Besluit instelling financieel expertisecentrum

31 december 1998

AFZ98/3126M

De Minister van Financiën, de Staatssecretaris van Financiën en de Minister van Justitie,

Gelet op:

- het maatschappelijk belang van een integere financiële sector;

- het belang van een adequaat toezicht op en een goede bestuursrechtelijke en strafrechtelijke rechtshandhaving in de financiële sector;

- het in de Nota Integriteit Financiële Sector (TK, vergaderjaar 1997-1998, 25 830, nr. 1) aangekondigde voornemen om te komen tot het instellen van een financieel expertisecentrum (FEC);

- de conclusies en aanbevelingen van de stuurgroep FEC (bijlage bij TK, vergaderjaar 1998-1999, 25 830, nr. 6),

Besluiten:

1. Er is, in de vorm van een financieel expertisecentrum, een samenwerkingsverband van het arrondissementsparket Amsterdam, de Stichting Toezicht Effectenverkeer, De Nederlandsche Bank, de Verzekeringskamer, de Belas-tingdienst/FIOD en de Belastingdienst/-Grote ondernemingen Amsterdam, de ECD, het politiekorps Amsterdam/Amstelland, de CRI en het MOT.

2. Het financieel expertisecentrum heeft tot taak:

a. Het onderling uitwisselen van informatie over onderzoeksmethoden, fraudeprofielen, trends en marktontwikkelingen, teneinde de taakuitoefening van de betrokken organisaties te versterken.

b. Het bevorderen dat mogelijke strafbare feiten die door elke instantie afzonderlijk onvolledig worden onderkend beter in beeld worden gebracht.

c. Het ontwikkelen van expertise ten behoeve van de uitvoering van en bijstand aan opsporingsonderzoeken

3. Het financieel expertisecentrum brengt een maal per jaar verslag uit van zijn activiteiten aan de ministers van Financiën en van Justitie. Een afschrift van dit verslag wordt ter kennisneming toegezonden aan de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Economische Zaken.

4. Ten behoeve van de uitvoering van de onder 2. genoemde taken is er een tweetal overlegstructuren, waaraan de participanten, zoals genoemd onder 1., deelnemen. Te weten een informatie-overleg, dat zich richt op het uitwisselen en veredelen van niet-subjectgebonden informatie en een selectie-overleg, dat zich, met inachtneming van ieders taken en wettelijke bevoegdheden, richt op het uitwisselen van subjectgebonden informatie en het initiëren van (opsporings-)onderzoeken.

5. Ten behoeve van het informatie- en selectie-overleg is er een bureau, dat, naast het voeren van het secretariaat van deze overlegstructuren, in ieder geval de onder 2. genoemde taken initieert en coördineert, en informatie documenteert die noodzakelijk is voor een goede taakuitoefening van het financieel expertisecentrum. Het bureau van het financieel expertisecentrum is gehuisvest in Amsterdam en bestaat tenminste uit een hoofd en een tweetal secretarissen, afkomstig uit de aan het samenwerkingsverband deelnemende partijen.

De personele kosten worden gedragen door de organisatie die de betreffende medewerker aan dit bureau ter beschikking stelt. De materiële kosten worden gedragen door de organisaties die personeel ter beschikking hebben gesteld, naar rato van het aantal daarvan.

6. De ministers van Financiën en Justitie kunnen nadere regels geven over de organisatie en werkwijze van het financieel expertisecentrum.

7. Aan het financieel expertisecentrum is een begeleidingscommissie verbonden, die bestaat uit vertegenwoordigers van de aan het financieel expertisecentrum verbonden organisaties, alsmede uit vertegenwoordigers van het ministerie van Financiën en van het ministerie van Justitie.

Het voorzitterschap van deze commissie wordt bekleed door een vertegenwoordiger van de directie Binnenlands Geldwezen van het ministerie van Financiën, het vice-voorzitterschap door een vertegenwoordiger van het ministerie van Justitie. Het secretariaat van de commissie wordt door beide ministeries gedeeld.

8. De begeleidingscommissie heeft tot taak:

a. het financieel expertisecentrum in zijn functioneren te begeleiden;

b. het ter beschikking stellen aan het financieel expertisecentrum van haar kennis en deskundigheid;

c. het desgevraagd of eigener beweging adviseren van de minister van Financiën en de minister van Justitie over onder meer de wijze waarop het financieel expertisecentrum zijn taak verricht.

9. Drie jaar na ondertekening van dit instellingsbesluit vindt een evaluatie plaats van de werkzaamheden en de resultaten van het financieel expertisecentrum, waarbij eveneens de activiteiten van de begeleidingscommissie worden betrokken. Deze evaluatie wordt verricht door een nader door ons aan te wijzen organisatie.


Den Haag, 31 december 1998. De Minister van Financiën,
G. Zalm. De Staatssecretaris van Financiën .
W.A. Vermeend. De Minister van Justitie,
A.H. Korthals.

Toelichting

In de Nota Integriteit Financiële Sector is aangekondigd dat wordt overwogen om te komen tot een financieel expertisecentrum (FEC). De beoogde taken voor het expertisecentrum bestaan uit het onderling uitwisselen van informatie over onderzoeksmethoden, fraudeprofielen, trends en marktontwikkelingen, alsmede uit het ontwikkelen van deskundigheid ten behoeve van de uitvoering van en bijstand aan opsporingsonderzoeken en het bevorderen dat mogelijke strafbare feiten die door elke instantie afzonderlijk onvolledig worden onderkend, beter in beeld kunnen worden gebracht.

Op initiatief van de minister van Financiën is na het verschijnen van deze nota een stuurgroep geformeerd waarin alle betrokkenen (OM, FIOD, Belastingdienst/Grote ondernemingen Amsterdam, ECD, Justitie, CRI, STE, DNB, Verzekeringskamer en Financiën) waren vertegenwoordigd.

Door deze stuurgroep is een tweetal werkgroepen ingesteld, die is gevraagd advies uit te brengen over de organisatie en de werkprocessen van het FEC en de juridische kaders voor de informatie-uitwisseling binnen het FEC. Aan deze werkgroepen is, naast de in de stuurgroep vertegenwoordigde organisaties, ook deelgenomen door vertegenwoordigers van het Politiekorps Amsterdam/Amstelland en het MOT.

De stuurgroep benadrukt in haar eindrapport de noodzaak tot versterking van de samenwerking, en heeft voorgesteld het FEC vorm te geven langs een tweetal lijnen: een Informatie-overleg, ten behoeve van de informatie-uitwisseling over trends, fraudeprofielen en -mechanismen, en overige niet-subjectgebonden informatie, alsmede een Selectie-overleg, waarin met inachtneming van de geldende mogelijkheden voor informatie-uitwisseling, ten aanzien van concrete gevallen informatie wordt uitgewisseld, beleidsafstemming plaats vindt en keuzes worden gemaakt ten aanzien van de in het kader van de rechtshandhaving te nemen maatregelen van bestuursrechtelijke en/of strafrechtelijke aard.

De ministers van Financiën en Justitie hebben ingestemd met de conclusies en aanbevelingen van de stuurgroep.

In het instellingsbesluit zijn de hoofdlijnen van het advies van de stuurgroep opgenomen en is verder invulling gegeven aan samenstelling en taken van de begeleidingscommissie, en de verdeling van de aan het FEC verbonden kosten.

Alle in het financieel expertisecentrum deelnemende organisaties hebben zich schriftelijk akkoord verklaard met de tekst van dit instellingsbesluit en met hun deelname aan de in dit besluit omschreven taken van het financieel expertisecentrum en de begeleidingscommissie.

Naar boven