Sociaal-Economische Raad

Instellingsverordening Produktschap Vis

Verordening van de Sociaal-Economische Raad van 15 januari 1999 tot wijziging van de Instellingsverordening Produktschap Vis1

De Sociaal-Economische Raad;

Gelet op artikel 67, eerste lid van de Wet op de bedrijfsorganisatie;

Gehoord de in de bijlage vermelde organisaties;

Besluit:

Artikel I

A

In artikel 1 wordt ’de Wet op de bedrijfsorganisatie (Stb. 1992, 409)’ vervangen door ’de Wet op de bedrijfsorganisatie’ en ’het Produktschap Vis’ door ’het Productschap Vis’.

B

Artikel 3, eerste lid komt te luiden:

1. Er is een Productschap Vis.

C

Artikel 4 komt te luiden:

Het bestuur van het productschap bestaat uit 27 leden, waarvan 18 leden door organisaties van ondernemers en 9 leden door organisaties van werknemers worden benoemd:

stcrt-1999-64-p20-SC18329-1.gif

D

Artikel 10 vervalt.

E

Artikel 11 vervalt.

F

Artikel 12 komt te luiden:

Deze verordening wordt aangehaald als Instellingsverordening Productschap Vis.

Artikel II

A

Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, met als bijvoegsel de tekst van de instellingsverordening zoals deze luidt per 15 januari 1999.

B

Deze verordening wordt eveneens in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie geplaatst.

Den Haag, 15 januari 1999.
J.C. Blankert, plv. voorzitter.
N.C.M. van Niekerk, algemeen secretaris.

1 Vastgesteld door de raad op 19 mei 1995 en in werking getreden op 3 september 1995 (Staatscourant en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie van 1 september 1995).

Goedgekeurd door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, mede namens de minister van Economische Zaken en van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, bij beschikking van 23 maart 1999, nr. AV/A&M/99/3141.

Bijlage

- Redersvereniging voor de Zeevisserij

- Nederlandse Vissersbond

- Vereeniging van Schippers-Eigenaren van Motortrawl- en Haringloggers

- Federatie van Visserijverenigingen

- Vereniging tot bevordering der Zeeuwsche visserijbelangen

- Combinatie van Beroepsvissers

- Nationaal Overleg Visafslagen

- Federatie van Organisaties op het gebied van de Groothandel in Be- en Verwerking van Vis

- Verbond van de Nederlandse Visdetailhandel

- Centrale Vereniging voor de Ambulante Handel

- Vervoersbond CNV

- Vervoersbond FNV

- FNV Bondgenoten

Toelichting

De Nederlandse Vereniging van Viskwekers (Nevevi) heeft de Bestuurskamer verzocht aangewezen te worden voor de benoeming van één lid van het productschapbestuur. De ondernemingen in de viskweek richten zich hoofdzakelijk op de kweek van paling, meerval en forel. De totale productie bedraagt circa 4450 ton (circa f 60 miljoen). Er zijn in totaal 60 viskweekbedrijven.

De Nevevi is de enige ondernemersorganisatie met 31 ondernemingen in de kweeksector, die ruim 64% van de totale productie vertegenwoordigen.

De statuten van de Nevevi zijn gewijzigd per 28 maart 1994. Zij voldoen aan de kwalitatieve criteria van het SER-Besluit Richtlijnen representativiteit organisaties.

Inwilliging van dit verzoek houdt in dat artikel 4 van de instellingsverordening, waarin de regeling van de bestuursomvang is opgenomen, gewijzigd dient te worden.

Van deze gelegenheid is gebruik gemaakt de per 1 augustus 1996 van kracht geworden nieuwe spelling door te voeren wat voornamelijk consequenties heeft voor het woord ’produkt’ dat voortaan als ’product’ zal worden geschreven.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel I

A

De naam van het productschap is aangepast aan de nieuwe spelling. De aanhaling van de Wet op de bedrijfsorganisatie wordt gebaseerd op de dynamische verwijsmethode die aangeeft dat alle, na de inwerkingtreding van de wet van kracht geworden wijzigingen, tevens van toepassing zijn.

B

De naam van het productschap is aangepast aan de nieuwe spelling.

C

De omvang van het bestuur is van 26 naar 27 leden gebracht. Daarnaast is de indeling naar geleding in de instellingsverordening vermeld. Tot dusver is deze indeling bij afzonderlijk besluit bekend gemaakt. Vermelding in de instellingsverordening verdient - achteraf bezien - de voorkeur omdat dit een vollediger beeld van de structuur van het productschap biedt.

Als nieuwe geleding wordt genoemd: ’de viskweek’.

D en E

Deze artikelen, die de bekendmaking en de inwerkingtreding van de oorspronkelijke instellingsverordening tot onderwerp regelen, hebben hun betekenis verloren.

F

Dit artikel bevat de citeertitel van de instellingsverordening waarbij het woord ’Productschap’ volgens de nieuwe spelling is geschreven.

Artikel II

Dit artikel bevat bepalingen omtrent de inwerkingtreding en de wijze van bekendmaken van de instellingsverordening.

Den Haag, 15 januari 1999.

J.C. Blankert, plv. voorzitter.

N.C.M. van Niekerk, algemeen secretaris.

Tekst van de Instellingsverordening Productschap Vis zoals deze luidt per 15 januari 1999

§ 1 Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

a. de wet: de Wet op de bedrijfsorganisatie;

b. de raad: de Sociaal-Economische Raad.

c. het productschap: het Productschap Vis.

Artikel 2

1. In deze verordening en daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

a. vis: vissen, schaal- en schelpdieren, delen van vissen alsmede van schaal- en schelpdieren en puf en nest, een en ander met uitzondering van sier- en aquariumdieren;

b. visserij: het bedrijf van het vangen of kweken van vissen, schaal- of schelpdieren en puf en nest, een en ander met uitzondering van sier- en aquariumdieren.

2. In deze verordening wordt onder handel mede de werkzaamheid van tussenpersonen verstaan.

§ 2 Het productschap

Artikel 3

1. Er is een Productschap Vis.

2. Het productschap is ingesteld voor de ondernemingen waarin:

a. de visserij wordt uitgeoefend;

b. vis wordt be- of verwerkt tot producten welke, al dan niet na verdere be- of verwerking, tot menselijk of dierlijk voedsel kunnen dienen;

c. de handel - met uitzondering van de aanvoer-, transito- en driehoekshandel - wordt uitgeoefend in vis of uit vis verkregen producten welke, al dan niet na verdere be- of verwerking, tot menselijk voedsel kunnen dienen.

3. Als ondernemingen bedoeld in het tweede lid, worden mede aangemerkt de veilingen van de in dat lid bedoelde producten.

4. Het productschap is gevestigd te Rijswijk.

Artikel 4

Het bestuur van het productschap bestaat uit 27 leden, waarvan 18 leden door organisaties van ondernemers en 9 leden door organisaties van werknemers worden benoemd:

stcrt-1999-64-p20-SC18329-2.gif

§ 3 Bevoegdheden

Artikel 5

1. Aan het productschap is overgelaten de regeling of nadere regeling van de navolgende onderwerpen:

a. de registratie van de ondernemingen waarvoor het productschap is ingesteld en van de in die ondernemingen werkzame personen;

b. het verstrekken van de voor de vervulling van de taak van het productschap nodige gegevens;

c. de voor de vervulling van de taak van het productschap nodige inzage van boeken en bescheiden en bezichtiging en opneming van bedrijfsmiddelen en voorraden van ondernemingen;

d. aangelegenheden verband houdend met de voortbrenging, de afzet, de verdeling en de aanwending van vis, waaronder mede begrepen:

1° de opslag en be- en verwerking van vis;

2° de bevordering van de gezondheidstoestand, de zuiverheid en de kwaliteit van vis;

3° de verzorging en verpakking van vis;

4° de aanduiding van ten verkoop aangeboden vis;

5° de behandeling en terugzending van verpakkingsmateriaal door degenen die een onderneming drijven waarvoor het productschap is ingesteld;

6° de standaardvoorwaarden voor de verkoop, levering en betaling, voor zover het betreft het economisch verkeer tussen degenen die een onderneming drijven waarvoor het productschap is ingesteld;

7° de technische inrichting van ondernemingen, voor zover deze verband houdt met de opslag en be- en verwerking van vis, de bevordering van de gezondheidstoestand, de zuiverheid en de kwaliteit van vis of de verzorging en verpakking van vis;

8° het verlenen van diensten;

e. de mededinging in de sector van de visserij, de veiling en be- en verwerking van en de handel in vis;

f. de administratie van de ondernemingen waarvoor het productschap is ingesteld;

g. de vakopleiding;

h. fondsen in het belang der bedrijfsgenoten.

2. Als aangelegenheden bedoeld in het eerste lid, onder d en e, worden niet aangemerkt:

a. de vestiging, uitbreiding en stillegging van ondernemingen;

b. de in- en uitvoer;

c. de afzet van overschotvis voor ander gebruik dan tot menselijk voedsel.

3. Verordeningen betreffende de in het eerste lid bedoelde onderwerpen hebben niet betrekking op de aanvoer-, transito- en driehoekshandel.

4. Verordeningen betreffende onderwerpen als bedoeld in het eerste lid, onder b en c, houden waarborgen in tegen misbruik van de ingevolge die verordeningen te verstrekken gegevens.

Artikel 6

Bij een op grond van artikel 5 vastgestelde verordening kan worden bepaald dat de bij of krachtens die verordening gestelde regelen mede andere dan de in artikel 102, eerste lid, van de wet bedoelde natuurlijke en rechtspersonen binden, voor zover deze handelingen verrichten die bedrijfsmatig in de ondernemingen waarvoor het productschap is ingesteld, plegen te worden verricht.

Artikel 7

Overtredingen van het bepaalde bij of krachtens een op grond van artikel 5 vastgestelde verordening kunnen bij die verordening worden aangewezen als strafbare feiten.

Artikel 8

1. Op overtreding van een op grond van artikel 5 vastgestelde verordening door personen bedoeld in artikel 102, eerste lid, van de wet, kunnen, ook indien de overtreding als strafbaar feit is aangewezen, bij die verordening tuchtrechtelijke maatregelen worden gesteld.

2. Op overtreding van een verordening betreffende een der in artikel 5 genoemde onderwerpen kan bij die verordening als tuchtrechtelijke maatregel een geldboete van ten hoogste tienduizend gulden worden gesteld.

Artikel 9

1. De door het productschap krachtens artikel 126, eerste lid, van de wet op te leggen heffingen kunnen worden opgelegd naar een grondslag welke het bestuur passend acht.

2. Het productschap kan heffingen opleggen voor een ander doel dan de dekking van de huishoudelijke uitgaven van het productschap.

§ 4 Slotbepalingen

Artikel 10

Vervallen.

Artikel 11

Vervallen.

Artikel 12

Deze verordening wordt aangehaald als Instellingsverordening Productschap Vis.

Naar boven