Besluit wijziging Boetebesluit Tica

Het Landelijk instituut sociale verzekeringen,

Gelet op de artikelen 45a, derde en zevende lid van de Ziektewet, 48, derde en zevende lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, 40, derde en zevende lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, 29a, derde en zevende lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, 27a, derde en zevende lid, van de Werkloosheidswet en 14a, derde en zevende lid van de Toeslagenwet;

Besluit:

Artikel I

Het Boetebesluit Tica wordt als volgt gewijzigd:

In artikel 4 wordt de zinsnede ’bij geen of een benadelingsbedrag van minder dan f 2000 een boete uit de tweede categorie’ vervangen door: bij geen of een benadelingsbedrag van minder dan f 2000 een boete uit de tweede categorie tenzij wordt volstaan met het geven van een schriftelijke waarschuwing;.

Artikel II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 mei 1999 of indien de Staatscourant waarin dit besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 29 april 1999, met ingang van de tweede dag na de dag waarop het is gepubliceerd.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Amsterdam, 31 maart 1999.
J.F. Buurmeijer, voorzitter.

Toelichting

In de Ziektewet, de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Werkloosheidswet en de Toeslagenwet is met ingang van 31 december 1998 het Lisv de bevoegdheid gegeven in bepaalde gevallen af te zien van het opleggen van een boete en een schriftelijke waarschuwing te geven.

Deze waarschuwing is te onderscheiden van de boete. Voor de waarschuwing is een aparte beleidsregel getroffen, het Besluit waarschuwing. De introductie van de waarschuwing heeft tot gevolg dat ook het Boetebesluit Tica moet worden aangepast. Dit besluit strekt daar toe.

In welke gevallen en onder welke voorwaarden van de bevoegdheid tot het geven van een waarschuwing gebruik gemaakt wordt, is neergelegd in het Besluit waarschuwing.

Amsterdam, 31 maart 1999.

J.F. Buurmeijer, voorzitter.