 26 mei 2000.


Enschede, 26 mei 2000.
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Enschede,
De burgemeester van Enschede,
J.H.H. Mans.
Namens het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Overijssel,
De commissaris van de Koningin in de provincie Overijssel,
J.A.M. Hendrikx.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.G. de Vries.

Naar boven