Wijziging Regeling kabelvliegers en kleine ballons

4 mei 1999

Nr. DGRLD/JBZ/L 99.210237

Directoraat-generaal Rijksluchtvaartdienst

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Defensie;

Gelet op artikel 59, tweede lid, onder d en e, van het Luchtverkeersreglement;

Besluit:

Artikel I

In artikel 3, eerste lid, onderdeel d, van de Regeling kabelvliegers en kleine ballons1 wordt aan het eind van de zin de ’puntkomma’ vervangen door: , en.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,
T. Netelenbos.

1 Stcrt. 1994, 249.

Toelichting

In de praktijk bleek er regelmatig verwarring te ontstaan omtrent de vraag of men nu wel of niet aan alle gestelde eisen moet voldoen.

Deze wijziging strekt er toe op ondubbelzinnige wijze duidelijk te maken dat de eisen gesteld in artikel 3, eerste lid, cumulatief zijn.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

T. Netelenbos.

Naar boven