Grensbewakingscirculaire EK-2000

Aan:

de korpschefs van de politieregio’s

de Commandant der Koninklijke marechaussee

de Rivierpolitie Rotterdam

i.a.a.:

de procureurs-generaal

Onderdeel: Afdeling Uitvoeringsbeleid

Datum: 8 mei 2000

Kenmerk: 5025378/00/IND

Code: TBV 2000/10 en BTG 2000/01

Aard: bekendmaking van voorschriften

Juridische achtergrond: Vreemdelingencirculaire 1994/Grensbewakingscirculaire 1995

Geldig van/tot: 8 mei 2000 tot 1 augustus 2000

1. Inleiding

Van 10 juni 2000 tot en met 2 juli 2000 vindt het EK-2000 voetbaltoernooi plaats. Het toernooi wordt door België en Nederland gezamenlijk georganiseerd.

De Nederlandse steden waarin gespeeld wordt zijn: Amsterdam, Rotterdam, Eindhoven en Arnhem. De Belgische steden zijn Luik, Brugge, Charleroi en Brussel. De finale zal op 2 juli 2000 plaatsvinden in het Feyenoord-Stadion te Rotterdam.

Dit TBV/BTG betreft het beleidskader met betrekking tot het vreemdelingenrecht tijdens het EK en een aantal maatregelen dat in dat kader wordt genomen. Het gegeven beleidskader is uitsluitend van toepassing op weigeringen/verwijderingen/uitzettingen die in verband staan met het verloop van het EK, tenzij anders is aangegeven. Hieronder wordt achtereenvolgens aandacht besteed aan de samenwerking tussen de relevante organisaties, invoering van personencontrole aan de binnengrenzen, de vreemdelingrechtelijke positie van een ieder die tijdens het EK Nederland wil bezoeken of bezoekt en signaleringen. Met name komt aan de orde de positie van onderdanen van lidstaten van de EU/EER, omdat op hen een begunstigdenregime van toepassing is en zij een groot deel van de te verwachten instroom zullen uitmaken. Een lijst van lidstaten van de EU/EER is opgenomen in de Vreemdelingencirculaire 1994 (Vc) B4/1.3 en 1.4 en de Grensbewakingscirculaire 1995 (Gc) B3/ 3.1.

2. Organisatorische afspraken

Voor de dagelijkse operationele praktijk zijn twee coördinatieteams binnen de IND ingesteld, één op het kantoor Schiphol en één op het directiekantoor Zuid-Oost. Deze centra fungeren als aanspreekpunt en helpdesk voor de hun specifiek toebedeelde taakgebieden.

Het team Schiphol is belast met alle taken in het kader van de grensbewaking, de toegang (inclusief visumzaken), uitzetting/verwijdering (ex art. 7a Vw) en de coördinatie van grootschalige uitzettingen per charter.

Het team Zuid-Oost is belast met de coördinatie en procesbewaking in het kader van binnenlands toezicht (inclusief binnenlandse visumannulering), (individuele) uitzettingen en het opvoeren van signaleringen.

- Bereikbaarheid Team Schiphol:

Vanaf maandag 5 juni 2000 tot zaterdag 8 juli 2000, dagelijks van 7.00 uur tot 23.00 uur. Van 23.00 uur tot 7.00 uur is er een piketregeling.

Telnr.: 020 405 9340 (24 uur bereikbaar; het toestel schakelt tijdens piketuren automatisch door op de piketambtenaar)

Faxnr.: 020 405 9339

- Bereikbaarheid Team Zuid-Oost:

Vanaf donderdag 8 juni 2000 tot zaterdag 8 juli 2000, dagelijks van 9.00 uur tot 21.00 uur. Van 21.00 uur tot 9.00 uur is er een piketregeling.

Telnr.: 073 649 6194 (24 uur bereikbaar: het toestel schakelt tijdens piketuren automatisch door naar de piketambtenaar)

Faxnr.: 073 649 6195

Deze teams dienen uitsluitend te worden benaderd met zaken die het EK betreffen. Tijdens het toernooi kunnen andere IND-onderdelen dan beide voornoemde teams niet worden benaderd inzake aangelegenheden over het EK.

3. Toepassing van Artikel 2.2 Schengen Uitvoeringsovereenkomst

In de periode gelegen tussen 1 juni 2000 en 2 juli 2000 worden door Nederland en België aan de binnengrenzen (m.u.v. de binnengrens tussen Nederland en België) grenscontroles op het personenverkeer uitgeoefend. Hiertoe is door Nederland en België voor deze periode een beroep gedaan op het bepaalde in art. 2.2 van de Schengen uitvoeringsovereenkomst.

De invoering van grenscontroles als hier bedoeld betekent dat dan de verplichtingen als bedoeld in de artikelen 6 en 8 Vw op Nederland inreizende vreemdelingen van toepassing zijn. E.e.a. is nader uitgewerkt in Gc A6.

De Koninklijke marechaussee zal zelf bepalen wanneer en in welke gevallen feitelijk personencontrole wordt toegepast.

4. Vreemdelingrechtelijke positie van EK-bezoekers

Naast Nederland nemen aan het EK-2000 deel:

Zweden, Noorwegen, Denemarken, Duitsland, Engeland, België, Frankrijk, Portugal, Spanje, Italië, Turkije, Roemenië, Joegoslavië, Tsjechië en Slovenië.

Naar verwachting zullen de meeste bezoekers van het EK uit deze landen afkomstig zijn.

De vreemdelingen uit deze landen zijn hieronder verdeeld in vier categorieën:

- visumplichtigen

- niet-visumplichtigen (tevens niet-EU/EER-onderdanen)

- EU/EER-onderdanen

- niet EU/EER onderdanen met een verblijfstitel voor een EU/EER-lidstaat

Aan de laatste categorie wordt kort aandacht besteed. Aan de eerste drie categorieën wordt achtereenvolgens op de beleidsterreinen van 1) toegang en 2) toezicht en terugkeer aandacht besteed.

4.1 Toegang

Indien een vreemdeling die zich aandient aan de grens tot een categorie genoemd onder Gc A6/4.1.2 behoort, dient voor toegangsweigering eerst een bijzondere aanwijzing van het Team Schiphol te worden gevraagd. De wettelijke regelingen vereisen dat vreemdelingen, voorzover het hier gaat om EU/EER-onderdanen, een beschikking wordt uitgereikt waaruit de weigeringsgronden en de rechtsmiddelen blijken. Speciale EK (standaard)beschikkingen zijn in voorbereiding. Deze zullen tijdig worden toegezonden aan de korpschefs en de Koninklijke marechaussee.

4.1.a Visumplichtigen

Onderdanen van de deelnemende landen:

- Turkije

- Roemenië

- Joegoslavië

zijn visumplichtig voor Nederland.

Afgezien van de hier onder genoemde extra voorwaarde, is het normaal geldende beleid van toepassing. Relevante bepalingen met betrekking tot de openbare orde staan in Gc A6/2.2.3.

Aan het verkrijgen van een visum voor het EK is zo veel mogelijk de (extra) voorwaarde verbonden dat de vreemdeling aantoont over een kaartje voor een EK-wedstrijd te beschikken. Op het visumsticker is aangegeven dat de betrokkene ten behoeve van het EK naar Nederland komt. Vermeld is ‘Euro 2000’ gevolgd door ‘supporter’ ‘official’ of ‘press’. Vreemdelingen die behoren tot deze categorie dienen voorts aan de grens aan te tonen dat zij beschikken over een geldig reisdocument (met daarin een geldig visum) en voldoende middelen van bestaan. Voorts mogen zij geen gevaar vormen voor de openbare rust, de openbare orde, de nationale veiligheid en de internationale betrekkingen van de Schengenlanden. Van een gevaar voor de openbare orde kan onder meer sprake zijn als de vreemdeling staat gesignaleerd in een opsporingsregister (OPS en NSIS). Ook als de vreemdeling zich bij binnenkomst schuldig maakt aan een of meerdere strafbare feiten, wordt een gevaar voor de openbare orde aangenomen. In het kader van het EK betekent dit bijvoorbeeld dat aan een visumplichtige supporter die in kennelijke staat van dronkenschap verkeert en baldadig aan de grens verschijnt, de toegang geweigerd wordt.

4.1.b Niet-visumplichtigen (tevens niet-EU/EER-onderdanen)

Onderdanen van de deelnemende landen:

- Tsjechië

- Slovenië

zijn niet visumplichtig voor Nederland.

Voor deze vreemdelingen geldt met betrekking tot de toegangsvoorwaarden en de openbare orde hetzelfde als voor de visumplichtigen, met dien verstande dat zij niet hoeven te beschikken over een geldig visum.

4.1.c EU/EER-onderdanen

De overige aan het EK deelnemende landen zijn Spanje, Portugal, Italië, Frankrijk, België, Engeland, Duitsland, Denemarken, Noorwegen en Zweden.

Deze behoren allemaal tot de EU/EER en de onderdanen daarvan zijn dus niet visumplichtig.

Met betrekking tot onderdanen van lidstaten van de EU/EER zijn nadere bepalingen opgenomen in Gc B3.

Aan EU/EER-onderdanen kan de toegang aan de grens slechts worden geweigerd ingeval van het ontbreken van een geldig paspoort of identiteitsbewijs, van een ernstige ziekte, of als zij een ‘actuele bedreiging’ van de openbare orde of de nationale veiligheid vormen. Weigering van deze categorie kan bovendien slechts plaatsvinden na een bijzondere aanwijzing van de IND (Team Schiphol).

De weigering van (verdere) toegang aan EU/EER-onderdanen is in principe met een bijzondere rechtsgang omgeven (art. 102 Vb jo. artt. 100 en 101 Vb). In ‘dringende gevallen’ kan hier echter van worden afgeweken (art. 100, lid 4 Vb).

Wanneer is er nu sprake van een ‘actuele bedreiging’ en een ‘dringende reden’? De specifieke omstandigheden van het EK leiden ertoe dat in bepaalde gevallen moet worden aangenomen dat daarvan sprake is. Tijdens het EK geldt het volgende beleidskader:

Toegang van EU/EER-onderdanen (in bezit van geldig paspoort of identiteitsbewijs) wordt in ieder geval geweigerd in de volgende gevallen:

- Als men zich voor of tijdens de inreis vandalistisch gedraagt. Dit kan bijvoorbeeld blijken uit tijdens de reis gepleegde strafbare feiten of uit het onder invloed zijn van drugs en/of alcohol en het weigeren ambtelijke bevelen op te volgen.

De Koninklijke marechaussee kan bovengenoemde omstandigheden zelf vaststellen, maar kan ook optreden op grond van informatie verkregen uit het buitenland of van tijdens de reis.

- Als betrokkene op basis van uit zijn land van herkomst verstrekte gegevens voetbalsupportersgeweldgerelateerde antecedenten blijkt te hebben (dit kan bijvoorbeeld blijken uit een stadionverbod).

- Als betrokkene in het bezit is van een voor Nederland verboden wapen.

Als de EU/EER-onderdaan in reactie op een weigering van verdere toegang aan de buitengrens een voorlopige voorziening vraagt, kan, overeenkomstig de geldende regels, uitzetting/verwijdering pas plaatsvinden als de voorlopige voorziening door de rechter is afgewezen. De vrijheid van de vreemdeling wordt hem gedurende die tijd ontnomen op grond van art. 7a Vw.

Bij een weigering van toegang in het kader van grenscontroles aan de binnengrens (in de praktijk alleen Nederland/Duitsland, nu aan de Belgisch/Nederlandse grens geen personencontrole plaatsvindt), is het afwachten van een voorlopige voorziening en toepassing van art. 7a Vw niet aan de orde. De betrokkene wordt in dat geval de toegang geweigerd waarbij hij zich nooit feitelijk in Nederland zal gaan bevinden.

4.2 Toezicht en uitzetting

Hieronder valt ook het toezicht in het kader van het Mobiel Toezicht Vreemdelingen (MTV). Nadere bepalingen met betrekking tot toezicht en uitzetting zijn opgenomen in Vc A5 en A6.

4.2.a Visumplichtigen

Het normaal geldende beleid is van toepassing. Relevante bepalingen met betrekking tot de openbare orde en annulering van visa zijn opgenomen in Vc A4/2.6 en A4/3.8. Indien een vreemdeling niet meer voldoet aan de voorwaarden voor grensoverschrijding kan de korpschef, na verkregen machtiging van Team Zuid-Oost, het visum annuleren (danwel limiteren in het geval van een Schengenvisum) en de vreemdeling aanzeggen Nederland onmiddellijk te verlaten.

Indien de openbare orde dit vordert kan de betrokkene in bewaring worden gesteld ex art 26 Vw. Voor inbewaringstellingen op grond van de openbare orde zie Vc A7/3.2.1.

4.2.b Niet-visumplichtigen (tevens niet EU/EER-onderdanen)

Het normaal geldende beleid is van toepassing. Voor deze categorie geldt hetzelfde als voor de visumplichtigen, met dien verstande dat indien de vreemdeling niet meer aan de voorwaarden in art. 8 jo. art. 6 Vw voldoet, het recht om in Nederland te verblijven van rechtswege vervalt. De korpschef is zelfstandig bevoegd om de vreemdeling aan te zeggen Nederland onmiddellijk te verlaten. Men zie voor bepalingen met betrekking tot de openbare orde Vc A4/2.6.

4.2.c EU/EER-onderdanen

Voor zover een EU/EER-onderdaan een verblijfsrecht kan ontlenen aan het EG-verdrag wordt hij of zij aangemerkt als een gemeenschapsonderdaan. Dit geldt overigens ook voor leden van het gezin van een EU/EER-onderdaan die de nationaliteit van een derde staat bezitten (zie art. 1, onder a Vw).

Derhalve zijn twee soorten EU/EER-onderdanen te onderscheiden: zij die tevens als gemeenschapsonderdaan dienen te worden beschouwd en zij die dit niet zijn (zie voor een nadere uitwerking hiervan Vc B4). In de praktijk zal dit onderscheid echter moeilijk direct te maken zijn.

Alleen in het geval overduidelijk is dat een EU/EER-onderdaan enkel naar Nederland is gekomen om de orde te verstoren (bijvoorbeeld omdat hij dit zelf verklaart), kan worden aangenomen dat hij niet valt onder het begrip gemeenschapsonderdaan. Voor EU/EER-onderdanen die niet-gemeenschapsonderdanen zijn geldt het regime voor niet-visumplichtigen.

Voor de verwijdering/uitzetting van gemeenschapsonderdanen is steeds een last tot uitzetting vereist van de IND (het team Zuid-Oost). De wettelijke regelingen vereisen verder dat gemeenschapsonderdanen, een beschikking wordt uitgereikt waaruit de weigeringsgronden en de rechtsmiddelen blijken. Speciale EK (standaard)beschikkingen zijn in voorbereiding. Deze zullen tijdig worden toegezonden aan de korpschefs en de Koninklijke marechaussee.

Gemeenschapsonderdanen verliezen hun verblijfsrecht als zij een ‘actuele bedreiging’ voor de openbare orde vormen. In beginsel heeft de EU/EER-onderdaan na de aanzegging om Nederland te verlaten recht op een vertrektermijn van vier weken. Alleen als er sprake is van ‘dringende gevallen’ kan de gemeenschapsonderdaan worden aangezegd om Nederland onmiddellijk te verlaten. Evenals aan de buitengrens zal een voorlopige voorziening in ieder geval (onder oplegging van de vrijheidsbenemende maatregel ex art. 26 Vw) in Nederland mogen worden afgewacht.

Gelet op het zwaarwegende belang van een rustig verloop van het EK wordt tijdens het EK het volgende beleidskader gehanteerd:

Er is sprake van directe uitzetting

(= een actuele bedreiging en dringende reden) indien de gemeenschapsonderdaan tijdens het EK is veroordeeld voor een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaren of meer is gesteld.

Het OM zal gedurende het EK waar mogelijk snelrecht toepassen. Indien een gemeenschapsonderdaan gearresteerd wordt wegens verdenking van een strafbaar feit, volgt een onmiddellijke veroordeling. Vreemdelingrechtelijke uitzetting volgt dan indien de strafrechtelijke veroordeling een misdrijf betreft waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaar of meer is gesteld. Uitgangspunt is dus dat de vreemdeling eerst het strafrechtelijke traject ingaat, waarna als sluitstuk uitzetting volgt.

Uit het bovenstaande volgt dat in het kader van het toezicht een zwaarder criterium voor de verwijdering van EU/EER-onderdanen kan gelden dan tijdens grensoverschrijding.

Zie voor overige relevante bepalingen met betrekking tot gemeenschapsonderdanen Vc B4.

4.3 Niet-EU/EER-onderdanen met een geldige verblijfstitel voor een EU/EER- lidstaat.

Op niet-EU/EER-onderdanen die een geldige verblijfstitel hebben voor verblijf binnen een Benelux land is de Beneluxovereenkomst van 11 april 1960 van toepassing en de daaruit voortgevloeide Benelux Verzameling Voorschriften. Uit deze voorschriften volgt dat een niet Benelux-onderdaan met een geldige verblijfstitel voor één der Beneluxlanden, vrij circulatierecht heeft gedurende drie maanden. Deze personen hoeven daarbij bovendien niet te beschikken over een paspoort. Wel dienen zij aan te kunnen tonen dat zij over een geldige verblijfstitel beschikken. Men zie voor de hierbedoelde verblijfstitels paragraaf 1 van deel II van de Benelux Verzameling Voorschriften. Met betrekking tot de verstoring van de openbare rust en orde is op deze categorie vreemdelingen het reguliere beleid van toepassing.

Niet EU/EER-onderdanen die een geldige verblijfstitel hebben van een Schengen-lidstaat (buiten de Beneluxlanden zijn dit Duitsland, Frankrijk, Italië, Griekenland, Oostenrijk, Portugal en Spanje) hebben eveneens een vrij circulatierecht gedurende drie maanden. Zij dienen eveneens steeds te beschikken over een geldig reisdocument en de hierbedoelde geldige verblijfstitel. Men zie hierover nader de artikelen 5 en 21 van de Schengen Uitvoeringsovereenkomst. Met betrekking tot de openbare rust en orde is op deze categorie vreemdelingen het reguliere beleid van toepassing.

Voor niet EU/EER-onderdanen die een verblijfstitel hebben voor een der EU/EER-lidstaten die niet onder het Benelux en/of het Schengenverdrag vallen, gelden geen bijzondere regelingen.

5. Signaleringen

Het gesignaleerd zijn van een vreemdeling houdt in dat hij op grond van het Vreemdelingenrecht is opgenomen in één van de opsporingsregisters NSIS (voor niet EU/EER-onderdanen) en OPS (voor EU/EER-onderdanen). Het uitgangspunt hierbij is dat een gesignaleerde vreemdeling de toegang wordt geweigerd danwel wordt verwijderd/uitgezet. Let wel, dit beginsel leidt uitzondering in het geval van EU/EER-onderdanen. Vanwege hun bijzondere positie zijn zij in het algemeen niet op de enkele grond van een signalering te weigeren aan de grens danwel verwijderbaar/uitzetbaar.

Een signalering laat onverlet dat voor toegangsweigering of uitzetting vanuit het binnenland een bijzondere aanwijzing moet worden gevraagd in die gevallen waarin dat zonder signalering ook het geval is (zie hierboven).

Bepalingen met betrekking tot signaleringen zijn opgenomen in Vc. A5/7 en A6/9.12 en Gc. A9. Bijkomend geldt het onderstaande.

Vreemdelingen die in verband met het EK vanaf de grens of vanuit het binnenland worden uitgezet/verwijderd, worden gesignaleerd in de opsporingsregisters. Dit om te voorkomen dat zij andermaal Nederland (het Schengengebied) inreizen gedurende het EK. Daartoe is een nieuw signaleringscriterium ingebracht ‘Verstoring van de openbare orde kort voorafgaand of tijdens het EK-2000 toernooi’. De duur van de signalering is twee maanden. Een onder dit criterium opgenomen vreemdeling dient de toegang te worden geweigerd en is, indien toch grensoverschrijding plaats heeft gevonden, direct uitzetbaar. NB, dit geldt ook voor EU/EER-onderdanen.

Teneinde de informatievoorziening omtrent deze signaleringen zo goed mogelijk te laten verlopen dient door de Vreemdelingendienst en de Koninklijke marechaussee de volgende werkwijze te worden gevolgd:

Door de Vreemdelingendienst dient het model D 39 dat normaliter na verwijdering/uitzetting vanuit het binnenland wordt gebruikt zo spoedig mogelijk per fax te worden verzonden naar:

Immigratie- en Naturalisatiedienst

Regionale Directe Zuid-Oost

t.a.v. dhr. P. Meulenberg

kamer 4.24

faxnr: 073-6496195

Op het model D 39 dient vermeld te worden dat de verwijdering/uitzetting gerelateerd is aan het EK en (zoveel mogelijk) rond welke wedstrijd de betrokkene is opgepakt. Zoveel mogelijk gelijktijdig met het model D 39 dient het formulier D 76 te worden toegefaxt. Aan de hand van dit laatste model worden de tijdelijke signaleringen opgevoerd. Gezien het belang van het tijdig invoeren van deze signaleringen wordt verzocht de modelformulieren D 76 met de grootste spoed per fax te verzenden.

Voor de grensbewaking dient dat na de weigering het model D 76 gezamenlijk met de weigeringsbeschikking en de openbare incidentnotitie zo spoedig mogelijk naar bovenstaand adres dient te worden gefaxt.

Bijgevoegd is een aangepast Model D76 dat voor EK-signaleringen kan worden gebruikt.

Ik verzoek u de onder u ressorterende ambtenaren belast met de grensbewaking en het toezicht op vreemdelingen in bovenstaande zin in te lichten.


Den Haag, 8 mei 2000.
De Staatssecretaris van Justitie,
Namens de Staatssecretaris,
Het Hoofd van de Immigratie- en Naturalisatiedienst,
J.G. Bos (plv. hoofd)

Model D76 Bericht omtrent signalering (EK-2000)

Van/aan de korpschef/vreemdelingendienst/grensdoorlaatpost te ...

Aan/van de Immigratie- en Naturalisatiedienst

District ...

Postbus ...

[ ] Verzoek om signalering

[ ] Verzoek om vervallenverklaring signalering

ten behoeve van: Datum: ...

Identiteit bekend: J/N (zo ja, kopie bijvoegen)

Naam: ...

Voornaam: ...

Geb.datum: ...

Geb.plaats: ...

Nationaliteit: ...

Dossiernr.IND: ...

Dossiernr.VD: ...

CRV-nr.: ...

Onderzoek van vingerafdrukken bij de CRI:

[ ] Vreemdeling is NIET bekend bij de CRI

[ ] Vreemdeling is WEL bekend bij de CRI onder de personalia:

Naam: ...

Voornaam: ...

Geb.datum: ...

Geb.plaats: ...

Nationaliteit: ...

Signalering:

[ ] EK 2000

Reden (bij OVR):

[ ] verstoring van de openbare orde kort voorafgaand of tijdens het EK-2000 toernooi

Door IND niet gesignaleerd (in te vullen door IND), omdat ...

(naam en handtekening ambt./dienststempel)

IND-par hoofd(plv): ...

Datum: ...

Par. ambt: ...

Datum: ...

Naar boven