Vaststelling hoogst toelaatbare waarde geluidsbelasting bestaande woningen in de gemeente Weststellingwerf

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer maakt bekend dat hij bij de besluiten van 10 maart 1999, kenmerk MBG 99143205 en MBG 99143207, met toepassing van artikel 90, tweede en derde lid, van de Wet geluidhinder, de ten hoogste toelaatbare waarde van de geluidsbelasting heeft vastgesteld die de gevels van woningen gelegen in de gemeente Weststellingwerf mogen ondervinden.

Het betreft de volgende categorieën woningen:

- bestaande woningen die op 1 maart 1986 een geluidsbelasting ondervonden vanwege een aanwezige weg van ten minste 65 dB(A), dan wel 60 dB(A) ingeval zij deel uitmaken van een verzameling van woningen waarvan ten minste 1 woning een geluidsbelasting op dat tijdstip ondervond van ten minste 65 dB(A) (A-lijst);

- bestaande woningen die op 1 juli 1987 een geluidsbelasting ondervonden vanwege een aanwezige spoorweg van meer dan 65 dB(A) (Raillijst).

Met toepassing van artikel 90, vierde lid, van de Wet geluidhinder heeft hij bij voornoemd besluit tevens de gevelmaatregelen vastgesteld die strekken tot het terugbrengen van de geluidsbelasting, binnen de woningen.

De besluiten en de daaraan ten grondslag liggende stukken liggen met ingang van 29 april t/m 9 juni 1999 gedurende de bezwaartermijn ter inzage bij:

- het gemeentehuis van de gemeente Weststellingwerf te Wolvega op werkdagen van 09.00-12.00 uur en op zaterdagen van 10.00-12.00 uur in de openbare bibliotheek dr. Dreeslaan 22 te Wolvega;

- het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer te Den Haag (Rijnstraat 8, bibliotheek) gedurende werkdagen van 08.30 uur tot 17.00 uur.

Tot de besluiten behoren een lijsten van de betrokken woningen met de daarbij vastgestelde ten hoogste toelaatbare waarde van de geluidsbelasting.

Tegen genoemde besluiten kunnen belanghebbenden een bezwaarschrift indienen. De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift bedraagt, op grond van artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht, zes weken. Het bezwaar dient te worden gericht aan:

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

Directie Geluid en Verkeer IPC 635

Postbus 30945

2500 GX Den Haag.

Het bezwaarschrift moet zijn ondertekend en bevat ten minste de naam en het adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht en de gronden van het bezwaar.

Indien de behoefte bestaat om het bezwaar mondeling toe te lichten dient dit kenbaar gemaakt te worden aan mevrouw Van der Toorn, telefoon: (030) 687 22 22. Bij gebleken belangstelling zal een hoorzitting worden georganiseerd.


Den Haag, 21 april 1999.
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
voor deze:
de directeur-generaal Milieubeheer,
o.l.: de directeur Geluid en Verkeer,
J.H. Enter.

Naar boven