Regeling College voor zorgverzekeringen subsidiëring aanpassingen bestaande ADL-clusters 2000

Het bestuur van het College voor zorgverzekeringen,

gelet op het verzoek van de toenmalige staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur om uit het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten gelden beschikbaar te stellen voor de financiering van het stichten en de exploitatie van ADL-clusters en van de assistentie in deze clusters en het verzoek d.d. 17 juli 1995 tot aanvulling van de subsidieregeling;

gelet op de artikelen 3 en 4 van de Regeling overgangsrecht wet uitvoeringsorganen;

heeft in zijn vergadering van 16 december 1999 besloten:

Artikel I

Het College voor zorgverzekeringen verstrekt voor het jaar 2000 ten laste van het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten subsidies voor aanpassingen in bestaande ADL-clusters. De subsidieverstrekking heeft plaats met overeenkomstige toepassing van de Regeling Ziekenfondsraad subsidiëring aanpassingen bestaande ADL-clusters 1999, met dien verstande dat voor het subsidiejaar 2000:

A

In de artikelen 7, derde lid, 9 tot en met 14 ’de Ziekenfondsraad’ steeds wordt vervangen door: het College voor zorgverzekeringen.

B

Artikel 2, eerste lid, komt te luiden:

1. Het College voor zorgverzekeringen stelt ten laste van het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten een bedrag van maximaal f 2.000.000,- beschikbaar voor het verstrekken van subsidie voor de aanpassingen in bestaande ADL-clusters in het jaar 2000. Eventueel verschuldigde BTW is in dit bedrag begrepen.

C

Artikel 3 wordt gewijzigd:

1. Aan het slot van het tweede lid, onder c, worden, met vervanging van de punt door een puntkomma, drie onderdelen toegevoegd:

9° het vervangen, aanpassen of verwijderen van drempels;

10° het leveren en aanbrengen van schopplaten en hoeklijnen;

11° het leveren en aanbrengen of vervangen van een thermostaatkraan.

2. Het derde lid komt te luiden:

3. De kosten van een aanpassing worden bij het verstrekken van een subsidie slechts in aanmerking genomen voor zover de aanpassing noodzakelijk is en de meest adequate voorziening is tegen de minste kosten.

D

Artikel 4 komt te luiden:

1. Indien de bewoner de huurovereenkomst beëindigt, anders dan bij overlijden of vertrek naar een andere zorgvoorziening, kan de subsidieontvanger de kosten van aanpassing tot de volgende bedragen in rekening brengen aan die bewoner:

a. bij vertrek uit de woning binnen een half jaar na de vaststelling, bedoeld in artikel 10, maximaal 50% van de kosten van aanpassing;

b. bij vertrek uit de woning binnen een jaar na de vaststelling, bedoeld in artikel 10, maximaal 25% van de kosten van aanpassing;

c. bij vertrek uit de woning binnen twee jaar na de vaststelling, bedoeld in artikel 10, maximaal 10% van de kosten van aanpassing.

2. Ten laste van deze subsidieregeling komen niet de kosten van reparatie en vervanging van standaardinrichtingselementen, welke door de subsidieontvanger op de vorige bewoner kunnen worden verhaald. De subsidieontvanger schouwt de opnieuw te verhuren woning voor de einddatum van vorige verhuring.

E

Artikel 7, eerste lid, komt te luiden:

1. De aanvraag van een subsidie wordt uiterlijk 1 oktober 2000 bij het College voor zorgverzekeringen ingediend. Indiening heeft plaats door toezending van het door de subsidieontvanger volledig ingevulde en ondertekende aanvraagformulier.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Zij kan worden aangehaald als Regeling College voor zorgverzekeringen subsidiëring aanpassingen bestaande ADL-clusters 2000.


L. de Graaf, voorzitter.
J.L.P.G. van Thiel, algemeen directeur.

Naar boven