Instelling Interdepartementale commissie voor constitutionele aangelegenheden wetgevingsbeleid (ICCW)

5 maart 1999

Nr. 750612/99/6

Directie Wetgeving

De Ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, handelende in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad;

Besluiten:

Artikel 1

Er is een Interdepartementale commissie voor constitutionele aangelegenheden en wetgevingsbeleid (ICCW).

Artikel 2

1. De commissie is ambtelijk voorportaal van de Raad voor Justitie, Bestuur en Veiligheid voor zover het betreft de voorbereiding van de besluitvorming in die raad over belangrijke wetgeving en beleidsonderwerpen op het terrein van:

a. algemeen wetgevingsbeleid;

b. algemene constitutionele aangelegenheden.

2. De commissie heeft overigens tot taak desgevraagd of uit eigen beweging te adviseren over onderwerpen van algemeen wetgevingsbeleid.

Artikel 3

1. De commissie brengt de in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, en tweede lid bedoelde adviezen uit aan de Minister van Justitie.

2. De commissie brengt de in artikel 2, eerste lid, onderdeel b, bedoelde adviezen uit aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Artikel 4

1. Iedere minister wijst een lid en een plaatsvervangend lid aan op een adequaat ambtelijk niveau. Een minister zonder portefeuille kan een lid en een plaatsvervangend lid aanwijzen.

2. De Minister van Justitie benoemt de voorzitter.

3. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties benoemt de plaatsvervangend voorzitter.

4. Het secretariaat van de commissie berust bij het Ministerie van Justitie en bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties gezamenlijk.

5. De commissie kan haar werkwijze en die van het secretariaat regelen.

Artikel 5

1. De commissie heeft een vaste subcommissie, onder de naam Interdepartementaal wetgevingsberaad (IWB). Het beraad heeft tot taak:

a. het desgevraagd of uit eigen beweging behandelen van onderwerpen van algemeen wetgevingsbeleid als bedoeld in artikel 2, tweede lid;

b. het op verzoek van de commissie voorbereiden van de onderwerpen waarover de commissie advies uitbrengt.

2. De leden van de commissie wijzen een lid en een plaatsvervangend lid aan op een adequaat niveau. Het lid van de commissie namens de Minister van Justitie is voorzitter van het beraad. Het secretariaat van het beraad berust bij het Ministerie van Justitie.

3. De commissie besluit over de in het eerste lid, onderdeel a, bedoelde onderwerpen.

4. Het beraad kan zijn werkwijze en die van het secretariaat regelen.

Artikel 6

De commissie evalueert haar functioneren voor 1 januari 2001. Zij brengt het verslag van de evaluatie ter kennis van de Ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijks-relaties.

Artikel 7

De beschikking van de Minister van Justitie van 27 mei 1980, nr. 258/680, houdende instelling van de Inter-departementale Commissie voor de Harmonisatie van Wetgeving (Stcrt. 108) wordt ingetrokken.

Artikel 8

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.


Den Haag, 5 maart 1999. De Minister van Justitie,
A.H. Korthals. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
A. Peper.

Toelichting

1. Algemeen

Op 2 oktober 1998 heeft de ministerraad op basis van artikel 17 van het reglement van orde voor de ministerraad, besloten tot instelling van een onderraad voor justitie, bestuur en veiligheid (RJBV), belast met de voorbereiding van de besluitvorming door de ministerraad over belangrijke wetgeving en beleidsonderwerpen op onder meer het terrein van het algemeen wetgevingsbeleid respectievelijk algemene constitutionele aangelegenheden. Coördinerende bewindspersonen voor deze onderwerpen zijn de Ministers van Justitie respectievelijk van Binnenlandse Zaken en Konink-rijksrelaties (BZK).

Gezien de breedte van het terrein dat deze onderraad bestrijkt, bedient deze zich van verschillende voorportalen. Voor het terrein van het algemeen wetgevingsbeleid en de algemene constitutionele aangelegenheden is daarbij in eerste instantie gedacht aan de Interdepartementale Commissie voor de Harmonisatie van Wetgeving (ICHW). Tegen de achtergrond van een mogelijke functie als voorportaal heeft een bezinning op de taak, samenstelling en werkwijze van de ICHW plaatsgevonden. Dit leidde tot de conclusie dat enkele wijzigingen daarin aangewezen waren. Gezien de aard van deze wijzigingen is gekozen voor een nieuw instellingsbesluit voor de commissie, waarbij van de gelegenheid gebruik is gemaakt om ook haar naam aan te passen. Zij zal gaan werken onder de naam Interdepartementale commissie voor constitutionele aangelegenheden en wetgevingsbeleid (ICCW).

2. Taak van de commissie

De taak van de commissie is tweeledig. In de eerste plaats treedt zij op als voorportaal van de RJBV. In die hoedanigheid adviseert zij de Ministers van Justitie en BZK over onderwerpen van algemeen wetgevingsbeleid en algemene constitutionele aangelegenheden.

In de tweede plaats vervult zij de taak van interdepartementaal forum voor wetgevingsvraagstukken en andere aspecten van algemeen wetgevingsbeleid. Deze tweede functie werd tot nu toe vervuld door de ICHW. Het nut en de wenselijkheid ervan zijn onweersproken, reden waarom daarvoor in de huidige constellatie uitdrukkelijk ruimte is gereserveerd. Er is voorzien in een vaste subcommissie van de ICCW, het Interdepartementaal wetgevingsberaad (IWB), die deze tweede functie uitoefent en ook overigens de onderwerpen waarover de commissie adviseert, kan voorbereiden. In § 4 wordt meer concreet ingegaan op de werkwijze van de commissie en het beraad.

Ingevolge artikel 10 van het instellingsbesluit van de Commissie wetgeving algemene regels van bestuursrecht (Stb. 1983, 417) is vastgelegd dat die commissie regelmatig overleg pleegt met de ICHW over opzet en inhoud van door eerstgenoemde commissie voor te bereiden voorstellen inzake de Algemene wet bestuursrecht. De functie die de ICHW hier had, gaat nu over op de ICCW.

3. Samenstelling van de commissie

De commissie bestaat uit een voorzitter en voorts een lid per ministerie. Omdat op het terrein van een minister zonder portefeuille niet altijd behoefte zal bestaan aan vertegenwoordiging in de commissie, is het aanwijzingen van een lid door deze ministers facultatief. In de ICHW zijn goede ervaringen opgedaan met een enigszins onafhankelijke positie voor de voorzitter, zodat deze de vergadering kan leiden zonder een eigen departementaal standpunt te hoeven vertegenwoordigen. Daarom is voorzien in aparte benoeming van de voorzitter en plaatsvervangend voorzitter door de Ministers van Justitie respectievelijk van BZK. Deze hoeven niet uit de leden te worden benoemd.

Door de taak van de ICCW ten aanzien van constitutionele aangelegenheden, wordt de rol van BZK in de commissie zwaarder dan voorheen in de ICHW. De benoeming van een plaatsvervangend voorzitter van BZK naast een lid voor dat ministerie, geeft mede inhoud aan die rol. Voorts zal het secretariaat van de commissie bij Justitie en BZK gezamenlijk berusten.

Het voorzitterschap en plaatsvervangend voorzitterschap zullen worden vervuld door de directeur Wetgeving van Justitie respectievelijk de directeur Constitutionele Zaken en Wetgeving van BZK. Het secretariaat zal worden ondergebracht bij de directie Wetgeving respectievelijk de directie Constitutionele Zaken en Wetgeving van deze ministeries.

Vanwege de voorportaalfunctie van de commissie, die met zich brengt dat de leden de inbreng van het hele ministerie dat zij vertegenwoordigen coördineren, zullen in beginsel de directeuren wetgeving en juridische zaken van de ministeries lid zijn van de commissie. Omdat Justitie en BZK het voorzitterschap al op directeursniveau vervullen zal voor deze ministeries op ander adequaat niveau in leden en plaatsvervangende leden worden voorzien,

4. Werkwijze van de commissie

Vanwege de taken van de commissie op zowel het terrein van het algemeen wetgevingsbeleid als van constitutionele aangelegenheden, zal de samenwerking tussen Justitie en BZK in de commissie intensief zijn. Het secretariaat van de commissie zal door Justitie en BZK gezamenlijk worden gevoerd. In de praktijk zal dit zo worden ingevuld dat de algemene en logistieke verantwoordelijkheid voor het secretariaat bij Justitie ligt. De secretaris van BZK zal met name de inhoudelijke voorbereiding van constitutionele onderwerpen en het opstellen van adviezen daarover verzorgen. In het verlengde hiervan ligt het voor de hand dat de plaatsvervangend voorzitter van BZK bij de behandeling van deze onderwerpen in de commissie het voortouw heeft.

Zoals gezegd heeft de ICCW een tweeledige functie: enerzijds voorportaal voor de RJBV, anderzijds interdepartementaal forum voor wetgevingsvraagstukken en andere aspecten van algemeen wetgevingsbeleid. De forumfunctie zal in de praktijk zoveel mogelijk door het IWB worden vervuld. Over producten (rapporten, adviezen) die het IWB oplevert, besluit de ICCW. Zo’n besluit kan bijvoorbeeld inhouden dat over het betrokken onderwerp advies wordt uitgebracht aan de Minister van Justitie (die deze adviezen zo nodig doorgeleidt naar andere betrokken bewindspersonen), of dat dit voor besluitvorming wordt doorgeleid naar RJBV en ministerraad. Bij activiteiten die het IWB verricht in het kader van de forumfunctie, kan de ICCW uiteraard voorzien in een mandaat voor zelfstandige afdoening door het IWB.

De ICCW kan het IWB ook verzoeken om onderwerpen die haar in het kader van de voorportaalfunctie zijn of zullen worden voorgelegd, voor te bereiden. Dit kan bijvoorbeeld nuttig zijn bij onderwerpen met (ook) meer (wetgevings)technische aspecten.

Voor de planning van de werkzaamheden van de ICCW zal een werkprogramma worden opgesteld. Daarin zal een onderscheid worden gemaakt tussen de onderwerpen in het kader van de voorportaalfunctie en die in het kader van de forumfunctie. De onderwerpen voor de forumfunctie zullen voornamelijk vanuit het IWB worden ingebracht.

De ICCW en het IWB kunnen hun werkwijze en die van hun secretariaten zelf verder invullen. Zo zullen zij hun werkzaamheden kunnen laten uitvoeren door vaste en tijdelijke werkgroepen. Een van de vaste werkgroepen van het IWB zal zijn de werkgroep Aanwijzingen voor de regelgeving, die tot nu toe onder de ICHW ressorteerde.

5. Evaluatie

Ingevolge de Aanwijzingen voor interdepartementale commissies is een evaluatiebepaling opgenomen in deze regeling. In afwijking van deze aanwijzingen is gekozen voor een evaluatietermijn van twee jaar in plaats van vier jaar. De tweeledige taak van de commissie en haar daarop afgestemde inrichting rechtvaardigen dat het functioneren van de commissie op een kortere termijn wordt bezien. Het evaluatieverslag zal aan de Ministers van Justitie en BZK worden uitgebracht.

De Minister van Justitie,

A.H. Korthals.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

A. Peper.

Naar boven