Ontwerp-besluit wijziging Besluit detailhandel en ambachtsbedrijven milieubeheer, Besluit horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen milieubeheer en Besluit woon- en verblijfsgebouwen milieubeheer (wederzijdse erkenning van slibvangputten en vetafscheiders)

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer maakt bekend dat ten aanzien van het onderstaande ontwerp van een algemene maatregel van bestuur gedurende vier weken na dagtekening van deze Staatscourant opmerkingen te zijner kennis kunnen worden gebracht.

Adres: Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

CDJZ/afdeling Wetgeving (ipc 115)

Postbus 20951

2500 EZ ’s-Gravenhage

Besluit van ... No. ...

houdende wijziging van het Besluit detailhandel en ambachtsbedrijven milieubeheer, het Besluit horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen milieubeheer en het Besluit woon- en verblijfsgebouwen milieubeheer (wederzijdse erkenning van slibvangputten en vetafscheiders)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van ..., nr. MJZ ..., Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;

Gelet op artikel 8.40 van de Wet milieubeheer;

De Raad van State gehoord (advies van ..., nr. ...);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van ..., nr. MJZ ..., Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel I

Het Besluit detailhandel en ambachtsbedrijven milieubeheer, bijlage 2, onderdeel B, wordt als volgt gewijzigd.

A

Voorschrift 1.3.12, onder a, komt te luiden:

a. Een slibvangput en een vetafscheider als bedoeld in voorschrift 1.3.11, onder a:

1°. voldoen aan NEN 7087, uitgave 1990 en de daarbij behorende bijlage met het daarop in 1992 uitgegeven correctieblad, en

2°. worden gedimensioneerd, geplaatst, gebruikt en onderhouden overeenkomstig NEN 7087, uitgave 1990 en de daarbij behorende bijlage met het daarop in 1992 uitgegeven correctieblad.

B

Aan voorschrift 1.3.12 worden twee onderdelen toegevoegd, luidende:

d. In afwijking van onderdeel a, onder 1°, en de voorschriften, bedoeld onder b, kunnen slibvangputten en vetafscheiders ook voldoen aan regels die ten aanzien van slibvangputten en vetafscheiders gelden in andere lidstaten van de Europese Unie of in een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte en waarmee een ten minste met de in onderdeel a, onder 1°, en onder b bedoelde voorschriften gelijkwaardige bescherming voor het milieu wordt bereikt.

e. Een slibvangput en een vetafscheider voldoen in elk geval aan regels als bedoeld onder d, indien voor deze voorzieningen een kwaliteitsverklaring is afgegeven door een door de Raad voor Accreditatie erkende certificeringsinstelling waaruit blijkt dat een instelling, gevestigd in een andere lid-staat van de Europese Unie of in een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, welke instelling in staat is tot het op onafhankelijke, betrouwbare en deskundige wijze beoordelen van slibvangputten en vetafscheiders, bij een keuring heeft vastgesteld dat de voorzieningen voldoen aan deze regels.

Artikel II

De bijlage, behorende bij het Besluit horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen milieubeheer, wordt als volgt gewijzigd.

A

Voorschrift 1.3.11, onder a, komt te luiden:

a. Een slibvangput en een vetafscheider als bedoeld in voorschrift 1.3.10, onder a:

1°. voldoen aan NEN 7087, uitgave 1990 en de daarbij behorende bijlage met het daarop in 1992 uitgegeven correctieblad, en

2°. worden gedimensioneerd, geplaatst, gebruikt en onderhouden overeenkomstig NEN 7087, uitgave 1990 en de daarbij behorende bijlage met het daarop in 1992 uitgegeven correctieblad.

B

Aan voorschrift 1.3.11 worden twee onderdelen toegevoegd, luidende:

d. In afwijking van onderdeel a, onder 1°, en de voorschriften, bedoeld onder b, kunnen slibvangputten en vetafscheiders ook voldoen aan regels die ten aanzien van slibvangputten en vetafscheiders gelden in andere lidstaten van de Europese Unie of in een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte en waarmee een ten minste met de in onderdeel a, onder 1°, en onder b bedoelde voorschriften gelijkwaardige bescherming voor het milieu wordt bereikt.

e. Een slibvangput en een vetafscheider voldoen in elk geval aan regels als bedoeld onder d, indien voor deze voorzieningen een kwaliteitsverklaring is afgegeven door een door de Raad voor Accreditatie erkende certificeringsinstelling waaruit blijkt dat een instelling, gevestigd in een andere lid-staat van de Europese Unie of in een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, welke instelling in staat is tot het op onafhankelijke, betrouwbare en deskundige wijze beoordelen van slibvangputten en vetafscheiders, bij een keuring heeft vastgesteld dat de voorzieningen voldoen aan deze regels.

Artikel III

Onderdeel B van de bijlage, behorende bij het Besluit woon- en verblijfsgebouwen milieubeheer, wordt als volgt gewijzigd.

A

Voorschrift 1.3.13, onder a, komt te luiden:

a. Een slibvangput en een vetafscheider als bedoeld in voorschrift 1.3.11, onder a:

1°. voldoen aan NEN 7087, uitgave 1990 en de daarbij behorende bijlage met het daarop in 1992 uitgegeven correctieblad, en

2°. worden gedimensioneerd, geplaatst, gebruikt en onderhouden overeenkomstig NEN 7087, uitgave 1990 en de daarbij behorende bijlage met het daarop in 1992 uitgegeven correctieblad.

B

Aan voorschrift 1.3.13 worden twee onderdelen toegevoegd, luidende:

d. In afwijking van onderdeel a, onder 1°, en de voorschriften, bedoeld onder b, kunnen slibvangputten en vetafscheiders ook voldoen aan regels die ten aanzien van slibvangputten en vetafscheiders gelden in andere lidstaten van de Europese Unie of in een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte en waarmee een ten minste met de in onderdeel a, onder 1°, en onder b bedoelde voorschriften gelijkwaardige bescherming voor het milieu wordt bereikt.

e. Een slibvangput en een vetafscheider voldoen in elk geval aan regels als bedoeld onder d, indien voor deze voorzieningen een kwaliteitsverklaring is afgegeven door een door de Raad voor Accreditatie erkende certificeringsinstelling waaruit blijkt dat een instelling, gevestigd in een andere lid-staat van de Europese Unie of in een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, welke instelling in staat is tot het op onafhankelijke, betrouwbare en deskundige wijze beoordelen van slibvangputten en vetafscheiders, bij een keuring heeft vastgesteld dat de voorzieningen voldoen aan deze regels.

Artikel IV

Dit besluit treedt in werking met ingang van de negenentwintigste dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.


De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Nota van toelichting

Het opnemen van een bepaling van wederzijdse erkenning van slibvangputten en vetafscheiders in het Besluit detailhandel en ambachtsbedrijven milieubeheer, het Besluit horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen milieubeheer en het Besluit woon- en verblijfsgebouwen milieubeheer, vloeit voort uit een opmerking van de Commissie van de Europese Gemeenschappen in het kader van de notificatie van de Regeling slibvangputten en vet- of olie-afscheiders op grond van richtlijn nr. 83/189/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 28 maart 1983 (PbEG L 109) betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften (98/0174/NL).

Omdat de genoemde regeling specifieke technische voorschriften geeft die het voldoen aan Nederlandse normen voor vervaardiging en certificering verplicht stellen, drong de Commissie er op aan dat in die regeling een bepaling met betrekking tot de wederzijdse erkenning werd opgenomen van slibvangputten en vet- en olie-afscheiders die op rechtmatige wijze zijn geproduceerd en/of op de markt gebracht in een andere EU-lidstaat of afkomstig zijn van een bij de Europese vrijhandelsassociatie aangesloten EER-staat, en wel volgens zodanige technische voorschriften dat daardoor een passend en voldoende niveau van milieubescherming wordt bereikt.

De eis dat slibvangputten en vet- en olie-afscheiders aan Nederlandse normen (NEN) moeten voldoen, staat echter in de betreffende algemene maatregelen van bestuur, gebaseerd op artikel 8.40 van de Wet milieubeheer. Daarom is de Commissie toegezegd dat de bepaling van wederzijdse erkenning in die maatregelen zou worden opgenomen.

Het Besluit herstelinrichtingen voor motorvoertuigen milieubeheer, het Besluit melkrundveehouderijen milieubeheer, het Besluit tankstations milieubeheer en het Besluit akkerbouwbedrijven milieubeheer zijn inmiddels voorzien van een dergelijke bepaling (Stb. 1999, 121). Met het onderhavige besluit worden de nog resterende besluiten op identieke wijze aangepast.

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Naar boven