Richtlijn voor strafvordering bedreiging

Circulaire

Categorie: strafvordering

Rechtskarakter: aanwijzing i.d.z.v. artikel 130, lid 4 Wet RO

Afzender: College van procureurs-generaal

Adressaat: Hoofden van de parketten

Registratienummer: 1999R008

Datum vaststelling: 05-01-1999

Datum inwerkingtreding: 01-04-1999

Geldigheidsduur: 01-04-2003

Vervallen: —

Publicatie in Stcrt: 30-03-1999, nr. 62

Relevante beleidsregels OM: —

Wetsbepalingen: Art. 285 WvSr.

Jurisprudentie: —

Bijlagen: 1

Beschrijving

Deze richtlijn ziet op bedreiging. In zijn eenvoudigste vorm wordt deze mondeling en/of schriftelijk en/of door middel van gebaren geuit. Door de daarvan uitgaande dreigende werking dient het gebruik van een wapen bij de bedreiging een verzwarende rol te spelen. In geval de bedreiging wordt geuit in directe samenhang met een sportevenement dient dit strafverzwarend te worden beoordeeld. Eveneens dient in geval de bedreiging discriminatoire aspecten bevat een zwaardere sanctie gehanteerd te worden.

Andere verzwarende factoren zijn te vinden in de relatie van de verdachte met het slachtoffer, zoals het treffen van een willekeurig slachtoffer of het feit dat het slachtoffer zich in een afhankelijke situatie ten opzichte van de verdachte bevindt. Ook indien het slachtoffer van de bedreiging een ambtenaar betreft, dient dit zwaarder gesanctioneerd te worden. Een factor die leidt tot vermindering van de sanctie is het mede veroorzaken van het delict door het slachtoffer door de verdachte te tergen.

Aard van de richtlijn:

Commuun

Basisdelicten

- Bedreiging, mondeling en/of schriftelijk en/of door middel van gebaren

Wettekst

- Wetboek van Strafrecht art. 285

Basisdelict

Bedreiging, mondeling en/of schriftelijk en/of door middel van gebaren

Beschrijving

In zijn eenvoudigste vorm betreft dit delict bedreiging sec, mondeling en/of schriftelijk en/of door middel van gebaren.

Toepasselijk kader:

Commuun en verkeer

Basispunten

8 punten

stcrt-1999-62-p30-SC18268-1.gifstcrt-1999-62-p30-SC18268-2.gif

Indien beoordeling van dit basisdelict tevens plaats vindt op grond van de beoordelingsfactor ’aard van het letsel’, houdt die factor verband met de factor ’aanleiding’. Indien sprake is van ’geen letsel’, ’licht letsel’ of ’letsel’, zoals benoemd in de beoordelingsfactor ’aard van het letsel’ dient de factor ’aanleiding’ als mogelijk strafverminderend te gelden; in geval van zwaarder letsel kan niet worden gesproken van een redelijk verband tussen het tergen en het toegebrachte letsel.

stcrt-1999-62-p30-SC18268-3.gif

Draagkracht

Geen

Speciale regelingen

- Schaderegeling

Bijzonderheden

Geen

Naar boven