Vergoeding naderings- en plaatselijke luchtverkeersleiding

Het Bestuur van de Luchtverkeersbeveiligings-Organisatie LVNL maakt ingevolge artikel 5.46, vijfde lid, van de Wet Luchtvaart het volgende bekend:

I. Voor de periode 1 januari 2000 t/m 31 december 2000 zijn door het Bestuur van de Luchtverkeersbeveiligings-Organisatie LVNL de volgende door de Minister van Verkeer en Waterstaat goedgekeurde vergoedingen voor de plaatselijke en naderingsluchtverkeersleiding per Luchthaven vastgesteld:

1. Luchthaven Schiphol

stcrt-1999-254-p8-SC22052-1.gifstcrt-1999-254-p8-SC22052-2.gif

II. Voor de periode 1 januari 2000 t/m 31 december 2000 is de vergoeding voor het gebruik van het GENOFIC-gebied boven de Noordzee, na goedkeuring door de Minister van Verkeer en Waterstaat, door het Bestuur van de Luchtverkeersbeveiligings-Organisatie LVNL vastgesteld op f 314,00 per vlucht.

Het Bestuur van Luchtverkeersleiding Nederland
G.H. Kroese.

Toelichting

Op 27 oktober 1999 heeft het bestuur van Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL), ingevolge artikel 5.43 van de Wet Luchtvaart, de begroting 2000 en het Financieel meerjarenoverzicht 1999-2004 aan de Minister van Verkeer en Waterstaat ter goedkeuring aangeboden. In een eind november bij LVNL ingekomen stuk van de Minister van Verkeer en Waterstaat met kenmerk DGRLD/LI/CS-99.120436 geeft de Minister te kennen dat zij omwege van een aantal beleidsmatige en budgettaire gronden slechts gedeeltelijk kan instemmen met de door LVNL ingediende begroting voor het jaar 2000 en meerjarenramingen. De tarieven voor luchtverkeersdienstverlening maken deel uit van de begroting en zijn onder te verdelen in tarieven voor regionale velden, Schiphol en en-route. Goedkeuring wordt door de Minister onder meer onthouden aan de tarieven voor de regionale dienstverlening.

Als reden voor haar besluit voert de Minister aan dat door LVNL in de betreffende documenten geen rekening is gehouden met het Rijksbesluit om met ingang van het jaar 2000 de rijksbijdrage inzake de tekorten van de luchtverkeersleiding voor de regionale velden af te bouwen.

Indien de Minister goedkeuring (gedeeltelijk) onthoudt kan LVNL, in afwachting van een definitieve goedkeuring ingevolge artikel 5.44 Wet Luchtvaart, uitgaan van de tarieven van het voorgaande jaar. Voor de regionale velden wordt momenteel derhalve uitgegaan van de tarieven zoals die het afgelopen jaar golden. Ten aanzien van de tarieven voor Schiphol en en-route wordt uitgegaan van de tarieven zoals deze door de Minister (onder voorbehoud) wel zijn goedgekeurd. Opgemerkt dient echter te worden dat deze tarieven door LVNL zijn voorgedragen in het licht van een totaal visie, waarin de thans niet goedgekeurde tarieven voor de regionale velden een belangrijke rol speelden. Niet uitgesloten kan dan ook worden dat in de door LVNL voor te bereiden aanvullende begroting alle tarieven, inclusief die voor Schiphol en en-route, zich wederom zullen wijzigen. Dit uiteraard alleen na definitieve goedkeuring door de Minister van Verkeer en Waterstaat.

Naar boven