Mandaatregeling Dienst Wegverkeer

Wijziging van de Regeling van de Directie van de Dienst Wegverkeer (RDW) van 21 mei 1997, houdende mandatering bestuurlijke bevoegdheden Directie binnen de Dienst Wegverkeer (Mandaatregeling Dienst Wegverkeer)

De directie van de Dienst Wegverkeer,

Overwegende dat het wenselijk is voor de doelmatige uitvoering van de wettelijke taken door de Dienst Wegverkeer de regeling, waarbij de bevoegdheid tot het nemen van beschikkingen op een lager niveau in de organisatie gelegd is te wijzigen;

Gelet op artikel 4g van de Wegenverkeerswet 1994,

Besluit:

Artikel 1

De aan de Directie, bij artikel 4g, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994, verleende bevoegdheid wordt ten aanzien van bepaalde onderdelen van de taak van de Dienst Wegverkeer gemandateerd aan:

a. het hoofd van de afdeling Toelating Wegvoertuigen;

b. het hoofd van de afdeling Keuring en Toezicht;

c. het hoofd van de afdeling Informatie en Documenten;

d. hun plaatsvervangers.

Artikel 2

De aan de Directie, bij artikel 4g, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994, verleende bevoegdheid wordt ten aanzien van bepaalde onderdelen van de taak van de Dienst Wegverkeer gemandateerd aan:

a. de afdeling Toelating Wegvoertuigen, te weten:

1. het hoofd van de onderafdeling Toelating en Toezicht;

2. het hoofd van de onderafdeling Beproeving en Inspectie;

3. het hoofd van het bureau Technische Zaken;

4. het hoofd van de onderafdeling Toelating Exceptioneel Transport;

5. het hoofd van het bedrijfsbureau

6. hun plaatsvervangers.

b. de afdeling Keuring en Toezicht, te weten:

1. de regiomanagers;

2. het hoofd van het stafbureau;

3. het hoofd van het bedrijfsbureau;

4. het hoofd van de projectorganisatie;

5. hun plaatsvervangers.

c. de afdeling Informatie en Documenten te weten:

1. de Clustermanager Registratie en Documenten;

2. de Clustermanager Handhaving en Opsporing;

3. de Clustermanager Informatie en Rijbewijzen.

Artikel 3

De aan de Directie, bij artikel 4g, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994, verleende bevoegdheid wordt ten aanzien van bepaalde onderdelen van de taak van de Dienst Wegverkeer gemandateerd aan de navolgende functionarissen, die werkzaam zijn bij:

a. de onderafdeling Toelating en Toezicht van de afdeling Toelating Wegvoertuigen, te weten:

1. het hoofd van de branchegroep Certificatie en Toezicht;

2. het hoofd van de branchegroep Administratie Toelatingskeuringen;

3. het hoofd van de branchegroep Centrale Informatie en Afhandeling Kentekenaanvragen.

b. de onderafdeling Beproeving en Inspectie van de afdeling Toelating Wegvoertuigen, te weten:

1. het hoofd van de branchegroep Personenauto’s, lichte Bedrijfsauto’s en Motorfietsen;

2. het hoofd van de branchegroep Bussen, zware Bedrijfsauto’s en Aanhangwagens;

3. het hoofd van de branchegroep Gevaarlijke Stoffen en Koelvoertuigen;

4. het hoofd van het Testcentrum Lelystad.

c. de onderafdeling Toelating Exceptioneel Transport van de afdeling Toelating Wegvoertuigen, te weten:

1. technisch manager (plaatsvervangend hoofd);

2. senior medewerker;

3. medewerker ontheffingen;

4. de accountmanager.

d. de regio’s van de afdeling Keuring en Toezicht, te weten:

1. de hoofden van de keuringsstations;

2. de hoofden van de regioadministraties;

3. de bedrijfsinspecteurs.

e. de cluster Registratie en Documenten, te weten:

1. het hoofd van het bureau Voertuigregistratie en Documenten;

2. het hoofd van het bureau Erkenningen en Toezicht;

3. het hoofd van het bureau Aansprakelijkheids- en Persoonsregistratie.

f. de cluster Handhaving en Opsporing, te weten:

1. het hoofd van het bureau Handhaving;

2. het hoofd van het bureau Opsporingsbijstand;

3. het hoofd van het bureau WAM.

g. de cluster Informatie en Rijbewijzen, te weten:

1. het hoofd van het bureau Inlichtingen en Correspondentie;

2. het hoofd van het bureau Documentopslag en Informatievoorziening;

3. het hoofd van het bureau Rijbewijzen.

h. het bureau Projecten Innovatie en Ondersteuning, te weten:

- het hoofd van het bureau Projecten Innovatie en Ondersteuning.

i. het Bedrijfsbureau Informatie en Documenten, te weten:

- het hoofd van het Bedrijfsbureau Informatie en Documenten.

j. het Stafbureau Centrale Diensten, te weten:

- het hoofd van het Stafbureau Centrale Diensten.

Artikel 4

De aan de Directie, bij artikel 4g, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994, verleende bevoegdheid wordt ten aanzien van bepaalde onderdelen van de taak van de Dienst Wegverkeer gemandateerd aan de navolgende functionarissen, die werkzaam zijn bij:

a. de branchegroep Certificatie en Toezicht en de branchegroep Administratie Toelatingskeuringen, te weten:

1. de Coördinator Toelating;

2. de Hoofdinspecteur Toelating;

3. de Inspecteur Toelating;

4. de assistent-inspecteur toelating;

5. de medewerker toelating.

b. de branchegroep Centrale Informatie en Afhandeling Kentekenaanvragen, te weten:

1. de Technisch inspecteur;

2. de Behandelingscoördinator;

3. de Technisch medewerker;

4. de Behandelingsmedewerker B;

5. de Behandelingsmedewerker C.

c. de branchegroep Personeneauto’s, lichte Bedrijfsauto’s en Motorfietsen, de branchegroep Bussen, zware Bedrijfauto’s en Aanhangwagens, de branchegroep Gevaarlijke Stoffen en Koelvoertuigen, en het Testcentrum Lelystad te weten:

1. de Technisch inspecteur internationaal;

2. de Technisch inspecteur specialist;

3. de Technisch inspecteur;

4. de Technisch medewerker;

5. de Beleidsmedewerker/Kwaliteitsadviseur.

d. de keuringsstations, te weten:

1. de technisch medewerkers;

2. de administratief medewerkers.

e. de regiokantoren, te weten:

1. de administratief medewerkers van de regioadministratie;

2. de financieel medewerkers van de regioadministratie

f. het bureau Voertuigregistratie en Documenten te weten:

- de Productiegroepshoofden en de Sectiehoofden.

g. het bureau Erkenningen en Toezicht, te weten:

1. de Bedrijvencontroleurs;

2. het hoofd Productgroep Erkenningen;

3. het hoofd Productgroep Toezicht;

4. de medewerkers Kwaliteitsbeheer;

5. de medewerkers Sancties;

6. de medewerkers Beoordelen.

h. het bureau Aansprakelijkheids- en Persoonsregistratie, te weten:

1. het plaatsvervangend bureauhoofd;

2. de medewerker Beheerder Decentrale Taken;

3. de medewerker KvK/GBA-register;

4. de medewerkers Kwaliteitsbeheer;

5. de medewerkers Aansprakelijkheids- en Persoonsregistratie.

i. het bureau WAM, te weten:

- de eerste medewerker.

j. het bureau Inlichtingen en Correspondentie, te weten:

1. het hoofd Telefonische Informatie;

2. het hoofd van de sectie Correspondentie;

3. de Coördinatoren;

4. de Informanten;

5. de Correspondenten.

k. het bureau Rijbewijzen, te weten:

1. de eerste medewerker Rijbewijzen;

2. de eerste medewerker Helpdesk;

3. de medewerkers Beoordeling en Helpdesk.

l. het Stafbureau Centrale Diensten, te weten:

1. de Registerbeheerder(s);

2. de medewerkers Bezwaar en Beroep.

Artikel 5

De aan de Directie, bij artikel 4g, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994, verleende bevoegdheid wordt ten aanzien van de afdoening en ondertekening van de volgende stukken gemandateerd aan het Hoofd van de afdeling Juridische en Bestuurlijke Zaken:

1. inzake bezwaren op grond van de Algemene wet bestuursrecht tegen beslissingen die door de in de artikelen 1 tot en met 4 genoemde functionarissen zijn genomen;

2. inzake beroep tegen deze beslissingen op grond van de Algemene wet bestuursrecht gericht aan de Arrondissementsrechtbanken;

3. inzake hoger beroep tegen deze beslissingen op grond van de Algemene wet bestuursrecht gericht aan de Raad van State.

Artikel 6

1. Aan de Directie blijven voorbehouden:

a. de afdoening en ondertekening van beleidsregels;

b. de afdoening en ondertekening van circulaires die een verzoek, gericht tot een groep van personen of instanties buiten de overheid, om medewerking of inlichtingen bevatten;

c. de afdoening en ondertekening van stukken:

1. gericht aan de Algemene Rekenkamer;

2. gericht aan de Nationale Ombudsman;

3. gericht aan de Raad van Toezicht;

4. gericht aan de Minister van Verkeer en Waterstaat;

5. inzake beslissingen op bezwaar op grond van de Algemene wet bestuursrecht in personele aangelegenheden;

d. het aangaan van (internationale) samenwerkingsverbanden;

e. het sluiten van bestuurlijke overeenkomsten;

f. het voeren van politiek overleg.

2. Het reglement als bedoeld in artikel 4n van de Wegenverkeerswet 1994 is bij het uitoefenen van deze bevoegdheden van toepassing.

Artikel 7

1. De in de artikelen 1 en 5 genoemde functionarissen maken van het hen verleende mandaat uitsluitend gebruik, voor zover het aangelegenheden betreft die behoren tot hun werkterrein en die naar hun aard of inhoud niet een zodanig gewicht hebben dat zij behoren te worden afgedaan door de Directie.

2. De in de artikelen 2, 3, en 4 genoemde functionarissen maken van het hen verleende mandaat uitsluitend gebruik, voor zover het aangelegenheden betreft die - gelet op het bepaalde in Bijlage 1 bij deze regeling - behoren tot het werkterrein van hun dienstonderdeel, en die - mede gelet op de inhoud van Bijlage 2 bij deze regeling - naar hun aard of inhoud niet een zodanig gewicht hebben dat zij behoren te worden afgedaan door de functionaris onder wie zij rechtstreeks ressorteren.

3. De in de artikelen 1 tot en met 3 be-doelde plaatsvervangers maken van het hen verleende mandaat uitsluitend ge-bruik bij afwezigheid van de functionaris onder wie zij rechtstreeks ressorteren.

Artikel 8

De stukken die door de in de artikelen 1 tot en met 5 genoemde functionarissen op grond van deze regeling worden afgedaan en ondertekend, vermelden aan het slot:

De Algemeen Directeur van de RDW

namens deze,

gevolgd door functieaanduiding, handtekening en naam van de betrokken functionaris.

Artikel 9

De Regeling mandaat RDW van 21 mei 1997, Stcrt. 1997, nr. 109 wordt hierbij ingetrokken.

Artikel 10

Deze regeling kan worden aangehaald als: Mandaatregeling Dienst Wegverkeer.

Deze regeling zal worden gepubliceerd in de Staatscourant en in afschrift worden gezonden aan de Algemene Rekenkamer en aan de in deze regeling genoemde functionarissen.


Zoetermeer, 12 februari 1999.
De Algemeen Directeur van de Dienst Wegverkeer,
J.G. Hakkenberg.

Bijlage 1

Taakstelling (onder)afdelingen Dienst Wegverkeer

De Directie van de Dienst Wegverkeer,

Overwegende dat het wenselijk is in het kader van de mandatering van bestuurlijke bevoegdheden de taken van de (onder) afdelingen van de Dienst Wegverkeer, die voortvloeien uit wet- en regelgeving nader vast te stellen,

Gelet op artikel 7 van de Mandaatregeling Dienst Wegverkeer (besluit Algemeen Directeur Dienst Wegverkeer d.d. 12 februari 1999),

Besluit:

De taken van de hieronder genoemde (onder)afdelingen van de Dienst Wegverkeer als volgt vast te stellen:

I. De afdeling Toelating Wegvoertuigen heeft tot taak:

- het in het kader van toelating tot het verkeer op de weg verlenen van typegoedkeuringen voor voertuigen, voertuigonderdelen, uitrustingsstukken en voorzieningen ter bescherming van weggebruikers en passagiers en van individuele goedkeuringen voor voertuigen alsmede het intrekken van typegoedkeuringen en het verrichten van testen in dat kader;

- het houden van toezicht op de overeenstemming van voertuigen, voertuigonderdelen, uitrustingsstukken en voorzieningen ter bescherming van weggebruikers en passagiers met het type waarvoor goedkeuring is verleend;

- het verlenen van ontheffingen op grond van artikel 149 van de Wegenverkeerswet 1994.

a. De onderafdeling Toelating Exceptioneel Transport heeft tot taak:

- het al dan niet in mandaat van andere overheden verlenen van ontheffingen op grond van artikel 149 van de Wegenverkeerswet 1994.

b. De onderafdeling Toelating en Toezicht van de afdeling Toelating Wegvoertuigen heeft tot taak:

- het in het kader van toelating tot het verkeer op de weg verlenen van typegoedkeuringen voor voertuigen, voertuigonderdelen, uitrustingsstukken en voorzieningen ter bescherming van weggebruikers en passagiers en van individuele goedkeuringen voor voertuigen alsmede het intrekken van typegoedkeuringen;

- het houden van toezicht op de overeenstemming van voertuigen, voertuigonderdelen, uitrustingsstukken en voorzieningen ter bescherming van weggebruikers en passagiers met het type waarvoor goedkeuring is verleend.

c. De onderafdeling Beproeving en Inspectie van de afdeling Toelating Wegvoertuigen heeft tot taak:

- het verrichten van testen en het afgeven van testrapporten in het kader van toelating tot het verkeer op de weg van voertuigen, voertuigonderdelen, uitrustingsstukken en voorzieningen ter bescherming van weggebruikers en passagiers.

II. De afdeling Keuring en Toezicht heeft tot taak:

- het verrichten van keuringen en het houden van toezicht in het kader van de toelating van het verkeer op de weg;

- het keuren van voertuigen in de in de Wegenverkeerswet 1994 bedoelde gevalen;

- het behandelen van bezwaren en administratieve beroepen als bedoeld in artikel 90 en 91 van de Wegenverkeerswet 1994;

- het verlenen van erkenningen als bedoeld in de artikelen 83 en 100 van de Wegenverkeerswet 1994, alsmede het schorsen, wijzigen en intrekken daarvan;

- het houden van toezicht op de naleving van de verplichtingen die voortvloeien uit de erkenningen als bedoeld in artikel 83 en 100 van de Wegenverkeerswet 1994;

- het verlenen van erkenningen ten behoeve van de installatie en periodieke controle van tachografen, alsmede het schorsen, wijzigen en intrekken daarvan;

- het houden van toezicht op de naleving van de verplichtingen die voortvloeien uit de verleende erkenningen ten behoeve van de installatie en periodieke controle van tachografen.

III. De afdeling Informatie en Documenten heeft tot taak:

- het opgeven van kentekens voor motorrijtuigen en aanhangwagens en het terzake van die opgaven afgeven van kenteken- en registratiebewijzen alsmede het schorsen van de geldigheid van de kentekenbewijzen en het ongeldig verklaren van kenteken- en registratiebewijzen;

- het registreren van gegevens met betrekking tot opgegeven kentekens, afgegeven registratie- en kentekenbewijzen, afgegeven keuringsbewijzen, afgegeven rijbewijzen en afgegeven bromfietscertificaten, alsmede met betrekking tot rechterlijke uitspraken houdende ontzegging van de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen;

- het verstrekken van inlichtingen uit de bij of krachtens de Wegenverkeerswet 1994 of andere wetten bijgehouden registers;

- het afgeven van rijbewijzen in de gevallen, bedoeld in artikel 116, eerst lid, van de Wegenverkeerswet 1994 alsmede het ongeldig verklaren van deze rijbewijzen in de in deze wet bepaalde gevallen;

- het opsporen van het bij of krachtens de Wegenverkeerswet 1994 strafbaar gestelde feiten, voor zover hiermee belast ingevolge artikel 159 van deze wet;

- het verlenen van erkenningen en het toezicht houden op het gebruik van de verleende erkenningen, als bedoeld in artikel 62 van de Wegenverkeerswet 1994, alsmede het schorsen, wijzigen en intrekken daarvan.

a. De cluster Registratie en Documenten van de afdeling Informatie en Documenten heeft tot taak:

- het opgeven van kentekens voor motorrijtuigen en aanhangwagens en het terzake van die opgaven afgeven van kentekenbewijzen alsmede het schorsen van de geldigheid van de kentekenbewijzen, het ongeldig verklaren van kenteken- en registratiebewijzen en het vervallen verklaren van tenaamstellingen in het kentekenregister;

- het afgeven van keuringsbewijzen in de gevallen als bedoeld in artikel 53 van de Wegenverkeerswet 1994;

- het afgeven van vervangende keuringsbewijzen op basis van artikel 80 van de Wegenverkeerswet 1994;

- het verlenen van erkenningen als bedoeld in artikel 62 van de Wegenverkeerswet 1994, alsmede het schorsen, wijzigen en intrekken daarvan (Erkenningsregeling Bedrijfsvoorraad);

- het houden van toezicht op de naleving van de verplichtingen die voortvloeien uit het verlenen van de erkenning als bedoeld in artikel 62 van de Wegenverkeerswet 1994;

- het registreren van gegevens met betrekking tot motorrijtuigen en aanhangwagens en vaartuigen.

b. De cluster Handhaving en Opsporing van de afdeling Informatie en Documenten heeft tot taak:

- het opsporen van het bij of krachtens de Wegenverkeerswet 1994 strafbaar gestelde feiten, voor zover hiermee belast ingevolge artikel 159 van deze wet;

- het (laten) registreren en controleren van verzekeringsgegevens in het CRWAM-register;

- het verwerken, scannen en on-line beschikbaar stellen van door de afdeling Informatie en Documenten aangeleverde documenten.

c. De cluster Informatie en Rijbewijzen van de afdeling Informatie en Documenten heeft tot taak:

- het afgeven van rijbewijzen in de gevallen, bedoeld in arti-kel 116, eerst lid, van de Wegenverkeerswet 1994 alsmede het ongeldig verklaren van deze rijbewijzen in de in deze wet bedoelde gevallen;

- het registreren van gegevens en het verschaffen van inlichtingen met betrekking tot afgegeven rijbewijzen en bromfietscertificaten uit het daartoe bijgehouden register;

- het verstrekken van inlichtingen uit de bij of krachtens de Wegenverkeerswet 1994 of andere wetten bijgehouden registers.

- de registratie van export, ten behoeve van het kentekenregister, als bedoeld in artikel 33 van het Kentekenreglement.

IV De afdeling juridische en bestuurlijke zaken heeft tot taak:

- de behandeling van bezwaar- en beroepszaken op grond van de Algemene wet bestuursrecht inzake besluiten, die in het kader van de uitvoering van de wettelijke taken door of namens de Algemeen Directeur van de RDW worden genomen.

Zoetermeer, 12 februari 1999.

De Algemeen Directeur van de Dienst Wegverkeer,

J.G. Hakkenberg.

Bijlage 2 als bedoeld in artikel 7, tweede lid, van de Mandaatregeling Dienst Wegverkeer

Nadere specificatie van bevoegdheden voor niet-leidinggevende medewerkers.

De machtiging en opdracht om, namens de Directie en onder diens verantwoordelijkheid, de aan de Directie op grond van artikel 4g, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 toekomende bevoegdheid uit te oefenen geldt voor de volgende functionarissen en betreft, naast het voeren van de normale correspondentie van de afdeling, de volgende handelingen:

1. Van de afdeling Normontwikkeling:

a. de medewerkers:

- het optreden in internationaal, EEG, ECE en Benelux overleg;

2. Van de afdeling Toelating Wegvoertuigen:

2.1. van de onderafdeling Toelating Exceptioneel Transport:

a. senior medewerker:

- de verlening en afwijzing van ontheffingen op grond van artikel 149 van de Wegenverkeerswet 1994.

b. medewerker ontheffingen:

- de verlening en afwijzing van ontheffingen op grond van artikel 149 van de Wegenverkeerswet 1994.

2.2. van de onderafdeling Toelating en Toezicht:

2.2.1. van de branchegroep Certificatie en Toezicht:

a. hoofd Certificatie en Toezicht:

1. toelatingskeuringen en internationale certificaten, alsmede besluiten betref-fende procedures met betrekking tot deze goedkeuringen en certificaten, op grond van artikel 22 of 26 van de Wegenverkeerswet 1994 of op grond van internationale EEG en ECE voorschriften terzake;

2. het afgeven van ATP certificaten op basis van de Wet inzake Grensoverschrijdend Vervoer van aan bederf onderhevige levensmiddelen;

3. het afgeven van keuringsdocumenten t.b.v. het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

4. het afgeven van VLG keuringsdocumenten en certificaten op basis van de uitvoeringsregelingen van de Wet Gevaarlijke Stoffen;

5. goedkeuringen op basis van de Wet personenvervoer en de Wet ambulancevervoer.

b. de Hoofdinspecteur Toelating en de Inspecteur Toelating:

1. het verrichten van toelatingskeuringen en het afgeven van internationale certificaten, alsmede besluiten betref-fende procedures met betrekking tot deze goedkeuringen en certificaten, op grond van artikel 22 of 26 van de Wegenverkeers-wet 1994 of op grond van internationale EEG en ECE voorschriften terzake.

2. het afgeven van ATP certificaten op basis van de Wet inzake Grensoverschrijdend Vervoer van aan bederf onderhevige levensmiddelen;

3. het afgeven van keuringsdocumenten t.b.v. het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

4. het afgeven van VLG keuringsdocumenten en certificaten op basis van de uitvoeringsregelingen van de Wet Gevaarlijke Stoffen;

5. het verlenen van goedkeuringen op basis van de Wet personenvervoer en de Wet ambulancevervoer.

c. de assistent Inspecteur Toelating:

1. het verrichten van toelatingskeuringen en het afgeven van nationale certificaten, alsmede besluiten betreffende procedures met betrekking tot deze goedkeuringen en certificaten, op grond van artikel 22 of 26 van de Wegenverkeerswet 1994 of op grond van internationale EEG- en ECE-voorschriften ter zake;

2. het afgeven van ATP certificaten op basis van de Wet inzake Grensoverschrijdend Vervoer van aan bederf onderhevige levensmiddelen;

3. het afgeven van keuringsdocumenten t.b.v. het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

4. het afgeven van VLG keuringsdocumenten en certificaten op basis van de uitvoeringsregelingen van de Wet Gevaarlijke Stoffen;

5. het verlenen van goedkeuringen op basis van de Wet personenvervoer en de Wet ambulancevervoer.

2.2.2. van de branchegroep Administratie Toelatingskeuringen:

a. de Behandelingsmedewerker B:

- de afgifte van voorlopige kentekenbewijzen als bedoeld in artikel 17, zesde lid, van het Kentekenreglement en kentekenbewijzen als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van het Kentekenreglement;

2.2.3. van de branchegroep Centrale Informatie en Afhandeling Kentekenaanvragen:

a. de behandelingscoördinator en de technisch inspecteur:

- de weigering om een aanvraag voor een kenteken- of registratiebewijs in behandeling te nemen als bedoeld in artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht alsmede de weigering om zo’n bewijs af te geven als bedoeld in artikel 48 van de Wegenverkeerswet 1994;

- de homologatie van technische gegevens met betrekking tot bepaalde voertuigen, voertuigonderdelen of uitrustingsstukken ten behoeve van exportdoeleinden.

b. de medewerker erkenningen, de technisch medewerker en de behandelingsmedewerker B:

- de weigering om een aanvraag voor een kenteken- of registratiebewijs in behandeling te nemen als bedoeld in artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht alsmede de weigering om zo’n bewijs af te geven als bedoeld in artikel 48 van de Wegenverkeerswet 1994.

2.3. van de onderafdeling Beproeving en Inspectie:

a. de technisch inspecteur specialist internationaal:

- het opstellen van testrapporten in het kader van een onderzoek van voertuigen, voertuigonderdelen of uitrustingsstukken van voertuigen op grond van artikel 22 of 26 van de Wegenverkeerswet of op grond van de internationale EEG of ECE voorschriften terzake;

- het keuren van bussen en ambulances als bedoeld in hoofdstuk 15 van het Besluit Personenvervoer en artikel 3 van de Wet Ambulancevervoer;

- het beproeven op basis van de uitvoeringsregelingen van de Wet Gevaarlijke Stoffen;

b. de technisch inspecteur specialist:

- het opstellen van testrapporten in het kader van een onderzoek van voertuigen, voertuigonderdelen of uitrustingsstukken van voertuigen op grond van artikel 22 of 26 van de Wegenverkeerswet of op grond van de internationale EEG of ECE voorschriften terzake.

- het keuren van bussen en ambulances als bedoeld in hoofdstuk 15 van het Besluit Personenvervoer en artikel 3 van de Wet Ambulancevervoer;

- het beproeven op basis van de uitvoeringsregelingen van de Wet Gevaarlijke Stoffen;

c. de technisch inspecteur:

- het uitvoeren van testen in het kader van een onderzoek van voertuigen, voertuigonderdelen of uitrustingsstukken van voertuigen op grond van artikel 22 of 26 van de Wegenverkeerswet of op grond van internationale EEG en ECE voorschriften terzake.

d. de beleidsmedewerker/kwaliteitsadviseur (TCL):

- het afdoen van testrapporten in het kader van een onderzoek van voertuigen, voertuigonderdelen of uitrustingsstukken van voertuigen op grond van artikel 22 of 26 van de Wegenverkeerswet of op grond van internationale EEG en ECE voorschriften terzake;

3. Van de afdeling Keuring en Toezicht:

3.1. van de keuringsstations:

a. de technisch medewerkers:

- het uitvoeren van steekproefsgewijze (her)keuringen in het kader van het toezicht op erkende bedrijven, op basis van artikel 86, eerste lid, en artikel 102, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994;

- het uitvoeren van steekproefsgewijze controles, op basis van artikel 34, van de Regeling voorschriften tachografen;

- het verrichten van de volgende keuringen, met daarbij de afgifte of weigering tot afgifte van een keuringsbewijs:

o APK (artikel 86, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wegenverkeerswet 1994);

o periodieke autobuskeuringen;

o toelatingskeuringen in verband met invoer, na wijziging van het voertuig of na schade;

o eerste keuringen van taxi’s;

o eerste en periodieke keuringen van VLG-voertuigen (Wet gevaarlijke stoffen).

b. de administratief medewerkers:

- de afgifte van kentekenbewijzen op basis van artikel 28 en volgende van het Kentekenreglement;

- de afgifte van vervangende keuringsbewijzen, op basis van artikel 80 van de Wegenverkeerswet 1994;

- de afgifte van uitvoerverklaringen, eventueel in combinatie met een uitvoerkentekenbewijs. Tevens inname kentekenplaten (registratie van export, ten behoeve van het kentekenregister, op basis van artikel 33 van het Kentekenreglement);

- de afgifte van VLG-documenten in het kader van de tijdelijke ontheffing van de keurplicht voor VLG-voertuigen voor het vervoer van bitumen en containertransporten (Randnummers 211.381 en 211.980).

4. Van de afdeling Informatie en Documenten:

4.1 van het bureau Erkenningen en Toezicht:

de Bedrijvencontroleurs:

- het schouwen van bedrijven in het kader van afgifte erkenning bedrijfsvoorraad;

- het uitvoeren van periodieke controles bij erkende bedrijven in het kader van het toezichtbeleid RDW;

4.2. van het bureau Inlichtingen en Correspondentie:

de Informanten en de Correspondenten:

- de afgifte van Registratieverklaringen;

- de afgifte van Zevendaagse kentekenbewijzen;

- de afgifte van uitvoerverklaringen eventueel in combinatie met een uitvoerkentekenbewijs. Tevens inname Nederlandse kentekenplaten (registratie van export, ten behoeve van het kentekenregister, op basis van artikel 33 van het Kentekenreglement);

- de afgifte van Delen 2 van het kentekenbewijs in het kader van een schorsing of ontschorsing;

- de afgifte van Delen 2 van het kentekenbewijs in het kader van overschrijving;

- het registreren van voertuigen in bedrijfsvoorraad;

- het innemen van aanvraagformulieren en het innen van de leges in het kader van de vermissingsprocedure;

- het innemen van originele kentekenbewijzen bij wijzigingen van de voertuiggegevens;

- de afgifte van vervangende keuringsbewijzen, op basis van artikel 80 van de Wegenverkeerswet 1994.

4.3. van het bureau Rijbewijzen:

de medewerkers Beoordeling en Helpdesk:

- het in ontvangst nemen van aanvragen voor en het afgeven van rijbewijzen en verklaringen uit het register CRB.

5. Van de afdeling Juridische en Bestuurlijke Zaken:

a. de juridisch medewerkers:

- het voeren van eenvoudige correspondentie met bezwaarden, appellanten, rechtbanken en Raad van State in bezwaar- en beroepszaken op grond van de Algemene wet bestuursrecht;

- bij afwezigheid van het Hoofd van de afdeling Juridische en Bestuurlijke Zaken voor een periode langer dan twee dagen worden, gelet op het in acht nemen van de bezwaar- en beroepstermijnen, de stukken als bedoeld in artikel 5 van de Mandaatregeling Dienst Wegverkeer, afgedaan en ondertekend door de functionaris die met de behandeling van de betreffende zaak is belast.

b. de administratief medewerkers:

- het opstellen en ondertekenen van ontvangstbevestigingen, uitnodigingen voor hoorzittingen en begeleidende brieven bij de stukken als bedoeld in artikel 5 van de Mandaatregeling Dienst Wegverkeer.

De in de punten 1 tot en met 5 genoemde medewerkers maken van de hen verleende machtiging uitsluitend gebruik voorzover het handelingen betreft, die naar hun aard of inhoud niet een zodanig gewicht hebben, dat zij behoren te worden verricht door de functionaris onder wie zij rechtstreeks ressorteren.

Zoetermeer, 12 februari 1999.

De Algemeen Directeur van de Dienst Wegverkeer,

J.G. Hakkenberg.

Naar boven