Wijziging Regeling uitvoerings- en onderzoekskosten zelfstandigen

30 maart 1999

Nr. BZ/VOL/98/1181

Directie Bijstandszaken

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Gelet op de artikelen 26, derde lid, en 27, derde lid, van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen en artikel 2, tweede lid, van het Besluit onderzoekskosten Ioaz;

Besluit:

Artikel I

De Regeling uitvoerings- en onderzoekskosten zelfstandigen wordt gewijzigd als volgt:

A. Artikel 2 wordt gewijzigd als volgt:

1. In onderdeel a wordt ’f 3870’ vervangen door : f 4375.

2. In onderdeel b wordt ’f 2325’ vervangen door : f 2585.

3. In onderdeel c wordt ’f 1550’ vervangen door : f 1590.

4. In onderdeel d wordt ’f 1550’ vervangen door : f 1590.

B. Artikel 3 wordt gewijzigd als volgt:

1. In onderdeel a wordt ’f 1815’ vervangen door : f 3525.

2. In onderdeel b wordt ’f 660’ vervangen door : f 1280.

3. In onderdeel c wordt ’f 785’ vervangen door : f 2085.

Artikel II

In artikel 26, tweede lid, van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen wordt

’f 475’ vervangen door: f 485.

Artikel III

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 1999. Artikel I, onderdeel B, werkt terug tot en met 18 januari 1999.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.


’s-Gravenhage, 30 maart 1999. De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
K. G. de Vries.

Toelichting

(Artikel I)

In de Regeling uitvoerings- en onderzoekskosten zelfstandigen zijn bedragen vastgesteld voor de rijksvergoeding aan de gemeenten van specifieke en noodzakelijke onderzoekskosten in verband met de uitvoering van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaz) en het Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz).

Deze bedragen worden thans aangepast als gevolg van de volgende omstandigheden:

1. De bedragen worden jaarlijks herzien voorzover de ontwikkeling van de lonen van werknemers in particuliere bedrijven daartoe aanleiding geeft. Op basis van de ontwikkeling van de relevante indexcijfers over de periode januari 1998 - januari 1999 en rekening houdend met de doorwerking van werkgeverspremies dienen de bedragen per saldo met 2,72% te worden verhoogd.

2. Met ingang van 1 januari 1999 is LASER een agentschap van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (LNV). In verband hiermee brengt LASER voor verleende diensten sinds 18 januari jl. aan de gemeente tarieven in rekening, die zijn gebaseerd op integrale kostprijzen. Daarbij komt dat de tijd die voor de afhandeling van de adviezen nodig blijkt te zijn in de afgelopen jaren is gestegen als gevolg van ingewikkelder bedrijfsjuridische constructies en complexere regelgeving op sociaal, fiscaal, milieu technisch en landbouwtechnisch gebied. Een en ander leidt tot een extra verhoging van de tarieven die LASER in rekening brengt. In verband met het feit dat LASER deze tarieven al sinds 18 januari 1999 in rekening brengt gaan de tarieven, genoemd in artikel 3 van de Regeling uitvoerings- en onderzoekskosten zelfstandigen, met terugwerkende kracht tot en met die datum in.

3. Ook organisaties als IMK Intermediair worden bij het midden- en kleinbedrijf geconfronteerd met ingewikkelder bedrijfsjuridische constructies en complexere regelgeving op sociaal, fiscaal, milieu en technisch gebied. Het gevolg hiervan is dat er meer tijd nodig is om de uitgebreide en verkorte rapportages uit te brengen. De toename van de normtijden komt qua omvang overeen met de verhoging die LASER daarvoor in rekening brengt. In verband hiermee worden de tarieven, genoemd in artikel 2 van de Regeling uitvoerings- en onderzoekskosten zelfstandigen voor de uitgebreide en verkorte rapportages, extra verhoogd.

De in artikel I weergegeven bedragen zijn inclusief het bedrag dat overeenkomt met de af te dragen BTW. Om het bedrag exclusief BTW te berekenen dient het desbetreffende bedrag te worden vermenigvuldigd met 100/117,5.

Alle bedragen zijn, zoals gebruikelijk, afgerond op een veelvoud van f 5,00.

(Artikel II)

In artikel 26, tweede lid, van het Bbz zijn regels gesteld voor de rijksvergoeding aan de gemeenten die zijn belast met de bijstandsverlening aan de ondernemers in de binnenvaart. Op grond van artikel 27, derde lid, van het Bbz wordt het bedrag, genoemd in artikel 26, tweede lid, van het Bbz, herzien voor zover de ontwikkeling van de lonen van het rijksoverheidspersoneel daartoe aanleiding geeft. Op basis van de ontwikkeling van deze lonen over de periode januari 1998 - januari 1999 en voorts rekening houdend met de ontwikkeling van werkgeverspremies blijkt dat dit bedrag dient te worden verhoogd met 2,46%.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

K.G. de Vries.

Naar boven